Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

 

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

Precariobelasting
Het Kabinet heeft de precariobelasting voor nutsbedrijven per 1 juli 2017 gewijzigd (het deel voor kabels en leidingen voor de nutsbedrijven gaat onder de vrijstellingen vallen). Voor gemeenten die op 10 februari 2016 een verordening met tarief hadden vastgesteld voor precariobelasting op kabels en leidingen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Dat geldt ook voor Ooststellingwerf. De opbrengst precariobelasting is tot en met 2021 geraamd in de begroting (€ 2,096 miljoen) tegen het door u vastgestelde tarief van € 2,18 per m1. 

Er lopen momenteel geen beroepzaken tegen de precariobelasting.

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. Per 1 oktober 2016 is het mogelijk om als inwoner via Het WOZ Waardeloket inzicht te krijgen in de WOZ-waarden van andere (woning) panden, de WOZ-waarden voor woningen zijn openbaar. Het Kadaster beheert deze Landelijke Voorziening.

Tot nu toe worden de woningen, in Ooststellingwerf, getaxeerd op basis van de inhoud maar per 2022 gebeurt dit op basis van de oppervlakten (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk zijn er verschillen in methodiek waardoor er nu gekozen is om alle gemeenten te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, CBS, de burgers etc. Als er niet wordt overgegaan op oppervlakte ontstaan er problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. De Waarderingskamer gaat dit project monitoren. In 2018 zijn we gestart met de voorbereidingen. Ongeveer 98% van het woningbestand is klaar en het jaar 2021 wordt het testjaar zodat we in 2022 klaar zijn om de oppervlakten te gebruiken voor de waardebepaling voor de Wet WOZ. 

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (de BAG). Deze verplichting geldt dus ook voor de uitvoering van de Wet WOZ. In de gemeentelijke WOZ processen spelen de in de BAG opgenomen gegevens over adressen, oppervlakten en bouwjaren een belangrijke rol. De koppeling tussen de WOZ en de BAG is in december 2016 gerealiseerd. Halverwege 2016 zijn de Basisregistratie Kadaster (BRK) en de aansluiting van het Handelsregister (NHR) gerealiseerd.

Per 1 april 2016 is de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) aangesloten op de Landelijke Voorziening. Het jaar 2017 is gebruikt om de BGT te koppelen aan het beheer van de openbare ruimte (BOR) en de kaart van 2014 op te werken naar de huidige stand. Vanaf 1 december 2017 is het werkelijke beheer van de BGT verder opgepakt. Dit alles heeft te maken met de BGT op naar 2020 (fase 2): voltooiing en het vervolmaken van de BGT zodat het voldoet aan de wettelijke eisen. Eind 2019 was de BGT al klaar met dit traject. 

Ontwikkelingen
Het kabinet is, voor de verkiezingen, bezig geweest met hervorming en herziening van het belastingstelsel voor lokale overheden. Het idee was om een verschuiving te laten plaatsvinden van rijksbelastingen naar gemeentebelastingen. Daarbij komen de 'kleine' belastingen te vervallen. Dit heeft onder andere impact (korting) op de inkomsten uit het Gemeentefonds en consequenties voor de wetgeving. Daarnaast zijn er voorstellen gedaan om het gemeentelijk belastinggebied te verruimen. Bijvoorbeeld door de invoering van een ingezetenenheffing en de wederinvoering van het gebruikersdeel OZB voor woningen.

Op 14 februari 2018 ondertekenden het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen echter een interbestuurlijk programma (IBP) met bijbehorende gezamenlijke agenda. Over de fiscale thema’s zijn daarbij de volgende procesafspraken gemaakt: Decentrale belastingstelsels hebben regulier onderhoud nodig om in goede staat te blijven en toekomstbestendig te zijn. Rijk en medeoverheden gaan aan dit onderhoud werken en verkennen daarnaast de mogelijkheden die decentrale belastingstelsels bieden om de realisatie van gezamenlijke ambities te faciliteren.

Hervorming belastingstelsel door middel van het verruimen van het gemeentelijk belastinggebied wordt niet ondersteund door het nieuwe Kabinet (bron: Bijzondere Ledenbrief VNG als reactie op het Regeerakkoord 2017-2022).

Afvalstoffenheffing
Diftar+ is ingegaan per 1 januari 2019. Dit heeft alles te maken met de VANG doelstelling opgelegd vanuit het Rijk. Deze doelstelling betekent een afname van het aantal kg's restafval per inwoner per jaar. Het uiteindelijke doel voor 2025 is het aantal kg's terug te brengen naar 30 kg per inwoner per jaar. 

De Omgevingswet
Het Kabinet is in 2011 begonnen met een grote stelselherziening van het omgevingsrecht. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor bestaande verordeningen, beleidsregels, nadere regels en besluiten. De wet dient in te gaan op 1 januari 2022. Voor zowel de BAG als de BGT moeten de gegevens/data op orde zijn.

 

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB)
Vanaf 2020 wordt een benchmark woonlasten ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijker te maken. Daarmee komt een einde aan het monitoren met de macronorm onroerende zaakbelasting (ozb). Dat hebben het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken. In de benchmark wordt naast de ozb ook de riool- en afvalstoffenheffing worden vergeleken. Door een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en de tariefontwikkeling met landelijke en provinciale gemiddelden, moeten de onderlinge verschillen tussen gemeenten nog inzichtelijker worden. Ook moet de benchmark het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen. Deze benchmark is voor 2020 nog niet klaar. 

Woningwaarderingsstelsel
De Tweede Kamer heeft de motie van het lid Monasch over aanpassing van het woningwaarderingstelsel per 1 oktober 2015 aangenomen. Per 1 januari 2006 was namelijk de gebruikersbeschikking WOZ voor de huurder verdwenen, de gebruiker van een woning ontvangt geen aanslag OZB gebruiker meer. Met deze aanpassing wordt dit gerepareerd en krijgen de huurders weer belang bij de verkrijging van de WOZ-waarde. Vanaf 2016 kan een huurder bezwaar maken tegen de hoogte van de WOZ-waarde. Dit is van belang voor de hoogte van de huren. Aanpassing van de waarde kan doorwerken in de hoogte van de individuele huur. De uitvoeringskosten die gemeenten maken voor bijvoorbeeld de bezwaarprocedure dekt het Rijk niet. Tot nu toe heeft dat niet geleid tot noemenswaardige bezwaren. De hoogte van de huren binnen de gemeente zijn dan ook niet van dien aard dat verlaging van de WOZ-waarde doorwerkt in de hoogte van de huur. 

Rioolheffing
In 2020 is het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020 - 2024 vast gesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024.

Leges

De vorige nota leges dateert van 26 januari 2016. Hierin zijn de uitgangspunten voor de kostendekking voor de leges voor de periode 2016-2019 vastgelegd. De planning was dat er in 2019 een nieuwe nota leges vastgesteld zou worden. Vanwege de opgave rondom ‘Samen Waarmaken’ is het onderzoek vorig jaar niet uitgevoerd. Het college heeft u hierover geïnformeerd naar aanleiding van een technische vraag bij de jaarrekening 2019.

In 2020 is een geactualiseerde nota leges opgesteld voor 2021, die aansluit op de meest recente jurisprudentie en de feitelijke uitvoering. Deze is door u vastgesteld op 10 november 2020. De nota leges wordt in 2021 volledig herzien voor de periode 2022 en verder in verband met de invoering van de omgevingswet en de wet kwaliteitsborging. Naast de nieuwe wetgeving worden ook de mogelijkheden onderzocht voor een uniform legesmodel (titel 2) in OWO verband. Daarnaast worden dan ook de visie op dienstverlening in combinatie met servicenormen en de uitkomsten van de financiële heroverwegingen betrokken.

Toeristenbelasting
U heeft bij de programmabegroting 2020-2024 ingestemd met een verhoging van de toeristenbelasting naar € 1,40 per persoon per nacht vanaf 2021 en een jaarlijkse indexatie van € 0,05. Vanaf 2020 geldt voor kinderen tot en met de leeftijd van 4 jaren een vrijstelling voor de heffing toeristenbelasting. In december 2020 heeft de gemeente advies van het Recreatieschap Drenthe ontvangen waarin voor campings en groepsaccommodaties een tarief van € 1,10 per overnachting en voor overige verblijfsaanbieders een tarief van € 1,50 per overnachting wordt geadviseerd.

In de raadsvergadering van 30 maart 2021 is besloten om een tariefdifferentiatie toe te passen op de toeristenbelasting. Dit betekent dat het tarief per persoon per overnachting voor overnachtingen in kampeermiddelen op kampeerterreinen en in kampeerboerderijen € 1,10 zal zijn en vanaf 2022 het tarief per persoon per overnachting voor overnachtingen in andere verblijfsaccommodaties € 1,50 zal zijn.

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). Bij de programmabegroting 2020-2023 heeft u besloten om de opbrengsten van de forensenbelasting in 2020 met € 15.000 te verhogen. Dit loopt op naar € 60.000 in 2023.

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. Om het vaste tarief afvalstoffenheffing voor 2020 op een laag niveau te houden is een onttrekking uit de reserve Lastenverlichting nodig (voorheen was dit de egalisatiereserve reiniging). De raad heeft in december 2020 besloten om € 446.000 toe te voegen aan de reserve lastenverlichting ten laste van het resultaat.

 

Reclamebelasting
U heeft op 14 december 2010 besloten tot de invoering, per 1 januari 2011, van reclamebelasting van het komgebied van Oosterwolde. De reclamebelasting houdt in dat de ondernemers een vast bedrag per jaar betalen. De gemeente legt deze belasting op en stort na aftrek van 5% beheerkosten de opbrengsten in een fonds. Met deze baten kunnen de ondernemers evenementen en activiteiten ontplooien, gericht op promotie en het zorgen voor een aantrekkelijk winkelklimaat van het centrum van Oosterwolde.

BIZ (Bedrijven Investeringszone)
Oosterwolde Promotion heeft een missie en een visie geformuleerd voor het winkelgebied in Oosterwolde. Dit moet leiden tot een plan waarin staat wie langs welke weg wat gaat doen om die missie/visie te realiseren. Het idee er bij is om ook te onderzoeken of het instellen van een BIZ voor het winkelgebied haalbaar is. Oosterwolde Promotion werkt hierbij nauw samen met de Vereniging van Vastgoed Eigenaren Oosterwolde en ook met ons als gemeente. Ook de Commerciele Club Ooststellingwerf en de Rabobank zijn bij dit proces betrokken. In verband hiermee is het convenant inzake de reclamebelasting verlengd voor 2019 en 2020.

In 2020 is begonnen met het onderzoek en de gesprekken over de BIZ. Op 7 september 2020 is het Biznessplan Bedrijven Investerings Zone Oosterwolde opgesteld. In de raad van 20 oktober 2020 is de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde centrum 2021 vastgesteld.  

 

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde toets om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing.

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges


x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2019 Begroting Begroting 2020
lokale heffingen 9.853 10.518 10.501 10.437 - 63 N
leges 1.219 691 1.273 1.349 76 V
Totaal 11.071 11.209 11.774 11.786 13 V

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2019 Begroting Begroting 2020
3.1 Thema Economische ontwikk.
Toeristenbelasting 248 253 253 243 - 10 N
Reclamebelasting 41 41 41 41 0 V
3.3 Thema Milieu
Rioolheffing (gecombineerd) 2.715 2.884 2.884 2.758 - 126 N
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 1.874 2.379 2.130 2.206 76 V
6.3 Thema Financiën
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.603 2.558 2.741 2.733 - 8 N
Precariobelasting 2.075 2.096 2.118 2.118 - 0 N
Onroerende zaakbelasting gebruikers 231 230 242 249 7 V
Forensenbelasting 66 77 92 89 - 2 N
Totaal 9.853 10.518 10.501 10.437 - 63 N

Leges

x € 1.000
Leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2019 Begroting Begroting 2020
3.2 Thema Openbare ruimte
Verharding 8 4 4 8 4 V
3.4 Thema Bouwen en wonen
Bestemmingsplannen 14 25 30 32 2 V
6.2 Thema Dienstverlening
Drank en horeca - - - - -
Omgevingsvergunningen, baten 856 400 975 1.061 86 V
Burgerlijke stand / huwelijk 15 13 13 11 - 2 N
Burgerzakenleges 315 222 234 229 - 5 N
Overige leges 11 25 15 6 - 9 N
6.3 Thema Financiën
IP Bedrijfsvoering algemeen 1 - - 2 2 V
IP Huisvesting en werkplek - 3 3 - - 3 N
Totaal 1.219 691 1.273 1.349 76 V

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Toelichting Overhead
In de bijlage van de jaarstukken is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc. 

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead voor taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval en riolering. 

 

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (64%) en van de binnendienst (85%). Een deel van de opbrengst van de reinigingsheffing wordt gerealiseerd door een onttrekking aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
Voor de gerealiseerde kosten is de systematiek gehanteerd, die ook bij de begroting 2021 is gehanteerd. Dit betekent dat er een betere toerekening van de personeelskosten heeft plaatsgevonden. De opbrengsten van titel 2 zijn aanzienlijk hoger dan begroot. Dit hangt vrijwel volledig samen met de leges van 2 grote projecten. Bij beide projecten was de verwachting bij de begroting 2020 dat de vergunning in 2019 zou worden verleend. Bij het ene project is de vergunning in januari 2020 verleend. Bij het andere project was de verwachting eveneens dat de vergunning in 2019 zou worden verleend. Eind 2019 is echter besloten om het project te splitsen in 2 fasen. De vergunning voor de eerste fase is in 2019 verleend. De vergunning voor de tweede fase is in 2020 verleend.

x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Realisatie Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing Realisatie Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.2) (taakveld 7.3) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.148 2.058 2.577 2.829
Baten -35 -26 -537 -631
Netto lasten taakveld 2.113 2.032 2.040 2.198
Toe te rekenen lasten
Overhead 328 355 115 118
Kwijtschelding 48 49 90 90
Rente -1 -1
Dubieuze debiteuren 7 7 10 10
Watergangen 158 158
BTW 230 157 126 126
Totaal toe te rekenen lasten 771 726 339 343
Totale lasten 2.884 2.758 2.379 2.540
Opbrengst heffingen -2.884 -2.758 -2.379 -2.322
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 91%
x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting Omgevingsvergunning titel 2 Realisatie Omgevingsvergunning titel 2 Begroting Leges burgerzaken titel 1 en titel 3 RealisatieLeges burgerzaken titel 1 en titel 3 Totaal begroting Totaal realisatie
Lasten
Lasten 402 396 233 331 635 727
Baten 0
Netto lasten 402 396 233 331 635 727
Toe te rekenen lasten
Overhead 220 265 65 188 285 453
Totaal toe te rekenen lasten 220 265 65 188 285 453
Totale lasten 622 661 298 519 920 1.180
Opbrengst heffingen -425 -1.093 -260 -256 -685 -1.349
Dekkingspercentage 68% 165% 87% 49% 74% 114%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 31 december 2020 € 21,526 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 16,062 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 5,464 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 8,424 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Sociaal Domein € 0,590 miljoen, de kapitaalreserve € 1,315 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 1,055 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 1,006 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 21,526 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (WMO, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Onder de tabel met risico’s staat een aparte toelichting hierover. Het risico in het kader van de WWB nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit (risico nummer 1).

