Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

 

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

 

 

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot en met 2021 werden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar vanaf 2022 gebeurt dit op basis van de gebruiksoppervlakte van een woning (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk waren er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten de woningen te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, het CBS, de burgers etc. Door de overgang op de gebruiksoppervlakte bij woningen zijn er ook geen problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. 

 

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Aangezien de WOZ de overgang naar de gebruiksoppervlakten van de woningen heeft gerealiseerd volgt nu de afstemming met de oppervlakten in de BAG. De BAG/WOZ koppeling speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om de onderlinge afstemming. Deze afstemming tussen basisregistraties is het begin van de keten waarin de basisregistraties onderling worden verbonden. Doelstelling daarvan is om meer samenhang te creëren in de geo informatie infrastructuur. Dit betreft een objectenregistratie met daarin basisgegevens van objecten in de fysieke werkelijkheid zoals o.a. gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, bomen, terreindelen en gemeentegrenzen. 

 





Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) 
De omgevingswet is in 2024 ingegaan. De Wkb is per 2024 ingegaan voor nieuwbouw gevolgklasse 1. De Wkb voor verbouwing gevolgklasse 1 wordt pas ingevoerd als de evaluaties van wkb nieuwbouw afdoende zijn. In het laatste kwartaal van 2023 zijn zowel bij onze gemeente als landelijk veel vergunningsaanvragen ingediend. Deze vergunningaanvragen moeten afgehandeld worden onder de oude Wabo wetgeving. Consequentie hiervan is dat er weinig praktijkgevallen zijn om te evalueren en dat de Wkb voor verbouwing gevolgklasse 1 in elk geval niet per 1 januari 2025 wordt ingevoerd.
De legesverordening is per 2024 vernieuwd in verband met de invoering van de omgevingswet en Wkb. Naast aanpassing aan de nieuwe wetgeving is de legesverordening in OWO verband ook zoveel mogelijk geharmoniseerd voor de hoofdstukken 2 (omgevingsvergunningen) en 3 (APV gerelateerde diensten). De diensten binnen deze hoofdstukken worden uitgevoerd door de OWO-afdeling VTH. Hoofdstuk 1 is uitsluitend tekstueel geharmoniseerd op basis van het VNG model. Hiervoor is gekozen, omdat de dienstverlening voor hoofdstuk 1 niet plaatsvindt via OWO-VTH, maar via de separate gemeenten. U ontvangt eind 2024 een voorstel voor een beperkte herziening van de legesverordening voor 2025.

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

 

 

Onroerendezaakbelasting (OZB)
De hoogte van de OZB is een percentage van de WOZ-waarde van een pand. Het percentage wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen (bedrijfspanden voornamelijk) betalen OZB. De opbrengst OZB is voor een gemeente vrij te besteden. 

Benchmark: vergelijking gemeentelijke woonlasten per provincie. Vanaf 2020 is de macronorm OZB vervangen door deze benchmark. De benchmark beoogt, door middel van meer vergelijking, de informatievoorziening over de ontwikkeling van de lokale lasten te bevorderen. Dit kunnen gemeenten gebruiken bij hun keuzes over de ontwikkeling van de lokale lasten. De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting (= eenmalige korting die sommige gemeenten geven). De benchmark moet het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.

 

Rioolheffing
Eigenaren en gebruikers van woningen en niet-woningen (voornamelijk bedrijfspanden) die aangesloten zijn op het riool betalen rioolheffing. Met de opbrengsten hiervan betalen we het beheer en onderhoud van de riolering, drainage, een aantal sloten binnen de bebouwde kom en andere zaken die nodig zijn voor de inzameling en het transport van afval-, grond- en regenwater. In 2024 wordt het Water en rioleringsprogramma 2025-2029 (Wrp) vastgesteld. In het kostendekkingsplan behorende bij het Wrp is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in deze periode.

 

Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Vaak gaat het om de aanvraag van vergunningen of documenten. Denk aan bouwvergunningen, paspoorten of een uittreksel uit het bevolkingsregister. Ook activiteiten van het gemeentearchief kunnen in de legesverordening worden geregeld. De opbrengst uit de leges mag de totale kosten niet overtreffen. Een gemeenten kan geen winst maken op de diensten die zij levert. 

