De laatst verschenen circulaire van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is de Meicirculaire 2018. De definitieve uitkomsten van de Septembercirculaire 2018 delen wij u mee voorafgaand aan de behandeling van de begroting.
Het uitgangspunt voor deze programmabegroting was dat de jaarschijven 2019 en 2020 structureel en reëel in evenwicht zijn. De structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Het is gewenst dat de jaarschijven 2021 en 2022 eveneens structureel en reëel in evenwicht zijn. Echter noodgedwongen stellen we voor het uitgangspunt voor de komende vier jaar aan te passen. De jaarschijven 2019 en 2020 zijn niet structureel in evenwicht. De overschrijdingen binnen de jeugdzorg dekken we incidenteel uit de algemene reserve (2019 € 750.000 en 2020 € 400.000). Hierdoor zijn deze jaarschijven sluitend. De jaarschijven 2021 en 2022 zijn wel structureel sluitend. De overschrijding jeugdzorg van € 400.000 in deze jaren dekken we uit bestaande middelen.
Het bestaand beleid is aangepast in verband met een aantal autonome ontwikkelingen. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met de beleidslijn die het provinciaal bestuur van de provincie Fryslân heeft meegedeeld in de Begrotingscirculaire 2019-2022. De provincie gaat er vanuit dat de Meicirculaire 2018 de basis is voor de Programmabegroting 2019-2022.
Op basis van bestaand beleid hebben we bij het samenstellen van de primitieve ramingen de hierna genoemde uitgangspunten gehanteerd:
- Het principe van bestaand beleid houdt in dat de ramingen voor de jaarschijf 2019 zijn gebaseerd op de ramingen zoals die zijn opgenomen in de meerjarenbegroting 2018-2021.
- De ramingen voor bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen hebben we gebaseerd op conceptbegrotingen 2019-2022 van deze regelingen, voor zover deze op 1 juli bekend waren.
- In de primitieve begroting zijn de begrotingswijzigingen tot eind juni 2018 en de uitkomsten van de Voorjaarsrapportage 2018 (inclusief de structurele uitkomsten) opgenomen.
Daarnaast houden we rekening met de volgende uitgangspunten zoals die door u bij de behandeling van de Uitvoeringsprogramma 2018-2022 zijn vastgesteld:
Lonen
U heeft op 17 juni 2018 ingestemd met het uitgangspunt voor de loonontwikkeling (inclusief pensioenpremie) van 2,5% in 2019. Als gevolg van een verwachte hogere loonontwikkeling (zie Cao’s voor het Rijk en de waterschappen) en de pensioenpremie (prognose ABP) zijn de loonkosten 2019 extra verhoogd met 1%. Voor de loonontwikkeling gaan we uit van 3½ % verhoging in 2019, inclusief een pensioenpremiestijging.
Prijzen
De budgetten ramen we reëel in relatie tot de doelstelling en/of het beoogd effect. Automatische prijscompensatie uitbestede werkzaamheden en leveranties passen we niet toe.
Prijsontwikkeling gesubsidieerde instellingen
De subsidies en bijdragen worden in 2019 verhoogd met 2½%.
Systematiek doorwerking lonen en prijzen in relatie tot de algemene uitkering
Voor het eerstvolgende begrotingsjaar (2019) uitgaan van lopende prijzen en daarna (2020 tot en met 2022) van constante prijzen.
Afbouw leningenportefeuille
De leningenportefeuille verder afbouwen met behulp van een meerjarig begrotingsoverschot. Het (jaarlijks) overschot wenden we aan voor een lagere herfinanciering van de bestaande leningen.
Onroerendezaakbelasting (OZB)
In 2019 hanteren we de nullijn voor de opbrengst OZB[1]. Bij een algehele waardedaling c.q. waardestijging van de onroerende goederen verhogen dan wel verlagen we het tarief van OZB, om de begrote opbrengst te realiseren.
Forensenbelasting
U heeft voor 2017 en 2018 besloten om de forensenbelasting niet trendmatig te verhogen, gelijk aan de OZB-opbrengst. Bij de behandeling van het Uitvoeringsprogramma 2018-2022 heeft u besloten voor 2019 de nullijn te hanteren voor de OZB. Wij stellen u voor om met ingang van 2019 de trendmatige verhoging van de forensenbelasting te koppelen aan de verhoging van de OZB. Stijgt de opbrengst OZB, dan stijgt de opbrengst forensenbelasting. Daalt de OZB, dan daalt de opbrengst forensenbelasting. Besluit u de 'nullijn' te hanteren, dan geldt dat ook voor de forensenbelasting.
Leges
Leges omgevingsvergunningen (titel 2):
75% kostendekking is voor de leges omgevingsvergunningen voor de periode 2016-2019 het uitgangspunt. Voor 2020 moet u een nieuw standpunt innemen. In 2019 stellen we een nieuw uitgangspunt kostendekking op. Dit betrekken we bij de Kaderbrief 2020-2023
Leges burgerzaken( titel 1 en 3):
Op 17 juli jl heeft u zich uitgesproken over een trendmatige verhoging van 2½%. Daarnaast wordt jaarlijks uitgegaan van in principe 100% kostdekking. Als gevolg van de 10-jarige verlenging van reisdocumenten en rijbewijzen worden de komende jaren veel minder documenten afgegeven. Hierdoor dalen de inkomsten. Als gevolg hiervan komt het percentage kostendekking voor 2019 uit op 91% . We stellen voor in 2019 niet uit te gaan van 100% kostendekking. De Visie Dienstverlening 2016 wordt in 2019 herijkt. Hierbij worden ook de servicenormen en de kostendekking van de leges burgerzaken betrokken.
Afvalstoffenheffing
Uitgangspunt is kostendekking. Het vaste tarief afvalstoffenheffing per perceel ook na 2018 egaliseren en langer op een laag niveau houden. Het bedrag dat beschikbaar is in de reserve Lastenverlichting zetten we hiervoor in. Het besluit over het invoeren van Diftar+ wordt heroverwogen.
Rioolheffing
Uitgangspunt is kostendekking. Het tarief is vanaf 2018 voor de gehele heffing (gebruikers- en eigenarendeel) met 7,5% verlaagd ten opzichte van het GRP 2014-2019. De inkomsten vanuit de rioolheffing gebruiken we om investeringen in de vrijvervalrioleringen direct af te boeken, om de exploitatielasten te dekken en om de voorziening Riolering de komende jaren op peil te houden.
Toeristenbelasting
De tarieven zijn vanaf 2014 bevroren op € 1,00 per overnachting. Het tarief 2019 blijft ongewijzigd.
Precariobelasting
Het tarief € 2,18 per m1, dat per 1 januari 2016 is bepaald, blijft van kracht. In de afbouwfase is geen tariefsverhoging meer mogelijk. Tot en met 2021 blijven we de geraamde opbrengst van € 1,327 miljoen heffen. Het aantal metrages is hoger als gevolg van aanleg kabels en leidingen voor de zonnepaneelvelden.
[1] Aangenomen amendement 9 – behandeling Uitvoeringsprogramma 2018-2022 op 17 juli 2018.