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

 

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

 

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

 

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg);
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening);
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits);
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).


Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

Bij deze jaarstukken is het overzicht van de risico's uit de programmabegroting 2021 geactualiseerd. De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Begroting 2021 € 12.000 lager. Dit heeft een aantal oorzaken:

  • Risico 2 'Bijstelling algemene uitkering gemeentefonds (AU)', de algemene uitkering is aangepast en daarmee het risico ook (het risico is € 4.000 hoger) 
  • Risico 8 'Diverse gerechtelijke procedures', is aangepast (het risico is € 16.000 lager)

 

Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1a. Risico: vangnet-uitkering wordt niet toegekend - - -
Toelichting risico: Het risico is dat we niet voldoen aan de voorwaarden waardoor we geen vangnetuitkering ontvangen. Het risico is nu nihil omdat we geen aanspraak op de vangnetuitkering behoeven te doen.
1b. Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 117.000
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. In de begroting is al rekening gehouden met een tekort van 3,2%. Het risico gaat over het resterende mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
2. Risico: bijstelling algemene uitkering gemeentefonds (AU) - - € 461.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
3. Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 3 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restandschuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
4. Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 5 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ nog worden aangesproken.
Beheersmaatregel: het door het waarborgfonds verstrekte overzicht beoordelen we en daarnaast beoordelen we bij een individuele aanvraag de situatie.
5. Risico: National Hypotheek Garantie 1 4 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
6. Risico: overige garanties 1 5 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
7. Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 4 € 90.000
Toelichting risico: Bij (gedeeltelijke) leegstand lopen de exploitatiekosten van het gebouw door terwijl de inkomsten wegvallen. De exploitatie van de M.F.A’s komt daarmee onder druk te staan. Op dit moment is er (gedeeltelijk) leegstand in MFS de Boekebeam door het opheffen van obs Dalton Mst van Hasseltschool en bij MFA de Samensprong.
Beheersmaatregel: in 2013 is de ‘Visienota toekomst basisonderwijs in Ooststellingwerf’ door u vastgesteld, waarin de mogelijkheden staan voor het toekomstig onderwijslandschap. In maart 2012 is de notitie ‘platteland aan zet’ door u vastgesteld waarin de kaders zijn geschetst van het na te streven voorzieningenpeil.
8. Risico: diverse gerechtelijke procedures 5 4 € 72.000
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
9. Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers - - PM
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
10. Risico: extra budget beschikbaar voor jeugdzorg 2 4 € 141.000
Toelichting risico: In 2019 heeft het Rijk voor 2019 tm 2021 extra budget beschikbaar gesteld voor de jeugdzorg. Ook voor 2022 is extra budget beschikbaar gesteld. Vanaf 2023 is deze bate ook structureel geraamd in de begroting. Er is sprake van onzekerheid vanaf 2023.
TOTAAL € 1.006.000

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Sociaal Domein
Binnen het Sociaal Domein zijn diverse risico’s, hieronder staan de belangrijkste risico’s. Risico's waarvan de financiële gevolgen duidelijk te bepalen zijn, zijn ook verwerkt in de begroting. De financiële impact van onderstaande risico's zijn op dit moment lastig in te schatten. 

  • In 2022 wordt een wijziging op de Jeugdwet van kracht betreffende het woonplaatsbeginsel. Op dit moment vallen jeugdigen, waarvoor geldt dat zij onder voogdij zijn gesteld of ouder zijn dan 18 jaar én in een jeugdhulpinstelling of pleeggezin verblijven, financieel onder de gemeente waar de jeugdige verblijft. Na de wetswijziging vallen deze jeugdigen financieel onder de gemeente waar zij woonden voordat zij verhuisden naar een jeugdhulpinstelling of pleeggezin. Dit zou kunnen leiden tot meerkosten voor onze gemeente, maar het verdeelmodel van de jeugdhulpgelden wordt ook aangepast. Hoeveel kinderen uit onze gemeente dit betreft, is bij ons niet bekend. In 2021 zal het ministerie inzicht verschaffen in de financiële effecten van de wetswijziging.
  • Het Rijk heeft samen met gemeenten een traject gestart om de verdeelsystematiek van het Sociaal Domein aan te passen. Dit heeft gevolgen voor de verdeling per 2023. Zie ook herverdeling gemeentefonds hieronder. 
  • Het werkelijke inzicht in de lasten voor met name regionale Jeugdhulp is nog niet goed in beeld. Wij zijn als gemeente afhankelijk van derden van wie we de afrekeningen ontvangen. 
  • Per 2019 is het abonnementstarief Wmo ingevoerd. Iedereen die een eigen bijdrage in de Wmo betaalt, doet dit in de vorm van een vast maandbedrag. We lopen het risico dat dit tarief een aanzuigende werking gaat hebben op de zorgvraag. 

 

Corona

We hebben in 2020 diverse meerkosten gehad door Corona. Zie hiervoor de toelichting op de financiële afwijkingen per programma en paragraaf 11. Het is op dit moment nog niet goed in te schatten wat de gevolgen van de coronacrisis voor de komende jaren zullen zijn. De gevolgen van de crisis betrekken we waar mogelijk bij het heroverwegingsproces. We verwachten (incidentele en/of structurele) budgettaire effecten bij bijvoorbeeld de bijzondere bijstand, toeristenbelasting, levensonderhoud (WWB en BBZ) en de veiligheidsregio. Dit is geen limitatieve opsomming. Daarnaast zullen er effecten zijn die pas later zichtbaar worden. Als het rijk door de Coronacrisis moet bezuinigen, zal dit effect hebben op de omvang van het gemeentefonds en daarmee op de hoogte van de algemene uitkering die wij ontvangen.


Herverdeling gemeentefonds
Onze belangrijkste bron van inkomsten is het gemeentefonds. In de afgelopen jaren is gebleken dat sommige gemeenten te weinig geld uit het gemeentefonds ontvangen in relatie tot hun lasten. Vanuit het Rijk is besloten om te onderzoeken hoe de gegroeide scheefheid van de afgelopen decennia weer recht te trekken is, en vanaf 2023 een herverdeling in te voeren.

Het ministerie van BZK heeft op 2 februari 2021 de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) gevraagd om advies te geven over het voorstel van de fondsbeheerders voor de nieuwe verdeling van het gemeentefonds per 2023. Met het indienen van deze adviesaanvraag, zijn ook de voorlopige uitkomsten van de verdeling voor individuele gemeenten bekend gemaakt.

Het doel van de verdeling is om iedere gemeente een gelijkwaardige financiële uitgangspositie te geven, zodat ze een gelijkwaardig voorzieningenniveau kunnen realiseren tegen gelijke belastingdruk: mensen moeten in principe toegang hebben tot hetzelfde voorzieningenniveau en dat mag niet afhankelijk zijn van de plek waar iemand woont.

Voor Ooststellingwerf komt de uitkomst van de herverdeling op een nadeel van 73 euro per inwoner. De uitkomsten nu zijn gebaseerd op gegevens uit 2017, dit moet nog worden omgezet naar het niveau van 2019. Dit kan voor verschillen in de uitkomsten zorgen. Het effect van de herverdeling zal niet ineens ingevoerd worden, er is sprake van een ingroeimodel van € 15 per inwoner per jaar.

 

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. 


Kengetallen Rekening 2019 Begroting 2020 Rekening 2020
Netto schuldquote 42% 46% 34%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 35% 40% 28%
Solvabiliteitsratio 32% 31% 36%
Structurele exploitatieruimte -1% -1% 9%
Grondexploitatie 3% 4% 3%
Belastingcapaciteit 92% 87% 91%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) -818 -4.005 2.437

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit gemiddeld is.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.

Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 3% geeft aan dat het risico voor ons niet hoog is.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 91% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2020 is positief.

 

 

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

 

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties
x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2019 Begroting Begroting 2020
2. Welzijn & educatie
Huisvesting onderwijs -1.570 -1.451 -1.450 -1.460 - 10 N
Welzijn- en sportaccommodaties -794 -834 -1.147 -850 297 V
3. Ruimtelijke & economische ontwikk.
Verhardingen -1.478 -3.469 -3.599 -977 2.622 V
Bruggen en oevervoorzieningen -31 -63 -63 -68 - 6 N
Verkeersvoorzieningen -224 -241 -221 -225 - 4 N
Openbaar Groen -652 -599 -695 -662 33 V
Rioleringen -1.664 -1.789 -1.656 -1.542 114 V
Rioolheffing 2.663 2.825 2.825 2.703 - 122 N
6. Bestuur & Dienstverlening
Automatisering -1.129 -1.137 -1.137 -1.154 - 16 N
Totaal onderhoud kapitaalgoederen -4.879 -6.759 -7.145 -4.236 2.909

Wegen, kunstwerken en verlichting

Terug naar navigatie - Wegen, kunstwerken en verlichting

Wegen
Beleidskader
De MOP (MeerjarenOnderhoudsPlanning) Wegen is vastgesteld. De onderhoudswerkzaamheden worden op basis van de MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het opstellen van de MOP. De gemeente maakt bij het beheer van haar wegen gebruik van een wegbeheersysteem dat een CROW-keurmerk voor wegbeheer heeft (CROW staat voor Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek). Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) is in 2013 door u vastgesteld. In 2018 is besloten om de bermen langs onze belangrijkste wegen te verbeteren. Hiervoor is een investeringskrediet beschikbaar gesteld voor 2020 t/m 2022.


Financiële gevolgen in de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

 

Civieltechnische kunstwerken
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

In 2020 is er onderhoud gepleegd aan de brug Hooghout in Ravenswoud. Dit is gezamenlijk uitgevoerd met Natuurmomenten waarbij de kosten evenredig zijn verdeeld.

Financiële gevolgen in de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit. 

Openbare verlichting
Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de 'Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A.' De coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. In 2018 is besloten om de traditionele lichtpunten versneld te vervangen door led lichtpunten. Hiervoor is een investeringskrediet beschikbaar gesteld voor 2019 t/m 2022.

Financiële gevolgen in de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Groen, riolering en gebouwen

Terug naar navigatie - Groen, riolering en gebouwen

Groen
Beleidskader
Op 24 januari 2012 is de Notitie Groenbeleid 2011 door u vastgesteld. Hierin is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten. Voor de uitvoering van het groenbeheer gebruiken we een groenbeheersysteem. Dit systeem wordt gebruikt om op basis van landelijke normen (IMAG-normen) te bepalen hoeveel uren nodig zijn en welk budget nodig is om het onderhoud aan de groenvoorzieningen uit te voeren. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

Er wordt een nieuw Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, opgesteld. Hiervoor is in 2019 het plan van aanpak vastgesteld en zijn er startbijeenkomsten georganiseerd. Het Biodiversiteitsplan vervangt, na vaststelling, de Notitie Groenbeleid 2011. Het biodiversiteitsplan wordt in het 2e kwartaal van 2021 in de raad behandeld. 

Op 20 oktober 2020 heeft u de notitie 'Bomenbeleid Ooststellingwerf' vastgesteld. Hiermee zijn de beleidsuitgangspunten voor een zo veilig mogelijk, duurzaam en betaalbaar gemeentelijk bomenbestand omschreven. 

Financiële gevolgen in de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

 

Riolering
Beleidskader
In 2020 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020-2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud, aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. 

Financiële gevolgen in de jaarstukken
Uitgangspunt binnen het GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkeld in de periode 2020-2024.

 

Gymnastieklokalen
Beleidskader
Per 1 januari 2015 is het 'onderhoud buitenkant' van de onderwijsgebouwen overgeheveld naar de schoolbesturen. De voorziening ‘Onderhoud onderwijsgebouwen en gymlokalen’ is daarom in 2015 opgeheven. Hiervoor is de voorziening ‘Onderhoud gymnastieklokalen’ in de plaats gekomen. De instandhouding van gymnastieklokalen blijft een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De onderlegger hiervan is per 2019 de MOP 2019-2048 Gymnastieklokalen. Daarnaast is de BTW-compensatie per 2019 gewijzigd; deze loopt nu via de Specifieke Uitkering Sport (= SPUK).

Financiële gevolgen in de jaarstukken
De werkzaamheden worden binnen de financiële kaders uitgevoerd.

 

Overige gebouwen
Beleidskader
Het onderhoud van gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) opgenomen. Het betreft de volgende gebouwen: het gemeentehuis, de gemeentewerf, het overslagstation, de Kompaan, molen ‘De Weijert’, gemeentelijke monumenten en woningen. De gemeentelijke gebouwen inspecteren we periodiek voor het actualiseren van de MOP’s.

De huidige buitendienstaccommodatie voldoet niet meer aan een aantal wettelijke- en ARBO technische eisen. Er wordt momenteel gewerkt aan de uitwerking van diverse ver- en nieuwbouw modellen op de huidige locatie. 

Financiële gevolgen in de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

 

Sport en ICT

Terug naar navigatie - Sport en ICT

Sportaccommodaties
Beleidskader
Per 2017 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de 2 B's (sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk) met dezelfde exploitant voor een periode van 5 jaar. Voor de andere B (= het Bosbad) is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar.

Financiële gevolgen in de jaarstukken
In 2018 is een nieuwe MOP opgesteld en in 2019 geïmplementeerd. In verband met onvoorziene uitgaven in 2020 en de verwachte extra uitgaven in 2020 is het voorstel om de dotatie te verhogen van € 30.000 per jaar naar € 35.000 per jaar. De voorziening is op basis van deze hogere dotatie tot 2030 toereikend voor het groot onderhoud.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet op de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke Uitkering Sport (= SPUK) voor gemeenten om het btw nadeel (grotendeels) te compenseren. Het is nog niet helemaal duidelijk of de exploitant van de 3 B's en de Steegdenhal als winstbeogende instellingen worden aangemerkt. Daarom is ook voor 2020 een SPUK aanvraag ingediend. Die is toegekend maar wordt pas in 2021 definitief vastgesteld.

 

Sportterreinen
Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden is de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. Om tot een gelijkmatige verdeling van de veldrenovaties te komen is in 2013 een MOP 2014-2018 (renovatieplan) grassportvelden opgesteld. U heeft in 2016 besloten het sportcomplex Waskemeer met een wetraveld uit te breiden.

Financiële gevolgen in de jaarstukken
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden zijn afgestemd op de beschikbare middelen. Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2014-2017 is besloten vanaf 2014 jaarlijks voor de renovatie van grassportvelden (1 toplaag) € 45.000 (incl. BTW) beschikbaar te stellen. De kosten voor het specialistisch onderhoud van het wetraveld Waskemeer zijn voor rekening van de gemeente.