De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) hebben impact op de legesbaten. De impact van de Omgevingswet is nu nog relatief beperkt, doordat de OWO gemeenten in 2024 beleidsneutraal zijn overgegaan. Tot 2032 hebben gemeenten de tijd om het omgevingsplan vast te stellen. Hierin zullen gemeentelijk keuzes worden gemaakt of omgevingsplanactiviteiten vergunningsplichting blijven, meldingsplichtig worden of geen van beide. Deze keuze kunnen gevolgen hebben voor de legesbaten. 

Door de WkB wordt de leges voor bouwactiviteiten opgeknipt in een ruimtelijk en een bouwtechnisch deel. De technische bouwkundige toets wordt voor gevolgklasse 1 door kwaliteitsborgers uitgevoerd en niet meer door de gemeente. Hierdoor komt de leges voor het bouwtechnische deel te vervallen. Gevolgklasse 1 zijn bijvoorbeeld eensgezinswoningen en simpele bedrijfspanden. Circa 90 % van alle bouwvergunningen in de OWO gemeenten zit in gevolgklasse 1. Historisch heeft ruimt 60 % tot 75 % van de legesopbrengsten betrekking op bouwvergunningen. De consequenties voor de legesopbrengsten zijn daardoor aanzienlijk. 

De raming van de legesopbrengsten bevat een groot aantal onzekerheden. Die onzekerheden waren er in andere jaren ook, maar zijn door de nieuwe wetgeving nu groter. Door de knip tussen de ruimtelijke en technische vergunning (Wkb) hebben we de kosten voor deze vergunningssoorten opnieuw geraamd. Bij de begroting 2024 hebben we al aangeven dat het eerste jaar waarin we met de nieuwe wetgeving werken een overgangsjaar is en dat een echt goed beeld van de werkelijke kostendekkendheid naar verwachting in 2025 ontstaat. In de praktijk zien we dat 2024 inderdaad een overgangsjaar is waarbij met name vergunningen worden verleend, die voor 2024 zijn ingediend en op basis van de oude legesverordening en wetgeving worden afgehandeld. We blijven de werkelijke kosten en opbrengsten de komende jaren monitoren en komen waar nodig met voorstellen om de tarieven aan te passen.

Toeristenbelasting
Per 1 januari 2024 is de verordening toeristenbelasting gewijzigd. Het forfaitair tarief is uit de verordening geschrapt. Recreatieondernemers kunnen hier geen gebruik meer maken vanaf 2024. Voor de ondernemers die dat wensen is een vaststellingsovereenkomst beschikbaar. In deze vaststellingsovereenkomst wordt met vaste, eenduidige normen het aantal overnachtingen forfaitair vastgelegd.

De tarieven voor de periode 2024-2026 zijn € 1,65 en € 1,20 per persoon per nacht. Het tarief van € 1,20 per persoon per nacht is voor overnachtingen in kampeermiddelen op kampeerterreinen en in kampeerboerderijen. Het tarief van € 1,65 per persoon per nacht is voor verblijf in andere verblijfsaccommodaties. In de raadsvergadering van 27 juni 2023 heeft de raad bij amendement besloten om leeftijd van vrijstelling toeristenbelasting kinderen te verhogen van vier jaar naar 12 jaar.

 

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). De belasting van caravans of chalets met een standplaats voor meerdere jaren wordt naar een vast bedrag geheven.

 

Bedrijven Investeringszone (BIZ)
BIZ (Bedrijven Investeringszone): Op 20 oktober 2021 heeft u ingestemd met de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde Centrum 2021 (BIZ). De opbrengsten van de BIZ worden als subsidie uitgekeerd aan de stichting BIZO. Met de stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin de activiteiten zijn opgenomen die zij met de subsidie gaan verwezenlijken.

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. 

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde, geautomatiseerde toets vooraf (via het Inlichtingenbureau) om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing. 

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2023 2024 2025 2026 2027 2028
lokale heffingen 8.817 9.731 10.130 10.130 10.330 10.530
leges 749 880 952 1.022 1.012 944
Totaal 9.566 10.611 11.083 11.152 11.342 11.474

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2023 2024 2025 2026 2027 2028
0.3 Thema Financien
Onroerende zaakbelasting eigenaren 3.148 3.019 3.087 3.087 3.287 3.487
Onroerende zaakbelasting gebruikers -1 267 287 287 287 287
Bedrijven investeringszone 58 60 60 60 60 60
Totaal 0.3 Thema Financien 3.205 3.346 3.434 3.434 3.634 3.834
3.1 Thema Economie
Forensenbelasting 145 141 145 145 145 145
Toeristenbelasting 347 309 309 309 309 309
Totaal 3.1 Thema Economie 492 450 454 454 454 454
7.2 Duurzaamheid, Riolering en Afval
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.321 2.952 3.176 3.176 3.176 3.175
Rioolheffing (gecombineerd) 2.799 2.982 3.067 3.067 3.067 3.067
Totaal 7.2 Duurzaamheid, Riolering en Afval 5.120 5.935 6.243 6.243 6.243 6.242
Totaal Lokale heffingen 8.817 9.731 10.130 10.130 10.330 10.530