De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld worden gedekt uit de exploitatie. Er is een aanvraag ingediend voor een uitgebreide omgevingsvergunning voor het sportcomplex Waskemeer. Na het succesvol verlopen van het dit proces kan het wetraveld worden gerealiseerd. In 2020 zijn de vergunningen verstrekt voor de uitbreiding van het sportcomplex Waskemeer. Er is door bezwaarmakers een voorlopige voorziening aangevraagd die is afgewezen. De behandeling van de bodemprocedure was medio november 2020. Medio december heeft de rechtbank uitspraak gedaan. Alle beroepen zijn ongegrond verklaard. Inmiddels is ook duidelijk geworden dat er geen hoger beroep is ingediend. De omgevingsvergunningen zijn daarmee onherroepelijk.

ICT
Zie paragraaf 10 OWO-samenwerking.

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

 

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2020 is door u op 16 december 2020 vastgesteld. In artikel 13 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2020 bedraagt € 6,3 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2020 van afgerond € 74 miljoen). Onderstaand schema laat zien dat de kasgeldlimiet niet is overschreden.

Renterisiconorm
De renterisiconorm is bedoeld om te voorkomen dat wij in een bepaald jaar geconfronteerd worden met, in verhouding tot de vaste schuld, forse renteherzienings- en herfinancieringsproblemen. De norm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor Ooststellingwerf bedraagt de renterisiconorm € 13,7 miljoen. Dit betekent dat in 2020 de som van de vaste geldleningen waarvan de rente wordt herzien en de noodzakelijke herfinancieringen beneden de € 13,7 miljoen moet blijven. Onderstaand schema laat zien dat de renterisiconorm niet is overschreden.

x € 1.000
Kasgeldlimiet Rekening
2020
Kasgeldlimiet aanvang begrotingsjaar -6.300
Omvang netto vlottend
1e kwartaal 8.895
2e kwartaal 10.672
3e kwartaal 14.890
4e kwartaal 13.733
x € 1.000
Rente risiconorm Rekening Begroting 2021 Mjb 2022 Mjb 2023
2020
Rente risiconorm 14.800 14.523 14.115 14.090
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 9.166 8.768 3.569 1.369
Geldleningen met renteherzieningen -
Totaal Aflossingen en renteherzieningen 9.166 8.768 3.569 1.369
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 5.634 5.755 10.546 12.721

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

 

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Rente Bedrag Rente
Stand per 1 januari 40.600 0,95% 2.640 4,23%
Nieuwe leningen 4.800
Reguliere aflossingen -9.100 -66
Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 36.300 0,84% 2.574 4,28%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2020 is als volgt berekend: rente 2020 / stand 1-1-2020. Het gemiddelde rentepercentage eind 2020: rente 2021 / stand per 31-12-2020. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering. Per saldo lossen we € 4,3 miljoen af op de leningenportefeuille, zonder rekening te houden met nieuwe financieringen. 

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningbouwcorporaties 2.576
MFC Oldeberkoop 238
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 8
Dorpshuizen 18
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 300
Stichting Stimuleringsfonds (stimuleringsleningen) 200
Stichting Stimuleringsfonds (blijversleningen) 60
Stichting Stimuleringsfonds (duurzaamheidsleningen) 700
Stichting Stimuleringsfonds (startersleningen) 300
Stand per 31 december 2020 4.519

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven het drempelbedrag van 0,75% van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Voor Ooststellingwerf betekent dit dat er gemiddeld een bedrag van € 555.000 (dit is 0,75% van het begrotingstotaal van € 74 miljoen) op de gezamenlijke bankrekeningen mag staan. Het saldo daarboven moeten we afstorten bij het Rijk. Zie de tabel in de bijlage voor het overzicht schatkistbankieren.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille de komende jaren verder kunnen afbouwen door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.

Renteschema
Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Eén van de onderdelen is de gewijzigde rentetoerekening en de aanbeveling om onderstaand renteschema op te nemen. Elk jaar moet bij de jaarrekening de werkelijke doorbelaste rentelasten worden vergeleken met de voorgecalculeerde doorbelaste rentelasten. Als de afwijking meer dan 25% is dan moeten we overgaan tot correctie. In 2020 is dit niet het geval, zie onderstaande tabel.

x € 1.000
Renteschema werkelijk 2020 Bedrag
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 524
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 173
Saldo rentelasten en rentebaten 351
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 16
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 113
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening 115
voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
14
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 337
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen -
d2. Werkelijke rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 337
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 369
Verschil -32

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf wil met lef en passie werken aan duurzame en toekomstbestendige initiatieven. Groot en klein, van binnen en van buiten de organisatie. Met een mentaliteit die gebaseerd is op daadkracht, op 'meer doen, minder praten'. Vertrouwen in de kracht van medewerkers én inwoners is de basis onder het (samen)werken. We willen meer faciliteren dan regisseren, initiatief van buitenaf omarmen en zo het woon- werk-, en leefklimaat in Ooststellingwerf op continue basis verbeteren.

 

Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Interbestuurlijk toezicht
We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht/Wabo, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie.

Human Resource Management
Het is duidelijk dat de pandemie voor de activiteiten van HR bepalend is geweest. Alles is op alles gezet om medewerkers thuis te laten werken, dit te faciliteren, online trainingen aan te bieden en maatwerk te verrichten waar dat kon. Innovatie en het creëren van goede randvoorwaarden heeft dan ook vooral in het teken gestaan van de versnelde flexibilisering van de werkplekken. Medewerkers hebben een grote stap gemaakt in het digitaal werken. Dat zijn waardevolle vaardigheden voor de toekomst. In de loop van het jaar was de basis, wat dat betreft, op orde en is het gelukt om ook andere zaken op te pakken. Zo is er gewerkt aan de verdere inbedding van programmamanagement, het verder verbeteren van de kwaliteit van voorstellen en is de bestuursopdracht in het fysiek domein afgerond. Daarnaast zijn we voor vernieuwende vormen van samenwerken Scrum, Lean en klantreizen op zoek gegaan naar online varianten en kijken we, met participatie van medewerkers, vooruit naar de nieuwe balans in werken na corona.

Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Financiën, Planning & Control
De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol.

In 2019 en 2020 is onderzoek gedaan naar de kostenbeheersing in het Sociaal Domein. De focus voor 2020 is Wmo geweest. Er zijn Quickwins geformuleerd die in de begroting 2021 zijn verwerkt. Daarnaast zijn er mogelijke maatregelen geformuleerd. Die worden op een later moment ter besluitvorming aan u voorgelegd. 

In 2020 is onderzoek geweest naar de kostendekkendheid van de leges voor 2021. De nota leges wordt in 2021 volledig herzien voor de periode 2022 en verder in verband met de invoering van de omgevingswet en de wet kwaliteitsborging. Naast de nieuwe wetgeving worden ook de mogelijkheden onderzocht voor een uniform legesmodel (titel 2) in OWO verband. Daarnaast worden dan ook de visie op dienstverlening in combinatie met servicenormen en de uitkomsten van de financiële heroverwegingen betrokken.

De begroting 2020 is door 'Samen Waarmaken' weer in reëel en structureel evenwicht gebracht. Diverse ontwikkelingen zorgden er bij de kaderbrief 2021 voor dat het begrotingsperspectief vanaf 2022 negatief is. Ook de herverdeling van het gemeentefonds en de gevolgen van de coronacrisis zorgen voor onzekerheid. In 2021 wordt gestart met een heroverwegingsproces. Daarnaast gaan we in gesprek over de indeling van de Programmabegroting.

Juridische kwaliteitszorg (JKZ)
De juridische functie in de vakafdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) van het team Bedrijfsvoering zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridische advisering bij beleidsontwikkeling en uitvoering. Om deze kwaliteit te borgen blijven we investeren in kennis en kunde en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. Vóór de beperkingen als gevolg van de coronamaatregelen is van de geplande cursus privaatrecht wel de sessie voor beginners gehouden.

We blijven de 'informele aanpak' stimuleren en inzetten: eerst het goede gesprek. We zetten met goed resultaat (pre)mediation in. Dit blijkt ook uit de jaarverslagen van de Algemene en Sociale Kamer van de commissie van advies voor de bezwaarschriften en de klachtenfunctionaris over 2019. In de jaarvergadering van de klachtenfunctionaris en de bezwaarschriftencommissie werd door de klachtenfunctionaris en de voorzitters waardering uitgesproken voor de oplossingsgerichte aanpak van klachten en bezwaren. Voor de komende periode houden we er rekening mee dat de beperkingen als gevolg van de coronapandemie nog langere tijd zullen duren. We zetten voor de komende periode in op de beschikbaarheid van online juridische informatie op intranet. Daarnaast gaan we verder met de reguliere activiteiten voor juridische kwaliteitszorg.

Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Rechtmatigheid
Betrouwbaarheid en rechtmatig handelen binnen wet & regelgeving is een belangrijk punt voor de gemeente. Jaarlijks leggen we in het Interne Controle plan de uitvoering van de verbijzonderde interne rechtmatigheidscontrole vast. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden.

Inkoop

Zie paragraaf 10 OWO-samenwerking.

Informatiebeveiliging en privacy
Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik. In 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) in werking getreden, waarmee er één normenkader is ontstaan voor gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Ons informatiebeveiligingsbeleid is in 2020 geactualiseerd en volledig gebaseerd op het treffen van technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van dit normenkader.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Beveiliging van onze gegevens en sturen op houding en gedrag vraagt continu aandacht en investeringen. De gemeente heeft diverse instrumenten ingezet om de informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren. De gemeente heeft in 2020 zichtbaar voldaan aan de normen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van onze dienstverlening via DigiD en aan de specifiek normen welke gelden voor de BRP en de waardedocumenten, Suwinet, BAG, BGT en BRO.

Met de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn de eisen waaraan verwerkingen van persoonsgegevens moeten voldoen verscherpt. Burgers hebben het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. Ook hebben burgers het recht om gegevens uit de database te verwijderen, tenzij legitieme wettelijke vereisten dit voorkomen. De privacyrechten van burgers zijn daarmee uitgebreid en versterkt. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. In 2020 hebben we zichtbaar gewerkt aan de inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform de privacywetgeving. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en om inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels.

Communicatie, ICT en OWO afdelingen

Terug naar navigatie - Communicatie, ICT en OWO afdelingen

Communicatie
We spelen in op de belangrijke (online) trends en een eenduidige profilering van de gemeente over alle projecten en activiteiten heen. Niet alleen offline, maar we ontwikkelen ook online door, in beeld, tekst en video. We maken steeds meer gebruik van animatie, infographics en film. Naast uitvoerende activiteiten richtte communicatie zich ook dit jaar op het stimuleren, coachen en ontwikkelen van communicatiebewustzijn en -vaardigheden van de organisatie. We hebben een vernieuwde website en er kunnen steeds meer diensten online worden aangevraagd. We spelen een adviserende rol in de organisatieontwikkeling en participatievraagstukken. Communicatie richt zich op diverse onderwerpen zoals; Omgevingswet, zorgeconomie en Visie op Samenleven.

Informatie- en communicatietechnologie
Zie paragraaf 10 OWO-samenwerking.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking.
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen.
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise.
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker.
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor.

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2020 is begroot op € 112.000. Op basis van de afrekening is de werkelijke bijdrage € 99.000 geweest.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Resultaat x € 1.000 € 0
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Oosterman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Oosterman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers)).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken. En het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen
Financieel belang Bijdrage 2020 € 2.504.257:
1. Gezondheid € 186.437
2. Jeugdgezondheidszorg € 847.933
3. Veiligheid € 85.936
4. Brandweer € 1.383.951
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2019 € 5.266 1-1-2019 € 49.980
31-12-2019 € 3.615 31-12-2019 € 59.907
Resultaat x € 1.000 € -/- 524 (2019)
Risico's Als de VRF zich niet houdt aan afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Bos
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Financieel belang Onze exploitatiebijdrage voor de GR SW Fryslân voor 2020 bedraagt € 0
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2019 € 600 01-01-2019 € 5.661
31-12-2019 € 458 31-12-2019 € 5.161
Resultaat x € 1.000 € 0 (2019)
Risico's Als gemeente lopen we het risico dat het subsidietekort oploopt in de komende jaren. Daarnaast zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap
Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2020: € 78.306
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2019 € 665 1-1-2019 € 1.222
31-12-2019 € 697 31-12-2019 € 670
Resultaat x € 1.000 € 4 (2019)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De bijdrage is beperkt en de regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2020 € 367.373
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2019 € 647 1-1-2019 € 4.241
31-12-2018 € 1.365 31-12-2019 € 4.781
Resultaat x € 1.000 € 391 (2019)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. De FUMO vult een organisatie in op basis van uitgangspunten en een bedrijfsplan uit 2012. Intussen is gebleken dat die uitgangspunten niet meer actueel zijn. Dit verhoogt het risico van financiële tekorten in de aanloopfase. Diverse gemeenten, waaronder de OWO-gemeenten, hebben in een zienswijze aan de bel getrokken en dringend gevraagd om uiterst sober en zuinig te opereren. We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2019 € 369 1-1-2019 € 120
31-12-2019 € 334 31-12-2019 € 82
Resultaat x € 1.000 € 7 (2019)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld het teruglopen van de bouwactiviteiten in relatie tot de financiële crisis zoals we die in de afgelopen jaren hebben ervaren. Dit risico kunnen we verminderen door in te spelen en actief te reageren op ontwikkelingen en toekomstprognoses in de begroting. Zo kunnen we daar waar nodig bijsturen of zelfs maatregelen afdwingen om de begroting kostendekkend te maken voor de komende jaren. Dit alles conform de eisen en voorschriften zoals die zijn gesteld in de Gemeenschappelijke Regeling Hûs en Hiem.

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2019 bedraagt € 35.030 (Afvalsturing) en € 8.264 (NV Fryslan Miljeu)
Omvang van het vermogen x € 1.000 a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2019 € 50.585 1-1-2019 € 152.203
31-12-2019 € 57.000 31-12-2019 € 142.008
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2019 € 8.414 1-1-2019 € 16.324
31-12-2019 € 8.286 31-12-2019 € 17.225
Resultaat x € 1.000 a. € 6.536 (2019)
b. € 507 (2019)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het dividend over 2019 is € 23.774
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2019 € 4.991.000 1-1-2019 € 132.518.000
31-12-2019 € 4.887.000 31-12-2019 € 144.802.000
Resultaat x € 1.000 € 76.000 (2019)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2019 € 59 1-1-2019 € 1.057
31-12-2019 € 65 31-12-2019 € 1.045
Resultaat x € 1.000 € 6 (2019)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad ter decharge voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

De gemeente is van actief grondbeleid overgegaan naar facilitair grondbeleid. Daarbij is de nadruk komen te liggen op de uitvoering van de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). De gemeente heeft vanuit de Woningwet de volkshuisvestelijke taak. De RO taak is de zorg voor een goede ruimtelijke ordening uit hoofde van de procedures van de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

Faciliterend grondbeleid gaat uit van 'gebiedsontwikkeling door derden'. Uit Hoofdstuk 6.4 Wro vloeit voort dat het kosten verhaal daarbij verplicht is. De gemeente stelt het bestemmingsplan vast waarbij de kosten van gemeenschapsvoorzieningen worden verhaald. Dit gebeurt door het sluiten van een (anterieure) overeenkomst. Als dat niet lukt dient er een exploitatieplan opgesteld te worden.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het 'in de markt zetten' van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. De gemeenteraad stelt jaarlijks een notitie vast waarin de grondprijzen en de parameters staan.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/ internationale regelgeving:

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro)
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).


Het realiseren van gebiedsontwikkeling en volkshuisvesting vraagt om een op maat gesneden aanpak. De aanpak die de Woonvisie 2017-2022 voorstaat, is om het beleid verder uit te werken in (flexibele) uitvoeringsagenda’s. In de toekomst moeten we meer aandacht hebben voor het 'managen' van de gevolgen van de demografische ontwikkelingen. Dit heeft gevolgen voor onze in te zetten grondposities. Onze grondposities hebben we nu (grotendeels) aangewend voor zonnepaneelvelden.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving:

  • Richt het grondbedrijf zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Wro.
  • Voldoet het grondbedrijf aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft het grondbedrijf een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is het grondbedrijf robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is het grondbedrijf financieel transparant en gezond (inzet op maximale terugverdiencapaciteit).
  • Heeft het grondbedrijf nieuwe dwarsverbanden met de leefbaarheid.

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met het oog op de komst van de Omgevingswet (uitgesteld tot 1 januari 2022) hebben we voorbereidingen getroffen voor een nieuwe nota grondbeleid die in 2021 moet worden aangepast. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. 

Woningbouwopgave
De gemeentelijke woningbouwlocaties raken uitverkocht. Langedijke is in 2020 bijna volledig ingevuld, in Elsloo zijn 2 kavels onder optie en de overige 9 bouwterreinen zijn verkocht. In Donkerbroek-West zijn 2 kavels onder optie en de overige 9 verkocht. Met de corporaties Actium en WoonFriesland hebben we prestatieafspraken gemaakt voor 2021 over de volkshuisvestelijke opgave van Ooststellingwerf en zijn de prestatieafspraken van 2019 geëvalueerd. Actium is gestart met de herontwikkeling van het Haerenkwartier, hier worden 44 nieuwe woningen gebouwd en 127 gerenoveerd. 

In 2019 zijn met de provincie Fryslân afspraken gemaakt over het woningbouwvolume tot en met 2025. Het plan van aanpak woningbouw Ooststellingwerf met afwegingskader is in 2019 vastgesteld en is in uitvoering. Ook in 2020 zijn we in gesprek gebleven met de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij aandacht voor innovatieve woningbouw.

Complexen grondexploitatie
We zijn zeer terughoudend met de aankoop van grond, we zijn immers afgestapt van het actief grondbeleid. Temeer omdat een aankoop nagenoeg gelijk wordt gevolgd door een afwaardering. De gronden die door de gemeente zijn aangekocht behouden we na afwaardering. De reden daarvoor is dat we ze gebruiken voor zonnepaneelvelden.

Ontwikkelingen niet-woningbouw

  • Masterplan Oosterwolde Centrum - Venekoten Noord: het plan zet in op de verbetering van de openbare ruimte en het faciliteren van particulier initiatief.
  • Masterplan Regio Appelscha: het plan voorziet in maatregelen om recreatie en toerisme te stimuleren.

Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: een strook bedrijfsterrein is ontsloten; deze grond is bijna voor de helft uitgegeven. De rest is in optie of nog vrij. Het Masterplan Oosterwolde Centrum - Venekoten Noord zet in op de revitalisering van het gebied Venekoten-Noord.
  • Oosterwolde Ecomunity: dit is een particulier initiatief, gericht op de realisatie van een hoogwaardig duurzaam bedrijvenpark met een kenniscentrum.
  • Haulerwijk De Turfsteker: in Haulerwijk is nog een gedeelte van het bedrijventerrein beschikbaar. 

 

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Gemeentelijke woningbouwlocaties

Stand van zaken:

  • Langedijke: 12 verkocht en 1 in optie
  • Elsloo: 9 verkocht; 2 optie
  • Donkerbroek West: 8 verkocht; 2 optie; 1 beschikbaar


Particuliere ontwikkelingen

  • In Haulerwijk is in 2020 het project Sinnesicht opgeleverd. Het plan bestaat uit 6 bungalows en 15 appartementen. Het bestemmingsplan voor de bouw van 7 rijwoningen aan de Meester van Ekstraat is vastgesteld. Deze woningen zijn allemaal verkocht en zullen naar verwachting in 2021 worden opgeleverd.
  • In Oosterwolde is op het terrein waar voorheen de coöperatieve zuivelindustrie “De Zuid-Oost-Hoek” was gelegen, het woningbouwproject De Wrongel in ontwikkeling. Er komen vrijstaande, half
    vrijstaande, rijwoningen en ook zorgappartementen voor ouderen. De omgevingsvergunning voor de bouw van het woonzorggebouw is in 2020 verleend. In 2020 zijn 10 zelfstandige woningen opgeleverd. In Oosterwolde is daarnaast het bestemmingsplan voor de realisatie van 55 appartementen aan de Dertien Aprilstraat in 2020 onherroepelijk geworden.
  • In Appelscha is op het voormalige terrein van het miniatuurpark, nu gelegen aan de nieuwe straat ´Het Oldehof´ het project 'Klein Appelscha' gerealiseerd. In de zomer van 2020 zijn hier 32 huurwoningen met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens opgeleverd. In december zijn hier 23 particuliere koopwoningen gereed gekomen.

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen hoog risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden (inclusief de winst bij afsluiting van de complexen) toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Hierbij volgen wij overeenkomstig de nieuwe voorschriften het systeem van de POC (percentage of completion). 

Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) wordt de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting verrekenen we, mits aan de orde, met het betreffende complex.

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen ten gevolge van een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen. Er wordt nu gekeken naar het 'percentage of completion'. De tussentijdse winstneming was voor 2020 € 2.161.882.

De stand van de reserve is per 31-12-2020 € 1.054.788. Naast een bedrag van € 473.373 als ARG, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 581.415 beschikbaar.

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot een bedrag van € 1.000.000 per jaar. De voorwaarden om het krediet aan te mogen spreken staan in de ‘Nota Grondbeleid’ (zie financiële verordening 2020 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid). In 2020 hebben wij dit budget ingezet voor de strategische aankoop van een woning gelegen aan Venekoten 14 te Oosterwolde.

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar).

Paragraaf 8 | Gebiedsuitwerking

Paragraaf 8 | Gebiedsuitwerking

Terug naar navigatie - Paragraaf 8 | Gebiedsuitwerking

De maatschappij is altijd in beweging. De afgelopen jaren heeft de Rijksoverheid de beleidslijn ingezet van een terugtredende overheid naar meer initiatief voor de maatschappelijke instellingen. Deze paragraaf geeft inzicht in de veranderende maatschappelijke setting, om het voorzieningenniveau en de (fysieke en sociale) leefbaarheid ook in de toekomst in stand te houden. Inwoners krijgen en nemen steeds meer het initiatief voor de inrichting van hun eigen omgeving. Ook stimuleren we dorpen om meer samen te werken.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Blik op de toekomst
Het primaat van de inrichting van de maatschappij komt steeds meer bij de inwoners te liggen. De term participatiemaatschappij blijft steeds meer bij. Inwoners krijgen en nemen steeds meer het initiatief voor de inrichting van hun eigen omgeving. Als gevolg hiervan neemt de zeggenschap van inwoners toe.

Uitvoeringprogramma 2018-2022
Het Uitvoeringsprogramma 2018-2022 is een integrale vertaling van de voornemens uit het Raadsprogramma 2018-2022 en het Coalitieakkoord 2018-2022. U heeft op 17 juli 2018 ingestemd met het verwerken van het uitvoeringsprogramma (inclusief met moties en amendementen) in de Programmabegroting 2019-2022. Speerpunten hierin om de leefbaarheid te borgen zijn het in standhouden van de dorpsbudgetten voor alle inwoners, de vervolgstap om actief in te zetten op Participatie en het continueren van Het Fonds in de periode 2018-2021.

Omgevingswet
De geplande datum van in werking treden is nu 1 januari 2022. De wet voorziet in het vaststellen van een omgevingsvisie; deze staat gepland voor het eerste halfjaar van 2021. Als deze visie door de raad is vastgesteld vervalt de Structuurvisie 2010-2020-2030 en de daaraan gekoppelde notitie Platteland aanzet.

Beleid
In het voorjaar van 2012 is de notitie ‘Platteland aanzet’ (Kaders gebiedsuitwerkingen) vastgesteld, met als doel het waarborgen van de leefbaarheid en de kwaliteit van de voorzieningen. Deze notitie is een uitvloeisel van de Structuurvisie 2010-2020-2030; Ooststellingwerf, de grenzeloze toekomst. Deze is op 15 september 2009 vastgesteld. In deze visie komen drie relevante zaken naar voren:

  • De demografische veranderingen.
  • De voorzieningen voor de inwoners.
  • De indeling van de gemeente in vier overlappende gebieden.


U heeft in het voorjaar van 2012 ook kennisgenomen van de notitie 'Voortgang pilot dorpsagenda’s / gebiedsagenda’s' en ingestemd met de gewijzigde aanpak in het vervolgtraject (= versnellen en vereenvoudigen). Doel hiervan is de toegankelijkheid en de kwaliteit van de voorzieningen te waarborgen, de samenwerking tussen de dorpen te stimuleren en het opstellen van dorps- en gebiedsagenda’s in de vier gebieden. De notitie stoelt op de volgende uitgangspunten:

  • Dorpsagenda’s focussen op leefbaarheid op dorpsniveau.
  • Notitie 'Platteland aanzet' geeft gemeentelijke kaders en uitgangspunten.
  • Gebiedsagenda’s focussen op het delen van voorzieningen door de dorpen in een gebied.
  • Het opstellen van dorpsagenda’s versnellen en vereenvoudigen.
  • Versneld opschalen naar gebiedsagenda’s.


In april 2018 heeft u ingestemd met de notitie 'Participatie in Ooststellingwerf, samen aan de slag!'. Centraal hierbij is de vraag: Hoe kunnen we de kracht van de gemeenschap optimaal benutten voor het invoeren van alle vormen van participatie? Dit willen en zullen we ook toepassen het uitvoeren van nieuwe en bestaande beleidsdoelstellingen. Burger- en overheidsparticipatie krijgen de komende periode een stevige verankering in het gemeentelijk bestel. We willen een gemeente zijn die dicht bij de inwoner staat en als betrouwbaar en betrokken wordt ervaren. Door gebruik te maken van de diverse participatievormen, gaan we de mogelijkheden van het particulier initiatief nog meer stimuleren.

Gebiedsbeleid

Terug naar navigatie - Gebiedsbeleid

 

 

Dorpsbudgetten 
Vanaf 2011 ontvangt elk dorp en de 4 wijken in Oosterwolde een eigen budget (€ 1.000 per dorp/€ 250 per wijk + € 1 per inwoner). Dit is bedoeld om de sociale samenhang en de zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid van de dorpen en wijken te stimuleren. Maar ook voor het ondersteunen van activiteiten en projecten op het niveau van dorpen en wijken. De dorpsbudgetten voorzien in een behoefte en functioneren naar volle tevredenheid Bij de Programmabegroting 2018-2021 zijn de dorpsbudgetten structureel verhoogd met € 25.000 tot € 65.000.

De dorpen/wijken zijn zelf verantwoordelijk voor de besteding, zonder tussenkomst van de gemeente. Dit is bedoeld om de dorpen/wijken leefbaar te houden. Hiervoor is ook het Project Dorps- en Wijkbeheer gestart. Dit is een samenwerkingsverband van de buitendienst, Caparis en de dorpen/wijken, bedoeld om de dorpen/wijken te ondersteunen met het treffen van maatregelen en voorzieningen in de openbare infrastructuur.

Participatie 
Door het toepassen van overheidsparticipatie streven we het volgende na:

  • Toename van betrokkenheid van onze inwoners bij vraagstukken in hun dorp/wijk.
  • Toename van ervaren zeggenschap en eigenaarschap en (3) toename van het lerend vermogen van de gemeentelijke organisatie.

Het beschikbaar gestelde budget voor participatie is bij de begroting 2020 toegevoegd aan de reserve Ambitiefonds.

Het Fonds
In 2020 hebben 15 initiatieven een bijdrage ontvangen uit het fonds. Door corona is de stijgende lijn in aanvragen van de voorgaande jaren niet doorgezet. In totaal is voor ruim € 151.000 aan subsidies verstrekt. Dit betekent dat er bijna € 100.000 aan budget wordt doorgezet naar 2021. Verder hebben een aantal initiatieven uit 2019 meer ruimte gekregen omdat uitvoering in 2020 niet mogelijk bleek.

Bottum-up projecten in relatie tot de Streekagenda Zuidoost Fryslân 
Het project Plattelânsprojecten is gestopt en vervangen door het Iepen Mienskipsfûns. De gemeentelijke cofinanciering is vervallen, maar de doelstelling is niet gewijzigd. Jaarlijks worden diverse Ooststellingwerfse projecten vanuit het Iepen Mienskipsfûns gesubsidieerd.

Aanvalsplan Aandachtsgebieden/gelden Benedictus 
In 2011 is het project Aanvalsplan Stimuleringsregeling Aandachtsgebieden Fryslân gestart met een doorlooptijd tot 2024. Dit project is gericht op de wijken Haerenkwartier en Oosterwolde-Zuid. Het omvat een integrale aanpak van de problematiek op fysiek en sociaal terrein in deze wijken, in samenspraak met de bewoners. Oosterwolde Zuid wordt inmiddels niet meer aangemerkt als Aandachtsgebied. Voor 2020 tot en met 2023 is er weer subsidie beschikbaar voor de aandachtsgebieden vanuit de provincie Fryslan (€ 410.000). Er is een plan van aanpak Aandachtsgebieden 2020-2023 en een Uitvoeringsagenda opgesteld voor de Aandachtsgebieden Haerenkwartier, Haulerwijk en Algemeen. Hier wordt vanaf 2020 uitvoering aan gegeven .

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Terug naar navigatie - Paragraaf 9 | Duurzaamheid

In december 2020 heeft u de Nota van Uitgangspunten Duurzaam Ooststellingwerf 2021 - 2025 vastgesteld. Dit is een doorstart van de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030. Op basis van ervaringen en resultaten zijn de doelen en ambities aangescherpt. De focus ligt op de thema’s Energietransitie, Klimaatadaptatie en Circulaire Economie. Samen met inwoners, bedrijven en instellingen stellen we per thema een uitvoeringsagenda op, waarin we de weg naar realisatie met u vastleggen. De uitvoeringsagenda bevat subthema’s met concrete projecten en een financiële onderbouwing. De voortgang wordt gerapporteerd via de PenC-cyclus. We rapporteren dan niet alleen over de resultaten, maar ook waar we staan in de verschillende benchmarks zoals de gemeentelijke duurzaamheidsindex, de Klimaatmonitor, etc.