Leges

x € 1.000
Leges Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2023 2024 2025 2026 2027 2028
0.2 Thema Dienstverlening
Burgelijke stand / huwelijk 17 13 13 13 13 13
Burgerzakenleges 269 395 468 538 528 460
Overige leges 8 15 15 15 15 15
0.3 Thema Financien
IP Buitendienst acc. Nanningawerf 5
2.1 Verkeer en vervoer
Verharding 20 27 27 27 27 27
8.1 Thema Bouwen wonen Grondexploitatie
Bestemmingsplannen 13 30 29 29 29 29
Omgevingsvergunningen, baten 418 400 550 400 400 400
Totaal Leges 750 880 1.102 1.022 1.012 944

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten die worden verantwoord op bijbehorende taakvelden mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (62%) en van de binnendienst (82%). In verband met sterk gestegen prijzen bij met name onze verwerker, is er naar verwachting in 2025 geen kostendekkendheid en zal er een onttrekking plaatsvinden aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabel staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. De totale kostendekkendheid van de legesverordening komt uit op 65%. Tussen de titels van de legesverordening vindt geen kruissubsidiëring plaats. Kostendekkendheid bij leges burgerzaken (hoofdstuk 1) is niet haalbaar, vanwege wettelijke maximumtarieven voor de belangrijkste diensten in dit hoofdstuk. De kostendekkendheid bij leges omgevingsvergunningen (hoofdstuk 2) daalt als gevolg van Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb). De kostendekkendheid van dit hoofdstuk fluctueert bovendien jaarlijks door fluctuaties in de omvang van bouwactiviteiten. De lage kostendekkendheid bij APV gerelateerde onderwerpen (hoofdstuk 3) is een politieke keuze om te stimuleren dat vergunningen voor deze diensten worden aangevraagd. 

De berekening van de tarieven gebeurt extracomptabel. Bij de kosten taakvelden zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de diensten waarvoor leges geheven wordt. Bij directe personeelskosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met de afdracht aan het Rijk voor reisdocumenten en de afdracht aan het RDW voor rijbewijzen. De overhead wordt via een opslag op de directe personeelskosten toegerekend. Voor hoofdstuk 1 rekenen we met het integraal uurtarief van Ooststellingwerf. Daarin hanteren we een opslag van 82% voor overhead over de directe loonkosten. Voor hoofdstuk 2 en 3 rekenen we met het integraal uurtarief van VTH. Daarin hanteren we een opslag van 62% voor overhead over de directe loonkosten. Er is voor gekozen om de btw niet als kostenelement mee te wegen, omdat het overgrote deel van de kosten de eigen personele kosten betreft waarvoor geen btw verschuldigd is. De wel toerekenbare btw maakt slechts een klein onderdeel uit van de kosten.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead op salarislasten bij taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

.

x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.073 3.036
Baten - -500
Netto lasten taakveld 2.073 2.536
Toe te rekenen lasten
Overhead 470 144
Kwijtschelding 51 95
Rente -1
Dubieuze debiteuren 7 10
Slootonderhoud en straatreiniging 160
BTW 305 392
Totaal toe te rekenen lasten 993 640
Totale lasten 3.066 3.176
Opbrengst heffingen -3.066 -3.176
Dekkingspercentage 100% 100%

.

x € 1.000
Berekening van kostendekkenheid Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Totaal
Lasten
Directe lasten 473 389 26 888
Toe te rekenen lasten
Overhead 217 230 16 463
BTW 0 0 0 0
Totaal toe te rekenen lasten 217 230 16 463
Totale lasten 690 619 42 1.351
Opbrengst leges 435 430 15 880
Dekkingspercentage 63% 69% 36% 65%
x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting titel 1 Algemene dienstverlening Begroting titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunningen Begroting titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal
Lasten
Lasten 562 389 26 977
Baten 0 0 0
Netto lasten 562 389 26 977
Toe te rekenen lasten
Overhead 270 230 16 516
Totaal toe te rekenen lasten 270 230 16 516
Totale lasten 832 619 42 1.493
Opbrengst heffingen -508 -580 -15 -1.103
Dekkingspercentage 61% 94% 36% 74%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de uitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s op te vangen.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 1 januari 2025 € 22,768 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 19,108 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 3,660 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 8,914 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Kapitaallasten € 1,800 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 3,454 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 2,080 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is ruim voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 22,768 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s, die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Onder de tabel met risico’s staat een aparte toelichting hierover. Het risico in het kader van de WWB nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit (risico nummer 1).