Energie

Terug naar navigatie - Energie

Doelstelling: een duurzame, energieneutrale gemeente in 2030 (Programma 3, Thema 3.3.1)
In 2030 gebruiken we niet meer energie (in TJ) dan we zelf duurzaam opwekken. We gebruiken zo spaarzaam mogelijk energie en als we energie gebruiken, doen we dat zo efficiënt mogelijk. Energie wekken we duurzaam op, met zo min mogelijk uitstoot van CO2. Door energieneutraal te worden, verlagen we onze CO2-uitstoot substantieel. Om onze doelstelling te behalen, moeten we flink versnellen. We blijven daarom inzetten op energiereductie en het duurzaam opwekken van energie.

Om onze ambitie te realiseren, zetten we in op het optimaal benutten van aanwezige potenties voor de opwekking van duurzame energie (zoals zon op dak), verduurzaming van de bebouwde omgeving en onderzoeken we de mogelijkheden voor duurzame vormen van mobiliteit. We verbinden en onderzoeken de mogelijkheden voor lokale energienetwerken (Smart Grids *1). Opslag van energie is daarin ook een onderwerp van groot belang. Nieuwe duurzame vormen van mobiliteit dragen bij aan onze verduurzaming en houden ons gebied ook in de toekomst voor iedereen bereikbaar. We volgen de ontwikkelingen op dit gebied en stimuleren zo goed als mogelijk. Verder willen we waterstofgas als energiedrager verder ontwikkelen. Om inzichtelijk te krijgen welke maatregelen noodzakelijk zijn om onze ambitie voor 2030 te halen, ontwikkelen we een energietool.

1) Smart grid is een elektriciteitssysteem dat gebruikmaakt van informatie, tweerichtingsverkeer, communicatietechnologieën en computerintelligentie op een geïntegreerde manier voor elektriciteitsopwekking, -distributie en -consumptie.

Van afval naar grondstof

Terug naar navigatie - Van afval naar grondstof

Doelstelling: een duurzaam schone leefomgeving, niet meer te verbranden restafval dan 100kg per inwoner per jaar én 75% recyclen van het ingezamelde afval in 2020 (Programma 3, Thema 3.3.2)
We zetten in op meer scheiding en minder restafval. Nascheiding van grondstoffen uit het restafval vindt plaats bij Omrin.

Samen met inwoners, plaatselijke belangen en buurtcommissies blijven we inzetten op een schone en veilige leefomgeving. Vooralsnog worden projecten en acties met betrekking op de leefomgeving zoals aanpak zwerfafval en hondenpoep gecontinueerd. 

Biobased Economy

Terug naar navigatie - Biobased Economy

Doelstelling: ontwikkelen van een Biobased economie (Programma 3, Thema 3.1.2)
Het ‘Uitvoeringsprogramma Biobased economy 2016 - 2020' is afgerond en geëvalueerd. We willen de komende periode door met de lijn die we hebben ingezet voor dit thema. De strategie voor een Biobased economy en de uitvoering geven we vorm in het nieuwe programma Duurzaam Ooststellingwerf 2021 -2025. 

Biodiversiteit

Terug naar navigatie - Biodiversiteit

Doelstelling: overal waar mogelijk passen we beheer op biodiversiteit toe en creëren we bewustwording en draagvlak door het belang van biodiversiteit actief uit te dragen (Programma 3, Thema 3.3.1)
In onze gemeente wordt het nieuwe biodiversiteitsbeheer op steeds meer plekken zichtbaar. Bijvoorbeeld door verschraling van onze bermen en aanleg van bloemrijke bermen. We willen meer samenwerken met inwoners en ondernemers om biodiversiteit onder de aandacht te brengen en te bevorderen. Ook het Wetterskip Fryslân is een partner; biodiversiteit is immers meer dan alleen groen. We continueren ons huidige beleid, maar zetten in op versnelling van uitvoering van projecten en acties. In 2019 is het plan van aanpak Biodiversiteit vastgesteld en zijn activiteiten in gang gezet om tot een biodiversiteitsplan te komen.

Duurzaamheidslening en stimuleringsregeling duurzame initiatieven (postcoderoos regeling)

Terug naar navigatie - Duurzaamheidslening en stimuleringsregeling duurzame initiatieven (postcoderoos regeling)

In het fonds (SVN) Duurzaamheidslening zit € 500.000. Hieruit worden leningen verstrekt aan de inwoner van de gemeente Ooststellingwerf. In 2019 is het budget structureel met € 200.000 verhoogd. In 2019 is het budget voor de stimuleringsregeling duurzame initiatieven verhoogd naar € 200.000. 

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën
x € 1.000
Financiën paragraaf 9 Duurzaamheid
Eenmalig
Biobased Economy 111
Biodiversiteit 5
Lasten Reductie Regeling Energie 185
Specifieke uitkering Reductie Regeling Energie -185
Structureel
Aanpak zwerfvuil- himmelwike (niet doorgegaan vanwege corona) 0
Milieu-educatie 7
Uitvoeringsplan extra aanpak zwerfafval (tot en met 2022) 25
Budget milieubeleid 70
Uitvoeringsbudget duurzaamheid 39
Uitvoering energieloket (tot en met 2023) 4
Opbrengst retributie zonnepaneelvelden -122
Daarnaast ook:
Duurzaamheidslening (refundable) 207
Stimulering duurzame initiatieven (refundable) 40

Paragraaf 10 | OWO-samenwerking

Paragraaf 10 | OWO-samenwerking

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 | OWO-samenwerking

Bestuursovereenkomst
De bestuursovereenkomst OWO-samenwerking van 2015 heeft per 1 juli 2017 de voltooiing van de bouw van de drie OWO-afdelingen bereikt. Na de bouwfase verkeren de OWO-afdelingen nu in de fase van continue verdere ontwikkeling en professionalisering en dat verloopt naar wens. De OWO-afdelingsplannen zijn de basis voor de onderlinge ambities, de bestaande afspraken en de financiële vereffening en verrekening tussen de drie gemeenten. Een uniek construct in Nederland. Nieuwe plannen of beleidsopgaven pakken de drie gemeenten, waar mogelijk, gezamenlijk op. Bij actuele of nieuwe (beleids)vraagstukken maken de OWO-gemeenten gebruik van elkaars kennis, kunde en/of capaciteit. Op deze manier lukt het de drie gemeenten om sneller en effectiever in te spelen op landelijke, provinciale of regionale opgaven. Een mooi voorbeeld hiervan is de invoering van de Omgevingswet.

OWO-visie
In 2020 is door de OWO-Regiegroep (de burgemeesters en de gemeentesecretarissen van de drie OWO-gemeenten) invulling gegeven aan de wens van de drie gemeenteraden om een OWO-visie te ontwikkelen. Veel zaken gaan goed, sommige onderdelen kunnen en moeten beter. Om het goede te behouden en samen nog sterker te worden, is de OWO-visie ontwikkeld. De colleges hebben ervoor gezorgd dat er een zorgvuldig proces is doorlopen zodat alle stakeholders zijn betrokken. Dit heeft ertoe geleid dat de drie burgemeesters als portefeuillehouders, namens de drie OWO-colleges, met trots de OWO-visie eind 2020 aan de raden hebben kunnen presenteren.

In de OWO-visie staat een tiental prioriteiten omschreven waarmee de OWO-samenwerking, gelet op alle ontwikkelingen buiten en binnen, aan de slag is en blijft. Cliché of niet, maar ‘stilstand is achteruitgang’ en dat ligt op de loer als de samenwerkende gemeenten hier geen aandacht aan besteden. Deze prioriteiten zijn:

  1. OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen
    OWO 2.0 - zoektocht OWO-identiteit 
  2. Ambities en inrichting dienstverlening
  3. Doorontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
  4. Datagedreven werken
  5. Positioneren verzekeringen
  6. Harmonisatie APV
  7. Actualiseren VTH-beleidsplan
  8. Omgevingswet
  9. Informatieveiligheidsbeleid en privacy
  10. Innovatie

 

OWO-afdelingen: het fundament van onze samenwerking
OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer een derde van de medewerkers.

Ook buiten onze gemeenten is de OWO-samenwerking een begrip. Een bijzonder en uniek samenwerkingsverband: samen waar het kan én met behoud van eigenheid. Onverminderd zetten de afdelingen zich in voor de vier K’s:
1. meer Kwaliteit
2. vergroten Kennis
3. vermindering Kwetsbaarheid
4. minder (meer)Kosten

In 2020 zijn op het vlak van de vier K’s mooie resultaten geboekt. De personele bezetting op de Backoffice Sociaal Domein is kritisch onder de loep genomen. Door onder andere de digitalisering van het berichtenverkeer en door processen anders in te richten, konden werkzaamheden efficiënter uitgevoerd worden en is het mogelijk geweest om formatie in te leveren in 2020. Door vacatureruimte niet meer in te vullen na pensionering of vertrek van medewerkers is een bedrag van € 155.000 bespaard.

Op grond van de Wet VTH en het daaraan gekoppelde Besluit VTH zijn in de loop van 2020 verplicht taken op het terrein van bodem, asbest en inrichtingen overgedragen aan de FUMO. Structureel levert OWO-VTH vanaf 2021 1,1 FTE in. Door de schaalvergroting, als gevolg van de OWO-samenwerking, kan meer gewerkt worden met een flexibele schil waardoor de verrekening van de taakoverdracht snel gerealiseerd kon worden en is al in 2020 een structurele besparing van € 83.000 gerealiseerd.

In het navolgende deel van de paragraaf wordt per OWO-afdeling verantwoord over de ontwikkelingen en werkzaamheden in 2020. De financiële cijfers zijn verwerkt in de jaarrekeningen van de drie huizen. En zijn, waar nodig, bij het desbetreffende programma toegelicht.

 

Afdeling Beheer en Registratie

Terug naar navigatie - Afdeling Beheer en Registratie

Team Belastingen & Vastgoedinformatie

Doorontwikkeling digitale dienstverlening
Het verzoek om kwijtschelding gemeentelijke belastingen, het versturen van aanslagen via MijnOverheid, het indienen van een bezwaar, het aanmaken en intrekken van een automatische incasso en het wijzigen van een bankrekeningnummer zijn gerealiseerd; in 2020 is een begin gemaakt met de aangifte toeristenbelasting.

Zelfevaluaties voor de BAG en de BGT (ENSIA-methodiek)
De zelfevaluaties voor 2019 zijn aangescherpt en het resultaat is te zien in de rapportage van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van mei 2020. De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) hebben de maximale score behaald. De Basisregistratie Ondergrond (BRO) is nieuw en de behaalde score is 83,3 procent en zit daarmee ruim boven de gestelde norm van zestig procent. De rapportage over 2020 wordt in mei 2021 verwacht.

Doorontwikkeling van GEO-informatie
Team Belastingen & Vastgoedinformatie (BVI) beheert een schat aan data (BAG, GIS, BGT) en is in 2020 gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden (intern en extern) van het gebruik en het onder de aandacht brengen bij de moederorganisaties. Er zijn veel verschillende kaartenlagen aangebracht in Iris, het informatieprogramma met kaartmateriaal. Dit wordt OWO-breed gebruikt voor allerlei informatie, van kadastrale gegevens tot het weten waar de riolering ligt of waar welke bomen staan. De kaarten zijn opgewerkt en aanwezig met de input van alle afdelingen. Het onderzoek naar de doorontwikkeling valt samen met het verder ontwikkelen van datagedreven werken.

Samenhangende objectenregistratie (SOR)
Dit is een langdurig traject dat heel langzaam wordt doorgevoerd. Het project wordt vanuit het ministerie van BZK begeleid. Ook de Waarderingskamer houdt zich bezig met deze nieuwe ontwikkeling. Dit betekent het creëren en borgen van afstemming tussen de BGT-, BAG-, BOR- (Beheer Openbare Ruimte) en WOZ- (Waardering Onroerende Zaken) registraties. In 2020 is gestart met het koppelen van de BAG en de BGT.

Digitaal werken buitendiensten
De drie buitendiensten en de gegevensbeheerders van de BGT en BOR werken digitaal samen. Ze werken met GBI online voor het digitaal registreren en melden van mutaties in de openbare ruimte. Team BVI ondersteunt met de inrichting, uitleg en verwerking van de gegevens. Deze werkwijze heeft zijn intrede gedaan en loopt naar volle tevredenheid van alle partijen.

Aanpassen aanslagen
In 2020 gebruiken we geen OLA’s, de overschrijvingskaarten die aan de aanslag hangen, meer. De aanslag komt eruit te zien als een factuur. Alleen bij de Diftar is nog sprake van OLA’s, bij de overige aanslagen niet. Dit gebeurt nu ook met de aanslagen die naar de Berichtenbox van MijnOverheid worden gestuurd.

Taxatie van inhoud naar oppervlakten
Dit project loopt op schema: op 31 december 2020 was 98 procent omgerekend naar de gebruiksoppervlakte. De Waarderingskamer heeft de aanpak zeer gewaardeerd en ons gecomplimenteerd. Aan het einde van het tweede kwartaal 2021 is het afgerond en gaat het testen beginnen.


Overig

  • Participatie in de uitrol en ondersteuning van de Omgevingswet onder andere bij de DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet); deelname aan de afzonderlijke projecten van de OWO-gemeenten.
  • Duurzaam personeelsbeleid zoals uitwisseling en mobiliteit, opleidingsmogelijkheden en eigenaarschap van eigen taken; een continu proces van aandacht waarbij ook in deze tijd flink gebruik gemaakt wordt van scholing/opleidingen dan wel bijscholing.
  • Er is in 2020 gestart met het in kaart brengen van de personele bezetting van het cluster Invordering en het cluster BGT/GEO/WOZ om de toekomstige (verplichte) ontwikkelingen vanuit onder andere het ministerie van BZK en Waarderingskamer en tevens de wensen vanuit de moederorganisaties te kunnen oppakken en de kwaliteit te kunnen waarborgen; ondersteuning door de inventarisatie en optimalisatie van de werkprocessen en de daarmee samenhangende personele bezetting goed in kaart brengen, gebruikmakend van de Lean-methodiek.
  • Bij het ontstaan van vacatures is in beeld gebracht hoe de vacature kan bijdragen aan de verdere doorontwikkeling van dat betreffende cluster.
  • Deelname aan de Europese aanbesteding voor de belastingapplicaties en de BAG; in de toekomst ketengericht werken gebruikmakend van berichtenverkeer in een omgeving die voldoet aan een kwalitatief en efficiënter niveau van werken.


Team Backoffice Sociaal Domein
Uitvoering abonnementstarief
Door landelijke ICT-vertragingen konden pas eind augustus 2020, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020, de inwoners met een eigen bijdrage verschuldigde Wmo-voorziening worden doorgegeven aan het CAK.

Invoering PGB 2.0
Invoering is voor gemeenten uitgesteld tot 2023. We volgden de webinars van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en bleven op de hoogte van de diverse ontwikkelingen.

Inbreng OWO- en gemeentelijke taskforces
Team Backoffice Sociaal Domein participeerde actief in taskforces en projectgroepen die gericht zijn op meer grip op de kosten in het Sociaal Domein met als doel de tekorten terug te dringen. Hieronder viel ook het OWO-brede onderzoek naar Grip op Jeugd.

Uitvoering totale factuurstroom Sociaal Domein
Vanaf 1 januari 2020 verlopen alle facturen op cliëntniveau via C-sam en Team Backoffice Sociaal Domein. Voorbeelden hiervan zijn de facturen Werk van Ooststellingwerf en Weststellingwerf en de taxinota’s van Weststellingwerf die altijd nog een aparte route via Key2financiën volgden. In 2021 volgen het leerlingenvervoer en voorschotten in het kader van de Participatiewet.

Invoeren i-standaarden en standaard administratieprotocol
Om de administratieve lastendruk bij zorgaanbieders te verminderen, zijn er landelijk standaard administratieprotocollen opgesteld. Deze volgden we nauwgezet en hebben we doorgevoerd. In 2020 zijn de nieuwste standaarden iWmo/iJw doorgevoerd waarbij er op 1 januari 2021 een major release heeft plaatsgevonden.

Overig

  • Afgelopen jaar heeft de focus door de coronabeperkingen en het thuiswerken vooral op het op orde houden van onze eigen processen en welbevinden van medewerkers gelegen en is minder ingezet op het extra ondersteunen van de Gebiedsteams.
  • De digitalisering van de mutatieformulieren en dossiers van de gemeente Opsterland is in 2020 voorbereid wordt met de komst van i-documenten Opsterland in het eerste kwartaal van 2021 afgerond. Onder andere door de grote tijdsinvestering in de aanbesteding en de coronabeperkingen heeft dit langer geduurd.
  • De komende jaren zullen administratieve processen digitaler en optimaler verlopen door proactief in te spelen op veranderingen en in te zetten op regie. Daarnaast hebben we te maken met een grote groep medewerkers die komende jaren met pensioen gaan. Dit biedt (ontwikkel)kansen voor medewerkers en de organisatie.
  • Deelname aan de Europese aanbesteding voor het Sociaal Domein.


Datagedreven werken

De OWO-gemeenten willen zich ook verder ontwikkelen in het (meer) datagedreven werken. Om deze reden heeft het in de loop van 2020 een plek gekregen in de prioriteitenlijst van de OWO-samenwerking en is meegenomen in de eind 2020 aan de drie gemeenteraden aangeboden OWO-visie.

Binnen de OWO-gemeenten heeft nog niet iedereen eenzelfde beeld van het begrip datagedreven werken en dat maakt het lastiger om de juiste aanpak te hanteren en de organisaties in beweging te krijgen. Een OWO-werkgroep heeft het memo ‘Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten’ geschreven aan de hand waarvan nu verder wordt gewerkt. In dit memo wordt ingegaan op wat datagedreven werken is, wordt duidelijk gemaakt wat de toegevoegde waarde is en wordt het plan van aanpak voor de OWO-gemeenten uiteengezet. Eind 2020 is ook een onderzoek uitgevoerd naar gegevensmanagement binnen de OWO-gemeenten. Gegevensmanagement is het fundament van de gemeentelijke informatievoorziening en is een grondvoorwaarde voor het kwalitatief en kwantitatief beheersbaar houden van gegevens.

In december 2020 is een bijeenkomst geweest van de werkgroep met de programmamanager datagedreven werken van de gemeente Súdwest-Fryslân, één van de oprichters van DataFryslân. Deze bijeenkomst heeft duidelijk gemaakt dat een aantal zaken van groot belang is om datagedreven werken succesvol in te voeren. Het gaat dan om het creëren van draagvlak door met elkaar eenzelfde beeld te hebben over wat datagedreven werken is, het bekend en vertrouwd raken met de mogelijkheden die data(gedreven werken) biedt en dat bij de verantwoordelijkheid voor de processen ook de verantwoordelijkheid voor de onderliggende data hoort. Het credo daarbij is: klein beginnen met aansprekende businesscases met duidelijke toegevoegde waarde.

 

Afdeling Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Afdeling Bedrijfsvoering

De afdeling Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor Informatisering en automatisering, Business Intelligence, de documentaire informatievoorziening, de personeels- en salarisadministratie, inkoop en verzekeringen en de financiële administratie.


Informatisering en Automatisering (I&A)
ICT is niet meer weg te denken uit ons functioneren, onze manier van werken en communiceren. Onze ICT is er voor ruim 80.000 inwoners en bedrijven en ongeveer 900 gebruikers in ons OWO-netwerk.

2020: coronapandemie en de versnelde vlucht naar digitaal (thuis)werken
De crisisbeheersing rondom het coronavirus heeft in 2020 ertoe geleid dat de transitie gemaakt is met de drie gemeenten van binnenshuis werken naar het thuiswerken en digitale bestuurlijke besluitvorming. Deze transitie is geslaagd en in zeer korte tijd gerealiseerd. Een en ander heeft het thuiswerken, flexibel werken, met andere middelen en niet op locatie werken versneld. Het aanschaffen en uitreiken van laptops is daar een voorbeeld van. In 2020 heeft een majeure verstrekking en inrichting van het mobiele device landschap plaatsgevonden en is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn van en voor het functioneren van de drie OWO-gemeenten.

De thuiswerkomgeving en -mogelijkheden zijn opgeschaald, Zoom en MS Teams zijn ingezet, de MiCollab app wordt breed gebruikt, er zijn ruim tweehonderd laptops ingericht en als toepassing voor flexibel werken en voor thuiswerken beschikbaar gesteld. Tevens hebben de raadsvergaderingen en besluitvormingen digitaal plaatsgevonden en zijn, waar nodig, ondersteund. Ook de extra beveiligingsmaatregelen, zoals onder andere 2-factor-authenticatie (2FA), mogen in deze opsomming niet ontbreken. De gerealiseerde (digitale) voorzieningen in 2020 kunnen we ook in 2021 gebruiken en voortzetten. Door het vele digitale werken hebben ook de beveiligingsvraagstukken een vlucht genomen. Deze zijn in beeld en zijn of worden opgepakt.

Documentaire Informatievoorziening (DIV)
De nazorg van de invoering in 2019 en 2020 van het zaakgericht werken in OWO-samenwerking vraagt aandacht. Zaakgericht werken biedt centraal inzicht in alle lopende zaken en ondersteunt volledige digitale dossiervorming. In 2020 is de uitfasering en ontsluiting van informatie van de oude documentaire management systemen, zoals Corsa en Decos, doorgevoerd. De oude opzet met meerdere verschillende systemen is daarmee omgebouwd naar een generiek zaaksysteem met een digitaal documentair management systeem. Omdat de oude werkwijzen en dossiers nog afwikkeling en dossiervorming vragen of conversie naar de nieuwe systemen is hierop extra capaciteit gezet. Een majeure klus die in de komende jaren nog weggewerkt moet worden.

Door de gevolgen van corona is een aantal werkzaamheden, die gepland waren in 2020, niet of nog niet uitgevoerd. De coronapandemie heeft inhuur in het eerste en tweede kwartaal vertraagd waardoor de geplande activiteiten in de tijd zijn opgeschoven en de werkmassa is blijven liggen. Dit neemt niet weg dat de werkzaamheden alsnog plaats moeten vinden.


Inkoop
Wij faciliteerden, motiveerden en stuurden centraal op onze OWO-inkoop beleidsdoelen: lokale en regionale inkoop daar waar dat kan, Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI), ambitiedocument circulaire economie Fryslân, bevorderen duurzaam inkopen en op landelijk niveau is meegedaan aan het traject Beter Aanbesteden. Dit laatste heeft als doel het verbeteren van inkoop van diensten en producten zodat het slimmer, beter en makkelijker wordt voor zowel ondernemers als overheden. In de zomer en het najaar 2020 is Inkoop met een ombuigingsvoorstel voorstel gekomen om een bijdrage te leveren aan de begroting door slimmer, centraler en integraal in OWO in te kopen. Een uitwerkingsplan wordt in 2021 gepresenteerd.

In 2020 zijn twee grote Europese aanbestedingen opgestart en door Inkoop begeleid: de aanbesteding voor ons financiële pakket in de drie gemeenten en de aanbesteding voor een groot deel van onze ICT-applicaties. Beide Europese aanbestedingen lopen in 2021 door en worden naar verwachting in 2021 afgerond.


Verzekeringen
In 2020 is het OWO-verzekeringsbeleid uitgewerkt en besproken met alle betrokkenen. In het eerste kwartaal van 2021 volgt een definitieve uitwerking, gevolgd door een uitvoeringsnotitie waarin onder meer werkprotocollen, procedures en aanpassing van systemen beschreven worden. In 2020 is gewerkt aan het gezamenlijk integreren van de diverse verzekeringsportefeuilles en het hierop collectief inkopen. Schademeldingen en schadeclaims zijn met betrokkenen en verzekeraars afgewikkeld.


Financiële administratie
Het op tijd binnen de gestelde wettelijke kaders betaalbaar stellen van facturen is een continu proces, waarbij de norm is dat minimaal 95 procent van de onbetwiste facturen binnen dertig dagen betaald is. Dit ontzorgt ondernemers en burgers financieel. De OWO-gemeenten betalen snel en op tijd. Daarnaast is het verwerken, muteren en verantwoorden van onze financiën in combinatie met het ontsluiten van deze informatie (ook aan derden zoals ministeries) in combinatie met onze ondersteuning voor de reguliere planning- en control cyclus een prominente activiteit die continu doorloopt.

Personeel- en salarisadministratie
Op het terrein van de personeel- en salarisadministratie zijn gebruikers gefaciliteerd met het softwarepakket e-HRM waarmee zij eenvoudig, overal en altijd hun zaken kunnen inzien of regelen, zoals salarisspecificatie, declaraties, verlofregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden. Leidinggevenden zijn ondersteund met digitale personeelsdossiers en het faciliteren van procesondersteuning en workflow. Daarnaast zijn rechtspositionele processen, wervings- en selectieprocessen en overige vraagstukken vanuit HRM ondersteund. Personeelsmutaties en betalingen aan personeel zijn op tijd verwerkt.

 

Afdeling Vergunningverlening Toezicht Handhaving

Terug naar navigatie - Afdeling Vergunningverlening Toezicht Handhaving

Het landschap waarin VTH zich bevindt, is volop in beweging. Vooral de komst van de Omgevingswet zorgt voor een ingrijpend veranderingsproces.


‘Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) Fysieke Ruimtelijke Leefomgeving 2020-2024 OWO-gemee
nten'

Het jaar 2020 kreeg in januari voor VTH een mooie start met het vaststellen van een OWO-breed beleidsplan VTH waarvoor de raden van de OWO-gemeenten de kaders hebben aangedragen. Dit is het eerste Beleidsplan OWO-VTH dat voor alle drie samenwerkende OWO-gemeenten geldt. Het plan harmoniseert de werkwijze rond de VTH-taken daar waar het kan. Maatwerk blijft mogelijk omdat de gemeentelijke beleids- en toetsingskaders voor ruimtelijke ordening, integrale veiligheid, Drank- en Horecawet, energietransitie en dergelijke blijven bestaan en per gemeente kunnen verschillen.

Met het vaststellen van het beleidsplan is ook een belangrijke basis gelegd voor de VTH-gerelateerde prioriteiten in de OWO-samenwerking zoals die zijn opgenomen in de OWO-visie. Een eerste prioriteit is gerealiseerd met dit gezamenlijke beleidsplan op het gebied van VTH. Bovendien is in het plan de basis gelegd om te werken volgens de principes van de Omgevingswet, een tweede belangrijke prioriteit uit de OWO-visie.

Het Beleidsplan OWO-VTH bevat het beleidskader voor de uitvoering van de VTH-taken voor de fysieke ruimtelijke leefomgeving. Daaronder vallen ook veel taken, gebaseerd op de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). De OWO-gemeenten hebben ieder een eigen APV gebaseerd op een landelijk model. In 2020 zijn de drie APV’s naast elkaar gelegd en is een eerste inventarisatie gemaakt; in 2021 wordt nader onderzocht waar harmonisatie (derde prioriteit uit de OWO-visie) mogelijk is.

Op basis van het beleidsplan is het verplichte jaarprogramma en -verslag gemaakt die - na vaststelling door de colleges - ter kennisname aan de OWO-raden zijn gestuurd. In dit jaarprogramma zijn de doelen uit het beleidsplan concreet gemaakt en is invulling gegeven aan de vier K’s uit de OWO-samenwerking: uitvoeringsKwaliteit, verminderen Kwetsbaarheid, lagere gezamenlijke Kosten en een goede Klantgerichte dienstverlening. Met het vastgestelde beleidsplan en de uitwerking in een jaarlijks programma en verslag hebben de colleges ook invulling gegeven aan een aantal aanbevelingen uit het onderzoek van de rekenkamercommissie over het proces van vergunningverlening uit 2019.

Implementatie Omgevingswet
In 2020 is de invoering van de Omgevingswet opnieuw uitgesteld. De invoeringsdatum is nu 1 januari 2022 maar is allerminst in beton gegoten. De OWO-gemeenten hebben ieder een eigen traject te gaan op de Omgevingsvisie en uitwerking daarvan maar op een aantal praktische onderwerpen, de zogenaamde minimale eisen voor de invoering, werken de gemeenten samen. De aanschaf van bijvoorbeeld gezamenlijk software is in 2020 voorbereid evenals de organisatie van het beheer daarvan op één locatie. Op deze manier is invulling gegeven aan de vier K’s uit de OWO-samenwerking. Ook is het proces tot afgifte van een Omgevingsvergunning samen ‘ingeregeld’ om straks aan de kortere wettelijke termijn te kunnen voldoen.

Coronapandemie
Het jaar 2020 was door de coronapandemie een bijzonder jaar. Afdeling OWO-VTH, waar ook de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) onder vallen, heeft hier heel nadrukkelijk mee te maken gehad. Het hele jaar door hebben de boa’s naast hun gewone taken, weekenddiensten gedraaid. De nadruk in de aanpak lag op zichtbaarheid, preventie en communicatie.

 

Paragraaf 11 | Corona

Paragraaf 11 | Corona

Terug naar navigatie - Paragraaf 11 | Corona

In 2020 zijn we wereldwijd getroffen door het coronavirus. Deze pandemie heeft een enorme impact op ieders leven. Ook de gemeente Ooststellingwerf kreeg hier uiteraard mee te maken. In de najaarsrapportage 2020 zijn we al begonnen om hier een aparte paragraaf aan te wijden. Voor de jaarstukken 2020 gaan we hiermee door.

Begin 2020 is de coronacrisis ook in ons land opgedoken, met een lockdown half maart tot gevolg, en vervolgens nog het gehele jaar beperkingen in openstelling van voorzieningen. Ook in Ooststellingwerf, bij onze inwoners, bedrijven en organisaties zijn de gevolgen nadrukkelijk merkbaar. Op rijksniveau zijn hiervoor een aantal generieke maatregelen genomen, bijvoorbeeld het compenseren van het bedrijfsleven voor doorlopende lasten (bijvoorbeeld loonlasten en vaste lasten). Ook sportverenigingen zijn met landelijke regelingen tegemoet gekomen. De VNG is continu in gesprek met ministeries en het kabinet over de compensatie van gemeenten voor de lasten die zij maken als gevolg van de coronamaatregelen en lokaal noodzakelijke maatregelen om de sociale basisinfrastructuur overeind te houden. Dit heeft uitgemond in een compensatiepakket, dat in de septembercirculaire is opgenomen – en in de decembercirculaire verder is aangevuld.