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg)
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening)
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits)
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).

Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de begroting 2024 is met € 650.000 afgenomen. Dat wordt veroorzaakt door de volgende onderwerpen:

  • Het risico op afwijking van de WWB budgetten is iets verhoogd (+ € 22.000)
  • Risico 1c 'Rijksmiddel jeugd structureel geraamd' is fors lager door een lagere geraamde vergoeding (-/- € 762.000)
  • Het risicobedrag van Bijstelling van de algemene uitkering is iets toegenomen door een hogere algemene uitkering (+ €35.000) 
  • Het risicobedrag WOZ-verhoging valt hoger uit door een lagere boekwaarde van gebouwen per eind 2023 (-/- € 18.000)
  • Het risico van diverse gerechtelijke procedures valt lager uit  (- € 25.000)
  • Door extra verstrekkingen is het risico op terugbetalingen van verstrekte leningen verhoogd (+ € 94.000)

 

Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1 Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 208.080
Toelichting risico: Het eigen risico voor vangnetuitkeringen omvat een drempel van 7,5%, waarbij tekorten tot deze drempel volledig voor rekening van de gemeente komen. Voor tekorten tussen 7,5% en 12,5% wordt 50% gecompenseerd, en tekorten boven 12,5% worden volledig vergoed. Hierdoor is het maximale eigen risico voor een gemeente 10%.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
2 Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 215.500
Toelichting risico: Risico dat de rijksmiddelen voor jeugdhulp die we structureel hebben geraamd, niet meer worden ontvangen. Voor 2025 is hiervan de raming € 431.000. Omdat nog steeds niet zeker is of we de 100% vergoeding structureel mogen ramen, nemen we een risico op. Het bedrag dat we in 2025 hebben opgenomen is € 431.000 aan baten. Voor 2025 wordt geen bedrag meer opgenomen voor lagere lasten. Dit is bij de Kaderbrief 2025 aangegeven dat dit niet meer reëel is.
Beheersmaatregel: nvt
3 Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 5 € 631.970
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
4 Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 3 € 100.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restandschuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
5 Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 is het 'meetekenen' met nieuwe leningen vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
6 Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
7 Risico: overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
8 Leegstand in M.F.A. Oosterwolde Zuid (eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie) 5 3 € 90.000
Toelichting risico:
MFA Oosterwolde Zuid heeft een normatief overschot aan bruto vloeroppervlak wat voor een gedeelte in gebruik is door één van de vaste gebruikers. De Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde Zuid beheert en exploiteert de accommodatie nog kostendekkend. De toepassing van de componentenmethode voor het berekenen van de onderhoudsvoorziening is hiervan grotendeels de reden van. Maar de kostendekkendheid staat onder sterke druk door de stijgende kosten en de niet toereikende Rijksvergoeding voor de materiele instandhouding.
Beheersmaatregel: De notitie Platteland aanzet en de daaraan voorliggende Structuurvisie worden vervangen door de Omgevingsvisie.
9 Risico: diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 25.000
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
10 Risico: afschrijvingen bedrijfsgebouwen met restwaarde (60% van de WOZ waarde) 1 5 € 690.360
Toelichting risico:Bij de heroverwegingen in 2021 is besloten om miv 2022 de bedrijfsgebouwen ipv 50%, af te schrijven tot 60% van de WOZ-waarde.
Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Het percentage ligt in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
Risico's die niet op geld gezet zijn
11 Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 - PM
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
12 Risico: Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) 5 - PM
Toelichting risico: Aan de berekening van de baten, lasten en kostendekking van de diensten waarvoor leges wordt geheven ligt een raming ten grondslag. Deze raming bevat een aantal onzekerheden. Die onzekerheden waren er in andere jaren ook, maar zijn nu groter door de invoering van de Omgevingswet en Wkb vanaf 2024. Zie ook paragraaf 1.