In de diverse programma's zien we de (financiële) gevolgen van de coronapandemie terugkomen. In deze paragraaf geven wij een totaaloverzicht van de coronaeffecten voor Ooststellingwerf in 2020. Ook geven we verantwoording over de ontvangen coronamiddelen.

Impact corona op de gemeente

Terug naar navigatie - Impact corona op de gemeente

De gemeente heeft al vanaf het begin van de coronacrisis een belangrijke rol in het beperken van de schade van de crisis voor onze inwoners, bedrijven, verenigingen en organisaties. In de verschillende programma's staat beschreven welke inzet hiervoor is gedaan. Daarom beperken we ons in deze paragraaf tot een opsomming van de belangrijkste en opvallendste activiteiten en maatregelen:

  • Tijdelijke prikpoli ingericht in gebouw Rikkingahof.
  • Sporthal ingericht voor de griepprik in het najaar 2020.
  • Vanuit de opdracht het zorglandschap in stand te houden:
    • Hebben we Wmo en Jeugdhulp aanbieders die gewone of aangepaste zorg leveren 100% vergoed. Veelal houdt aangepaste zorg (beeld)bellen in maar aanbieders is gevraagd daar waar mogelijk binnen de corona-richtlijnen ook face-to-face contact te hebben met de cliënt (thuis of op locatie, wandelen etc). Aanbieders die geen zorg leveren vergoeden we 70%. Eventuele meerlasten vergoeden we.
    • Hebben we in de tijd dat dagbesteding niet mogelijk was - en het personenvervoerstil lag, zowel leerlingenvervoer als vervoer naar kinderopvang- het taxibedrijf 80% van het vervoer dat zij anders zouden doen vergoed.
  • Het Gebiedsteam heeft direct na de eerste lockdown digitale aanvraagformulieren en digitale plannen geïntroduceerd. Wanneer noodzakelijk, om voortgang in een casus te houden of om crisis te voorkomen, gaan huisbezoeken of zorgoverleggen gewoon door. De processen zijn aangepast om de aanvragen telefonisch en digitaal af te kunnen handelen. Het contact verliep via beeldbellen en telefonisch.
  • Het Gebiedsteam heeft de Tijdelijke Overbruggingsregelingen Zelfstandige Ondernemers (TOZO-regeling) 1, 2 en 3 uitgevoerd. De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Lasten (Tonk) wordt ook door ons uitgevoerd. Tozo 4 is in voorbereiding.
  • Er zijn ondernemers die een betalingsregeling of uitstel van betaling hebben gekregen als het gaat om gemeentelijke belastingen.
  • De huur van de gymlokalen is niet geïnd omdat gebruik niet mogelijk was.
  • Via de ‘klankbordgroep ondernemers’ is voortdurend contact geweest met ondernemers in onze gemeente om snel in te kunnen spelen daar waar het mogelijk en nodig was.
  • Er is in de eerste dagen van de coronacrisis gelijk kinderopvang geregeld voor ouders in vitale beroepen. Ook ’s nachts en in weekenden.
  • Er zijn afspraken gemaakt met scholen, Gebiedsteam en kinderopvang over de procedure en oplossingen voor kinderen met gedrags- en sociaal-psychische problemen die thuis niet te handhaven zijn, maar ook voor kinderen die thuis niet veilig zijn.
  • Vooral tijdens de eerste lockdown hebben de functionarissen van het bedrijvenloket ondernemers een helpende hand geboden bij interpretatie van de coronamaatregelen en de mogelijkheden voor financiële ondersteuning. Diverse ondernemers hebben hierdoor alsnog financiële steun kunnen krijgen.
  • In winkelgebieden zijn afspraken gemaakt over routing; met horeca bedrijven zijn in de periode dat de terrassen open mochten maatwerk afspraken gemaakt over het vergroten van terrassen.
  • De Bosbergtoren is tijdens de zomervakantie met behulp en onder toezicht van torenwachters open gegaan. De uitvoering is gedaan door mensen uit de bijstand die daarmee een betaalde baan hebben gekregen. Samen met ondernemers hebben we de periode direct na de zomervakantie opgelost.
  • Om de culturele sector in stand te houden is een compensatieregeling kunst en cultuur vastgesteld.
  • Er zijn diverse activiteiten geweest gericht op jongeren. Ook in de kerstvakantie zijn deze activiteiten op alternatieve manieren uitgevoerd.
  • Mantelzorgers zijn gebeld tijdens de lockdown. Ook is er een brief met cadeaubon uitgegaan naar alle mantelzorgers.
  • Diverse nieuwsbrieven aan ondernemers en plaatselijk belang zijn uitgegaan. Ook een papieren versie.
  • We communiceren over de landelijke coronamaatregelen. Daarnaast is in de persoonlijke en algemene communicatie aandacht voor de verschillende beleidsterreinen. Hiervoor maken we gebruik van verschillende kanalen.
  • Er is een compensatieregeling opgesteld voor buurt- en dorpshuizen
  • Het Gebiedsteam biedt een pakket aan maatregelen voor mensen die in quarantaine zijn en niet zelfvoorzienend zijn.
  • Er is uitgebreid aandacht gegeven aan de rol van budgetadvies bij schuldenproblematiek.

Overzicht corona gerelateerde voor- en nadelen per programma

Terug naar navigatie - Overzicht corona gerelateerde voor- en nadelen per programma

Per programma hebben we in het onderdeel ‘toelichting belangrijkste afwijkingen’ de voor- en nadelen gerelateerd aan corona aangegeven. De coronacompensatie is verantwoord in programma 6. Onderstaand geven we een totaal overzicht van de voor- en nadelen gerelateerd aan corona per programma. Tevens geven we in dit overzicht aan of voor de meerlasten een specifieke corona compensatie regeling is.

In dit overzicht zijn niet alle meer en minder lasten opgenomen. Sommige meer en minder lasten zijn lastig uit de cijfers te herleiden. Een voorbeeld hiervan is afval. We zien dat er vooral tijdens de lockdowns meer afval is aangeboden, zowel aan de weg als bij de milieustraat. Het is lastig om aan te geven welk deel hiervan samenhangt met corona, daarnaast is dit een indirect gevolg van de coronamaatregelen. Mogelijk leidt dit in de nabije toekomst ook tot minder afval. We hebben er daarom voor gekozen om hier geen bedrag voor op te nemen.

Coronagerelateerde voor- en nadelen
Programma 1 Bedrag Voor-/ nadeel Specifieke regeling
Meer lasten
Wmo maatwerkvoorziening natura materieel - 4.000 nadeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Wmo begeleiding - 1.000 nadeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Wmo vervoer - 15.000 nadeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Participatie - 211.000 nadeel 6 Participatie
BBZ - 3.000 nadeel Uitvoeringskosten TOZO
Jeugd - 201.000 nadeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Jeugd aan zet - 10.000 nadeel 17 Jeugd aan zet
Minder baten
WMO eigen bijdrage - 34.000 nadeel 5 Eigen bijdrage Wmo abonnementstarief
Minder lasten
Huishoudelijke hulp 6.500 voordeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Wmo informele zorg 36.000 voordeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Wmo beleleiding 34.000 voordeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Wmo vervoer 29.000 voordeel 4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en wmo
Totaal saldo programma 1 - 373.500
Programma 2 Bedrag Voor-/ nadeel Specifieke regeling
Meer lasten
Peuterspeelzaalwerk - 26.000 nadeel 2 Voorschoolse voorziening, 3 Noodopvang kinderen
Gymnastieklokalen - 10.000 nadeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Welzijn- en sportaccomodaties (dorpshuizen) - 22.000 nadeel 11 Buurt- en dorpshuizen
Minder baten
Gymnastieklokalen - 2.000 nadeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Minder lasten
Leerlingenvervoer 18.500 voordeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Totaal saldo programma 2 - 41.500
Programma 3 Bedrag Voor-/ nadeel Specifieke regeling
Meer lasten
Bosbergtoren - 24.000 nadeel 10 Toeristenbelasting
Recreatie & toerisme - 2.000 nadeel 10 Toeristenbelasting
Minder baten
Bosbergtoren - 7.000 nadeel 10 Toeristenbelasting
Toeristenbelasting - 29.000 nadeel 10 Toeristenbelasting
Totaal saldo programma 3 - 62.000
Programma 5 Bedrag Voor-/ nadeel Specifieke regeling
Meer lasten
Integrale veiligheid - 4.000 nadeel 7 Toezicht en handhaving
Toezicht en handhaving - 10.000 nadeel 7 Toezicht en handhaving
Minder lasten
Integrale veiligheid 13.000 voordeel 7 Toezicht en handhaving
Totaal saldo programma 5 - 1.000
Programma 6 Bedrag Voor-/ nadeel Specifieke regeling
Meer lasten
Algemeen bestuur - 20.000 nadeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Huisvesting - 14.000 nadeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Advies en ondersteuning - 17.000 nadeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Organisatorische kostenplaatsen - 120.000 nadeel Deels uitvoeringskosten TOZO, deels 1 lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Minder baten
Overige leges - 9.000 nadeel 8 Precariobelasting, markt- en evenementenleges
Minder lasten
Algemeen bestuur 14.000 voordeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Huisvesting 57.000 voordeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Advies en ondersteuning 95.000 voordeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Organisatorische kostenplaatsen 84.000 voordeel 1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting)
Meer baten
Organisatorische kostenplaatsen 234.000 voordeel Corona compensatie uitvoeringskosten TOZO
Algemene uitkering 136.000 voordeel Corona compensatie
Nog te bestemmen posten 874.000 voordeel Corona compensatie
Totaal saldo programma 6 1.314.000
Totaal nadeel programma 1 t/m 6 - 795.000
Totaal voordeel programma 1 t/m 6 1.631.000 W.v. € 1.244.000 corona compensatie
Totaal saldo programma 1 t/m 6 836.000

Overzicht corona compensatie regelingen

Terug naar navigatie - Overzicht corona compensatie regelingen

Onderstaand geven we een overzicht van de corona compensatie regelingen en geven we per regeling aan wat de status is.

x € 1.000
Nr. Omschrijving compensatie Compensatie 2020 Compensatie 2021 Lasten 2020 Resultaat 2020 Reserveren 2021
Algemeen
1 Lagere apparaatskosten (opschalingskorting) 104 237 120 224 461
2 Voorschoolse voorziening peuters (DU) 15 - 3 12 12
3 Noodopvang kinderen van ouders met cruciaal beroep (DU) 37 - 23 14 14
4 Inhaalzorg en meerkosten jeugd en Wmo 2015 115 - 116 - 1 - 1
5 Eigen bijdrage Wmo abonnementstarief (DU) 34 - 34 - -
6 Participatie (IU) 224 - 211 13 13
7 Toezicht en handhaving 65 - 1 64 64
8 Precariobelasting, markt- en evenementenleges (DU) 12 - 9 3 3
9 Extra kosten verkiezingen ivm corona (DU) 65 37 - 65 102
10 Toeristenbelasting (DU) 62 - 62 - -
11 Buurt- en dorpshuizen 20 - 22 - 2 - 2
12 Vrijwilligersorganisatie 10 - 10 10
13 Lokale culturele voorzieningen 150 88 - 150 238
14 Re-integratie van bijstandsgerechtigden 59 207 - 59 266
15 Gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand 24 50 - 24 74
16 Compensatie quarantainekosten 4 - 4 4
17 Jeugd aan zet 10 - 10 - -
18 Compensatie uitvoeringskosten TOZO 234 - 37 197 197
TOTAAL Algemene Compensatie en Lasten 1.244 619 - 408 836 1.455
Specifieke uitkering TOZO 1.700 - 1.700 - -
TVS (tegemoetkoming verhuurders sportaccommodaties) 4 - 4 - -
TOTAAL Specifieke Uitkering en Lasten 1.704 - - 1.704 - -
TOTAAL 2.948 619 - 2.112 836 1.455

Algemene middelen

Terug naar navigatie - Algemene middelen

Via het gemeentefonds hebben wij voor 2020 een bedrag ontvangen van € 1.244.000 (inclusief de nog te ontvangen compensatie uitvoeringskosten TOZO) en voor 2021 een bedrag van € 619.000. Ontvangsten via het gemeentefonds zijn algemene dekkingsmiddelen en daardoor in principe vrij besteedbaar. Wij willen ze zoveel mogelijk inzetten voor de gevolgen van Corona.

Zoals uit het overzicht blijkt hebben we van de compensatie in 2020 van € 1.244.000 per saldo
€ 218.000 benut. In totaal zijn de corona gerelateerde lasten € 605.000 geweest. We hebben minder corona compensatie benut omdat wij ook rekening hebben gehouden met minder lasten door corona.

Van de compensatie hebben we € 136.000 bij de decembercirculaire 2020 ontvangen. Deze middelen zijn daarom nog niet ingezet in 2020. Voor een aantal compensatieregelingen komen de lasten pas in 2021. Bijvoorbeeld de regelingen voor extra lasten voor verkiezingen en lokale culturele voorzieningen. Conform afspraak zal het restantbudget 2020 van € 1.026.000 bij de bestemming van het resultaat worden betrokken, zodat dit beschikbaar blijft voor corona gerelateerde meer lasten cq minder lasten in 2021. Het totaal dat nog beschikbaar is voor 2021 is dan € 1.645.000.

1. Lagere apparaatslasten (opschalingskorting)
Gezien de toegenomen financiële druk bij gemeenten door corona heeft het kabinet besloten de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Voor ons is dat in 2020 € 104.000 en in 2021 € 237.000. Bij de najaarsrapportage heeft u ermee ingestemd deze middelen te reserveren voor de algemene lasten door corona waar geen andere regeling voor is.

Personeel
Bij de najaarsrapportage hebben we u geïnformeerd over de extra lasten door extra inzet van personeel door corona. Deze bedragen € 86.000. Daarnaast is er nog voor € 34.000 aan personeelslasten geweest voor de uitvoering van de TOZO regeling, deze lasten komen bij punt 18 terug. Daarnaast is er een voordeel van € 84.000 doordat er minder lasten zijn voor opleidingen en reis- en verblijfslasten. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 2.000.

Huisvesting, thuiswerken, communicatie en overig
Bij de najaarsrapportage hebben we u geïnformeerd over de extra lasten voor huisvesting, thuiswerken, communicatie en overig. Over 2020 bedragen deze circa € 51.000. Er is echter ook sprake van € 166.000 minder lasten voor deze onderdelen door lagere opleidingslasten, lagere kantine-, bureau-, en kopieerkosten. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 115.000.