Tot 2032 hebben gemeenten de tijd om een omgevingsplan op te stellen. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels gestart. Via diverse circulaire hebben wij compensaties ontvangen voor de invoeringskosten van de omgevingswet (en Wkb). Wij kunnen nu nog onvoldoende inschatten of de beschikbare middelen en eventueel nog te ontvangen middelen toereikend zijn om alle invoeringskosten te dekken.
Beheersmaatregel: Zowel de lasten voor het opstellen omgevingsplan als de kostendekkenheid leges wordt gemonitord. Indien monitoring aanleiding geeft tot bijstelling, ontvangt u hiervoor een voorstel.
13 Risico: Fraude 5 - PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt vanaf 2019 periodiek een fraude risico-analyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aan bod in een separate bespreking met het MT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken
13 Risico: WMO Abonnementstarief 5 - PM
Toelichting risico: Het Rijk is voornemens om vanaf 2026 de eigen bijdrage in te voeren voor alle WMO onderdelen, exclusief vervoer.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'.
13 Risico: Ontoereikend budget voor toekomstig groot onderhoud 5 - PM
Toelichting risico: Uit de nieuwe onderhoudsplannen van KWK, die door de raad in september 2023 van de agenda zijn gehaald, blijkt een structureel hogere onderhoudsbehoefte. Dit komt onder andere door de forse prijsstijgingen van de afgelopen jaren. Daarnaast zijn de nieuwe onderhoudsplannen gebaseerd op de actuele wet- en regelgeving. Ook dit heeft een prijsverhogend effect. Verder zijn bepaalde onderhoudselementen in deze onderhoudsplannen eerder begroot en zijn er meer onderhoudselementen opgenomen dan in de oude onderhoudsplannen. Deze extra lasten zijn dus ook niet verwerkt in de begroting.
Beheersmaatregel: Besluitvorming over nieuwe onderhoudsplannen vindt plaats na de vaststelling van het accommodatiebeleid.
14 Accommodatiebeleid 5 - PM
Toelichting risico: Planning is dat na de zomer 2024 een voorkeursscenario accommodatiebeleid wordt vastgesteld. De ingeschatte investering in het voorkeursscenario bedraagt € 55 miljoen en de jaarlijks kapitaallasten bedragen € 2,7 miljoen. Voor een aantal accommodaties wordt in het voorkeursscenario voorgesteld om aanvullend onderzoek te doen voordat er besluitvorming over deze accommodaties plaatsvindt. Besluitvorming over de uitwerking van het accommodatiebeleid inclusief de dekking staat gepland voor januari 2025.
Beheersmaatregel: In de huidige begroting staat in 2024 € 200.000 voor accommodatiebeleid. Dit bedrag loopt jaarlijks op met € 100.000. Bij de kaderbrief 2025-2029 is besloten om het budget 2025 te reserveren, omdat we niet eerder dan 2025 starten met investeringen. Er ontstaan dus op zijn vroegst in 2026 kapitaallasten. Ook is bij deze kaderbrief besloten om het budget vanaf 2028 met € 100.000 per jaar te verhogen. Bij de uitwerking van het accommodatiebeleid kijken we of dit budget genoeg is voor de dekking voor de korte termijn en maken we ook een doorkijk naar de (middel)lange termijn.
15 Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 - PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
16 Risico: Verbonden partijen 2 - PM
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese
gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen.
Verder is onze gemeente sinds kort betrokken bij het controllers overleg voor friese gemeentes inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij. Vooralsnog is de financiele impact lastig in te schatten, dus voor nu op PM gezet.
17 Risico: OWO bedrijfsvoering 2 - PM
Toelichting risico: het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten. De financiele impact is lastig op geld te zetten, daarom op PM gezet.
TOTAAL € 2.079.910

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Prijsstijgingen
De subsidies en bijdragen in de begroting zijn, conform de uitgangspunten in de Kaderbrief 2025, verhoogd met 2,8%. Automatische prijscompensatie voor uitbestede werkzaamheden en leveranties passen wij niet toe.

Financiële kengetallen en geprognosticeerde balans

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen en geprognosticeerde balans

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. Er is ook een geprognosticeerde balans opgenomen in de begroting. De kengetallen komen voort uit deze balans. Het voorgestelde nieuw beleid is in de berekening van deze kengetallen niet opgenomen. 

Kengetallen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2023 2024 2025 2026 2027 2028
Netto schuldquote 19% 29% 32% 38% 37% 34%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 17% 19% 26% 31% 30% 27%
Solvabiliteitsratio 47% 45% 37% 35% 35% 36%
Structurele exploitatieruimte 1% 2% 0% -2% -1% 0%
Grondexploitatie 4% 0% 0% 0% 0% 0%
Belastingcapaciteit 82% 84% 83% 83% 83% 83%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) 8.126 -4.400 -8.321 -1.917 -49 2.031

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen. Met percentages van 33% en 26% is er sprake van een stijging ten opzicht van voorgaande jaren. Dit komt door het aantrekken van een lening van 20 miljoen, maar de ratio's liggen nog steeds ruim binnen de acceptabele marge.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit in 2027 met 37% nog steeds ruim voldoende is om tegenvallers op te vangen.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. In 2025 is deze positief. In de jaren 2026 en 2027 is de ratio negatief door het negatieve structurele resultaat. In 2028 is het percentage weer positief.

Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 0,0% ligt ruim onder de signaleringswaarde van 20% en geeft aan dat het risico voor ons zeer laag is. Als er nieuwe exploitaties worden uitgegeven zal dit percentage stijgen. Uiteraard wordt de ratio daarin meegewogen.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 83% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de opbrengsten vanuit woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2025 is negatief.

Geprognosticeerde balans
De geprognosticeerde balans biedt inzicht op hoofdlijnen van de effecten van de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente voor de komende jaren. De balans is opgesteld op basis van bestaand beleid.

 

x € 1.000
Activa 31-dec-23 31-dec-24 31-dec-25 31-dec-26 31-dec-27 31-dec-28
Vaste Activa
Immateriele Vaste Activa 2.643 2.567 2.409 2.251 2.093 1.935
Materiele Vaste activa 64.868 65.142 71.548 70.788 69.894 68.349
Financiele vaste activa 6.687 6.560 6.432 6.312 6.204 6.096
Totaal Vaste activa 74.198 74.269 80.389 79.351 78.191 76.380
Vlottende activa
Voorraden 954 -107 0 0 0 0
Vordering 9.505 24.093 25.431 25.431 25.431 25.431
Liquide middelen 427 1.727 0 0 0 0
Overlopende activa 4.124 4.124 4.124 4.124 4.124 4.124
Totaal Vlottende activa 15.010 29.837 29.555 29.555 29.555 29.555
Totaal Activa 89.208 104.106 109.944 108.906 107.746 105.935
x € 1.000
Passiva 31-dec-23 31-dec-24 31-dec-25 31-dec-26 31-dec-27 31-dec-28
Vaste passiva
Eigen vermogen 37.899 41.755 41.686 40.538 38.286 37.879
Resultaat 3.856 -69 -1.148 -2.252 -407 328
Voorzieningen 11.009 9.849 9.031 8.448 7.754 7.754
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 25.167 41.294 35.220 33.146 31.072 28.998
Totaal Vaste passiva 77.931 92.829 84.789 79.880 76.705 74.959
Vlottende passiva
Vaste schulden met een rentetypische looptijd tot 1 jaar of korter 3.049 3.049 16.927 20.798 22.813 22.748
Overlopende passiva 8.229 8.229 8.229 8.229 8.229 8.229
Totaal Vlottende passiva 11.278 11.278 25.156 29.027 31.042 30.977
Totaal Passiva 89.208 104.106 109.944 108.906 107.746 105.935

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties

.

x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2023 2024 2025 2026 2027 2028
0. Bestuur en ondersteuning
Automatisering - 1.383 - 1.798 - 1.865 - 1.865 - 1.865 - 1.865
2. Vervoer
Bruggen en oevervoorzieningen - 74 - 69 - 85 - 86 - 95 - 97
Verkeersvoorzieningen - 1.323 - 372 - 357 - 357 - 357 - 357
Verhardingen - 405 - 1.877 - 1.877 - 1.177 - 1.177 - 1.177
4. Onderwijs
Huisvesting Onderwijs - 927 - 903 - 927 - 927 - 951 - 927
5. Sport, cultuur en recreatie
Openbaar Groen - 1.037 - 923 - 991 - 884 - 898 - 894
Welzijn en sportaccommodaties - 1.387 - 1.629 - 1.426 - 1.914 - 1.983 - 2.080
7. Volksgezondheid en milieu
Rioleringen - 1.582 - 1.541 - 1.504 - 1.503 - 1.501 - 1.498
Totaal onderhoud kapitaalgoederen - 8.118 - 9.112 - 9.032 - 8.713 - 8.827 - 8.895

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit. Voor 2025 is er net als in 2024 een bedrag van € 700.000 beschikbaar gesteld  voor het verbeteren van de kwaliteit van de wegen. 