Gymnastieklokalen
Als gevolg van de sluiting door de coronamaatregelen zijn de huurbaten circa € 2.000 lager. Daarnaast waren er hogere lasten voor energie en schoonmaak van € 10.000 door corona. Per saldo is sprake van een nadeel van € 12.000.

Leerlingenvervoer
In de tijd dat er niet fysiek onderwijs werd gegeven en het leerlingenvervoer stil lag is er een continuïteitsbijdrage van 80% betaald aan het leerlingenvervoer. De niet betaalde 20% is opgenomen als minderlasten. Dit levert een voordeel op van € 18.500.

Omgevingsvisie
Via raadsmededeling 659 hebben wij u geïnformeerd over mogelijke extra lasten voor de omgevingsvisie vanwege de coronamaatregelen tot een maximaal bedrag van € 20.000. We verwachten extra lasten in 2021. Deze extra lasten hebben betrekking op extra inzet van het bureau dat de omgevingsvisie opstelt en extra lasten voor het organiseren van een digitaal omgevingsfestival. Bij de najaarsrapportage heeft u ingestemd met het reserveren van € 20.000 voor extra lasten omgevingsvisie. Deze lasten zijn opgenomen bij verwachte lasten 2021.

Activiteiten jeugd
Rond de jaarwisseling en in het eerste kwartaal van 2021 heeft Scala diverse activiteiten uitgevoerd voor jeugd. De activiteiten waren een combinatie van voorlichting, online activiteiten en fysieke activiteiten (coronaproof). De lasten daarvan bedragen circa € 10.000. Deze zijn opgenomen bij verwachte lasten 2021.

2. Voorschoolse voorziening peuters
We hebben € 15.000 ontvangen om de eigen bijdrage van de ouders/verzorgers van een kind dat gebruik maakt van de gemeentelijke regelingen voorschoolse voorzieningen te compenseren voor de periode 16 maart t/m 7 juni 2020. De werkelijke lasten voor ons waren € 3.000. Bij de najaarsrapportage hebben we voorgesteld om het restant van € 9.000 beschikbaar te houden voor algemene coronalasten. Van 16 december tot 8 februari is de regeling opnieuw opengesteld. Er wordt op dit moment een inventarisatie gemaakt van de uren noodopvang. Voorstel is om de lasten van de voorschoolse voorziening peuters van de 2e lockdown te compenseren via deze regeling.

3. Noodopvang kinderen van ouders met cruciaal beroep
Voor kinderen van wie één of beide ouders werken in een cruciaal beroep of vitale sector, werd voor de periode medio maart tot 1 juli gratis noodopvang aangeboden. Gemeenten hebben deze noodopvang, in overleg met kinderopvangorganisaties en scholen, gecoördineerd. We hebben hiervoor € 37.000 ontvangen. De lasten hebben we aan de kinderopvangorganisaties en scholen vergoed. In totaal € 23.000. Bij de najaarsrapportage hebben we voorgesteld om het restant van € 14.000 beschikbaar te houden voor algemene coronalasten. De regeling is vanaf 16 december opnieuw opengesteld. Vanaf 8 februari zijn basisscholen, kinderopvang en peuterspeelgroepen weer open. De BSO is nog gesloten. Hiervoor geldt nog de noodopvang. Op dit moment wordt een inventarisatie gemaakt van uren noodopvang. We verwachten een toename aan noodopvang ten opzichte van de 1e lockdown. Voorstel is om de lasten van de noodopvang van de 2e lockdown te compenseren via deze regeling.

4. Inhaalzorg en meerlasten jeugd en Wmo 2015
We hebben bij de septembercirculaire € 76.000 en bij de decembercirculaire € 39.000 ontvangen als compensatie van de directe meerlasten voor aanbieders van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering en maatschappelijke ondersteuning die voortkomen uit de coronamaatregelen en het volgen van de RIVM-richtlijnen. Er is in 2020 voor circa € 20.000 aan meerlasten WMO geweest. In de tijd dat er geen huishoudelijke hulp en begeleiding werd gegeven en het WMO vervoer stil lag is er een continuïteitsbijdrage van 70% betaald aan de aanbieders van huishoudelijke hulp en begeleiding en een continuiteitsbijdrage van 80% aan aanbieders van WMO vervoer. De niet betaalde 30% cq 20% is opgenomen als minderlasten. Daarnaast zijn er minder lasten bij informele zorg, doordat er geen mantelzorgdagen zijn georganiseerd en er minder ondersteuning voor vrijwilligers is geweest. De lagere lasten leveren een voordeel op van € 105.500. Het saldo van de meerlasten van € 20.000 en minder lasten van € 105.500 zorgt voor een voordeel van € 85.500. Bij jeugd zijn ook meerlasten geweest dit loopt via SDF. Voor 2020 komt dit op € 11.000. Daarnaast hebben zorgaanbieders vergoeding gekregen voor niet geleverde zorg. Het is lastig in te schatten of dit voor nu of juist in de toekomst voor extra lasten zorgt. We stellen voor het restant van deze coronacompensatie van € 190.000 hiervoor als dekking te gebruiken. Daarmee wordt de regeling in 2020 afgesloten. 

5. Eigen bijdrage Wmo abonnementstarief
De eigen bijdrage voor Wmo is vrijgesteld voor de maanden april en mei 2020, omdat door de coronacrisis een substantieel deel van de zorg en ondersteuning in de Wmo niet (volledig) kon worden geleverd. We hebben hiervoor van het rijk € 34.000 ontvangen als inkomstenderving. Deze wordt in 2020 ingezet ter compensatie van de lagere eigen bijdrage Wmo. De regeling wordt hiermee in 2020 afgesloten.

6. Participatie
We hebben € 224.000 ontvangen voor het opvangen van de exploitatietekorten van de Sociale Werkbedrijven als gevolg van de coronamaatregelen. Als gevolg van het coronavirus zijn de Sociale Werkbedrijven geheel of gedeeltelijk gesloten. Daardoor vallen bedrijfsopbrengsten weg waarmee (deels) de loonlasten van medewerkers die werkzaam zijn voor een Sociale Werkbedrijf worden gefinancierd. We hebben aangegeven richting Caparis dat wij er welwillend tegenover staan om de ontvangen compensatie in te zetten bij Caparis. Inmiddels hebben we een factuur ontvangen (en voldaan) van Caparis van € 211.000. Dit bedrag is gebaseerd op het bedrag per SE dat de gemeente als compensatie heeft ontvangen. Het verschil komt waarschijnlijk door het aantal SE’s waarmee gerekend wordt. Mogelijk wordt er nog een beroep gedaan op het resterende bedrag. Wij stellen daarom voor om het restant beschikbaar te houden voor participatie.

7. Toezicht en handhaving
We hebben € 65.000 ontvangen als compensatie voor de extra toezicht- en handhavingslasten al gevolg van de coronamaatregelen. De extra lasten van VTH voor toezicht en handhaving bedragen in 2020 circa € 30.000. Hiervan komt € 10.000 voor rekening van Ooststellingwerf. Daar naast zijn er nog voor € 4.000 coronagerelateerde lasten geweest. We hebben echter ook minderlasten van € 13.000 gehad doordat er rondom de jaarwisseling geen activiteiten zijn geweest in verband met corona en er zijn minder preventielessen op de scholen geweest door corona. Per saldo is er een nadeel van € 1.000.

8. Precariobelasting, markt- en evenementenleges
We ontvangen € 12.000, omdat in de periode van 1 maart tot 1 juni geen markten en evenementen zijn geweest waardoor we een terugval van inkomsten hadden uit markt- en evenementenleges. De lagere legesopbrengst door de coronamaatregelen bedraagt € 9.000. Ook voor 2021 houden we rekening met lagere legesopbrengsten. We stellen daarom voor deze compensatie hiervoor in te zetten en het restant beschikbaar te houden.

9. Extra lasten verkiezingen i.v.m. corona
We hebben bij de septembercirculaire € 65.000 en bij de decembercirculaire € 37.000 ontvangen om de extra lasten voor de verkiezingen (Tweede Kamerverkiezing) door de coronamaatregelen te compenseren. De lasten vallen in 2021. De raad heeft bij de najaarsrapportage ingestemd met het beschikbaar houden van het bedrag uit de septembercirculaire voor dit doel. Wij stellen voor om ook het bedrag uit de decembercirculaire beschikbaar te houden voor de extra lasten verkiezingen.

10. Toeristenbelasting
We zijn met € 62.000 gecompenseerd voor de dalende inkomsten uit toeristenbelasting als gevolg van de coronamaatregelen. We hebben € 2.000 aan extra lasten gehad voor een corona-steunpakket Stichting Toerisme Regiomarketing Zuidoost Friesland. Als gevolg van de coronamaatregelen is er een nieuw ticketsysteem voor de bosbergtoren aangeschaft (zie raadsmededeling 617) en zijn er lasten voor de website. Daarnaast is de opbrengst voor de Bosbergtoren lager door een lager aantal bezoekers (vooral in de eerste corona-maanden). In totaal is er een nadeel van € 31.000. Extra personeel dat ingezet moest worden bij de Bosbergtoren is onderdeel van het kopje ‘personeel’. Een groot deel van de verblijfsaanbieders heeft in de tweede helft van het jaar de geleden derving van het voorjaar kunnen compenseren. Dit geldt helaas niet voor alle verblijfaanbieders. We hebben een inschatting gemaakt van de totale baten 2020 op basis van een uitvraag bij de grotere verblijfsaanbieders. Op basis daarvan verwachten we dat de inkomsten iets lager uitvallen dan begroot. De exacte impact kunnen we pas vaststellen in het voorjaar 2021 als de aanslagen worden vastgesteld. Het restant van de € 62.000 (€ 29.000) wordt ingezet als compensatie voor de maanden in 2020 dat er geen inkomsten uit toeristenbelasting zijn geweest. De regeling wordt hiermee in 2020 afgesloten.

11. Buurt- en dorpshuizen
We worden met € 20.000 gecompenseerd voor de extra uitgaven voor de dorps- en buurthuizen als gevolg van de coronamaatregelen. SODO heeft ons voorgesteld om dit bedrag te verdelen op basis van 2x de betaalde OZB belasting. Wij zijn akkoord gegaan met dit voorstel en de compensatie van € 22.000 is uitbetaald. De regeling wordt hiermee in 2020 afgesloten.

12. Vrijwilligersorganisaties
Wij worden met € 10.000 gecompenseerd om lokale vrijwilligersorganisaties jeugd, zoals de scouting en speeltuinen, te compenseren voor schade als gevolg van de coronamaatregelen. Er wordt nu eerst ingezet op activiteiten voor jeugd. Zie punt 1 activiteiten jeugd. In het 2e kwartaal 2021 zal er een inventarisatie plaatsvinden naar de schade als gevolg van coronamaatregelen bij lokale vrijwilligersorganisaties jeugd. De raad wordt waar nodig geïnformeerd over de bevindingen en een eventueel compensatievoorstel.

13. Kunst & cultuur
We hebben bij de septembercirculaire € 150.000 ontvangen voor borging van de lokale en culturele infrastructuur in 2020. Bij de decembercirculaire hebben we € 88.000 ontvangen voor de compensatie van deze doelgroep in 2021. Inmiddels is er voor culturele instellingen voor 2020 een regeling opgesteld. De regeling geldt zowel voor bestaande subsidierelaties als voor culturele instellingen die geen subsidieregeling hebben met de gemeente. Aanvragen kunnen worden ingediend tot ultimo augustus 2021. De raad heeft bij de najaarsrapportage ingestemd met het beschikbaar houden van het bedrag uit de septembercirculaire voor dit doel. Wij stellen voor om ook het bedrag uit de decembercirculaire beschikbaar te houden voor deze doelgroep.

14. Re-integratie van bijstandsgerechtigden
Wij hebben bij de decembercirculaire voor 2020 € 59.000 en voor 2021 € 207.000 ontvangen voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden. In samenwerking met casemanagers P-wet is een inventarisatie gedaan welke mogelijkheden er zijn om deze middelen in te zetten. Deze inventarisatie wordt gebruikt om een voorstel uit te werken. Wij stellen voor om de bedragen uit de decembercirculaire beschikbaar te houden voor deze doelgroep.

15. Gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand
Wij hebben bij de decembercirculaire voor 2020 € 24.000 en voor 2021 € 50.000 ontvangen voor het gemeentelijk schuldenbeleid vanwege de voorziene toename van de armoede- en schuldenproblematiek. We inventariseren hoe we deze middelen in kunnen zetten in aanvulling op de maatregelen in de doe-agenda’s. Wij stellen voor om de bedragen uit de decembercirculaire beschikbaar te houden voor deze doelgroep.

16. Compensatie quarantainelasten
Bij de decembercirculaire hebben wij een compensatie van € 4.000 ontvangen voor onze rol bij het ondersteunen van mensen die in quarantaine moeten. Gezien het beperkte bedrag van deze compensatie stellen wij voor om deze compensatie in lijn met de opschalingskorting te gebruiken voor het dekken van corona gerelateerde lasten waar geen andere dekking voor is.

17. Jeugd aan zet in Crisistijd
Vanuit het programma maatschappelijke diensttijd (MTD) heeft onze gemeente een bijdrage van € 10.000 ontvangen om in deze coronatijd jongeren te ondersteunen en een maatschappelijke bijdrage te laten leveren. Wij hebben deze bijdrage besteed aan een programma van activiteiten dat in de periode juli tot en met oktober gerealiseerd is in Haulerwijk. Bij de organisatie zijn zoveel mogelijk jongeren betrokken.

18. Uitvoeringslasten TOZO
Voor het uitvoeren van de TOZO-regeling hebben we recht op € 234.000 voor de uitvoeringslasten. In 2020 hebben we € 37.000 uitvoeringslasten gemaakt. In 2021 worden aanvullende uitvoeringslasten verwacht. Voorstel is om deze middelen te reserveren voor de uitvoering van de TOZO-regeling.

Specifieke middelen

Terug naar navigatie - Specifieke middelen

Dit betreffen in 2020 een tweetal regelingen, die specifiek worden gecompenseerd door het rijk.

Specifieke uitkering TOZO
De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen van het kabinet om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De regeling is voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers. Het voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt. En in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Als gemeente voeren we deze regeling zelf uit. Over de periode 1 maart 2020 tot en met ultimo 2020 hebben wij per saldo € 1.700.000 uitgegeven aan levensonderhoud en bedrijfskapitaal. Hiervoor worden we door het rijk volledig gecompenseerd.

TVS (tegemoetkoming verhuurders sportaccommodaties)
Er is een separate regeling ‘tegemoetkoming verhuurders sportaccommodaties COVID-2019’, die voorziet in een tegemoetkoming van kwijtgescholden huur in de periode van 1 maart tot 1 juni 2020. Wij verhuren alleen onze gymlokalen rechtstreeks (aan de amateursportverenigingen). En kunnen alleen voor die (kwijtgescholden) huur aanspraak maken op de regeling. Op basis van deze regeling hebben wij de huur van 13 verenigingen kwijtgescholden voor een bedrag van € 4.000. Hiervoor zijn wij volledig gecompenseerd door het rijk.