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken

Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (onder andere bruggen en oevervoorzieningen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit. U heeft bij de Kaderbrief 2025-2028 besloten om vanaf 2025 krediet beschikbaar te stellen voor onderhoud van oevervoorzieningen. Provincie Fryslân heeft in 2023 de oevers inclusief de oevervoorziening van de vaarwegen toegewezen aan een beheerder. De basis hiervoor is de Waterwet die in 2009 is ingevoerd.  De afspraken houden in grote lijnen in dat de gemeente aansprakelijk is voor het onderhoud van de oevervoorzieningen binnen de bebouwde kom en de provincie voor de oevervoorzieningen buiten de bebouwde kom. Door de toewijzing is nu helder wie voor welk deel van de oevervoorziening verantwoordelijk is.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de "Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A." De Coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit. Het onderhoud aan de lichtmasten voor de komende jaren kan op basis van het huidige prijspeil binnen het bestaande budget worden uitgevoerd. Voor de jaren na 2027 zal er een groter budget nodig zijn door de vervangingen die dan gepland staan.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader
Er is een Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, opgesteld en vastgesteld in april 2021. Het Biodiversiteitsplan vervangt op onderdelen de Notitie Groenbeleid 2011. In 2020 heeft u de notitie “Het behoud van veilige bomen" vastgesteld. Uitvoering hiervan zullen we continueren.

In de Notitie Groenbeleid 2011 is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten (snippergroen). Voor de uitvoering van het groenbeheer gebruiken we een groenbeheersysteem. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

Financiële gevolgen voor de begroting

De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit. Voor het bestrijden van de eikenprocessierups heeft u bij de kaderbrief 2025-2028 besloten voor 2025 incidenteel € 97.000 beschikbaar te stellen (i.v.m. de gestegen lasten) en voor het vervolg de evaluatie van begin 2025 af te wachten. De afweging over structurele inzet vindt plaats bij de Kaderbrief 2026.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Beleidskader
Het Water en rioleringsprogramma 2025-2029 (Wrp) wordt eind 2024 vastgesteld. In het Wrp staat hoe de gemeente invulling geeft aan de afvalwater- hemelwater- en grondwaterzorgplicht.

Financiële gevolgen voor de begroting
In het kostendekkingsplan behorende bij het Wrp is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2025-2029. In de Verordening rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Gymnastieklokalen

Terug naar navigatie - Gymnastieklokalen

Beleidskader
Voor het groot onderhoud aan de gymnastieklokalen is een voorziening gevormd. In december 2023 heeft de raad besloten om de bestaande onderhoudsplannen van de gymnastieklokalen in Appelscha, Elsloo, Donkerbroek en Oosterwolde te handhaven. Dit betekent dat het onderhoud aan de accommodaties zoveel mogelijk uitgevoerd wordt conform bestaande onderhoudsplannen en dat de bestaande voorzieningen en dotaties hier op gebaseerd zijn. Voor een aantal accommodaties is door de raad besloten om extra onderhoud uit te voeren en dit ten laste te brengen van de voorziening. De besluitvorming over de nieuwe onderhoudsplannen van deze accommodaties is verschoven na het vaststellen van het accommodatiebeleid. Planning is dat na de zomer 2024 een voorkeursscenario accommodatiebeleid wordt vastgesteld. Besluitvorming over de uitwerking van het accommodatiebeleid inclusief de dekking staat gepland voor januari 2025.

Financiële gevolgen voor de begroting
Nader te bepalen na vaststelling van het accommodatiebeleid.

Multifunctionele- en welzijnsaccommodaties

Terug naar navigatie - Multifunctionele- en welzijnsaccommodaties

Beleidskader 
De gemeente is eigenaar van de multifunctionele accommodaties MFA Oosterwolde Zuid, MFS de Boekebeam en MFA de Samensprong en welzijnsaccommodatie de Kompaan. MFA Oosterwolde Zuid wordt nog beheerd en geëxploiteerd door de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde Zuid. Voor MFS de Boekebeam en MFA de Samensprong is het beheer en exploitatie overdragen aan de gemeente. De Stichtingen Beheer voor deze accommodaties zijn opgeheven. De Kompaan wordt beheerd en geëxploiteerd door Stichting Scala. Voor het groot onderhoud aan de multifunctionele- en welzijnsaccommodaties zijn voorzieningen gevormd.  In december 2023 heeft de raad besloten om de bestaande onderhoudsplannen van de multifunctionele- en welzijnsaccommodaties te handhaven. Dit betekent dat het onderhoud aan de accommodaties zoveel mogelijk uitgevoerd wordt conform bestaande onderhoudsplannen en dat de bestaande voorzieningen en dotaties hier op gebaseerd zijn. Voor een aantal accommodaties is door de raad besloten om extra onderhoud uit te voeren en dit ten laste te brengen van de voorziening. De besluitvorming over de nieuwe onderhoudsplannen van deze accommodaties is verschoven na het vaststellen van het accommodatiebeleid. Planning is dat na de zomer 2024 een voorkeursscenario accommodatiebeleid wordt vastgesteld. Besluitvorming over de uitwerking van het accommodatiebeleid inclusief de dekking staat gepland voor januari 2025.

Financiële gevolgen voor de begroting
Nader te bepalen na vaststelling van het accommodatiebeleid.

Gemeentelijke monumenten en museum

Terug naar navigatie - Gemeentelijke monumenten en museum

Beleidskader
Voor de gemeentelijke monumenten en molen 'De Weijert' worden in de toekomst MeerjarenOnderhoudsPlanningen vervaardigd. Totdat dit is gebeurd worden de objecten periodiek geïnspecteerd. In 2023 is het schilderwerk van de molen uitgevoerd.

Financiële gevolgen voor de begroting
Op dit moment zijn de reguliere onderhoudslasten opgenomen in de begroting. 

Huisvesting gemeentelijke activiteiten

Terug naar navigatie - Huisvesting gemeentelijke activiteiten

Beleidskader
Het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP's) opgenomen. Het gaat om de volgende gebouwen: gemeentehuis, de gemeentewerf en het overslagstation. Na vaststelling van het accommodatiebeleid wordt de MOP voor het gemeentehuis geactualiseerd. Met de actualisatie voor de gemeentewerf en het overslagstation wordt nog even gewacht. In november 2021 heeft de raad € 4.333.422 beschikbaar gesteld voor de (ver)nieuwbouw van de gemeentewerf. Op dit moment staat het project 'on hold'. De raad wordt over project regelmatig geïnformeerd.

Financiële gevolgen voor de begroting
Dekking van de onderhoudslasten loopt via de bestaande budgetten. 

Overige gebouwen

Terug naar navigatie - Overige gebouwen

Beleidskader
De gemeente is eigenaar van het Biosintrum, de Bosbergtoren en de koepel en spots aan de Boerestreek. Het Biosintrum wordt verhuurd aan de stichting Biosintrum. De Bosbergtoren wordt sinds medio 2022 verhuurd aan Coöperatie Appelscha. Voor het groot onderhoud aan de Bosbergtoren is een voorziening gevormd. Het onderhoudsplan is de basis voor aanwending en dotatie aan de voorziening. Voor het Biosintrum wordt na het vaststellen van een onderhoudsplan een voorziening gevormd.
Het eigendom van de tennisaccommodaties in Appelscha, Oosterwolde en Haulerwijk ligt bij de gemeente. De gemeente is daarnaast eigenaar van de voormalige opslagruimte sportpark Ontwijk, clubgebouw voormalige vv Griffioen, voormalige Aula en voormalig schoolgebouw bbs de Peggebult. De gemeente is ook eigenaar van diverse gebouwen/faciliteiten aan de Turfroute, zoals de toiletgebouwen in Oosterwolde en Donkerbroek, de passantenhaven/toiletgebouw in Oldeberkoop, de vuilwaterpomp in Appelscha en de stroompalen en muntautomaten aan de Turfroute. 

Financiële gevolgen voor de begroting
Dekking van de onderhoudslasten van de overige gebouwen loopt via de bestaande budgetten.

Sportaccommodaties

Terug naar navigatie - Sportaccommodaties

Beleidskader
Voor sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde is vanaf 2007 Laco verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. Voor sporthal de Bongerd te Haulerwijk is vanaf 2022 stichting sporthal de Bongerd verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De huidige exploitatieovereenkomsten lopen tot en met 2026. Per 2022 geldt een nieuwe termijn van 5 jaar voor de exploitatie van sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk. Daarvoor zijn in 2021 per sportaccommodatie exploitatieovereenkomsten gesloten met elk een eigen exploitant. Voor het Bosbad is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar. 

Voor het groot onderhoud aan de sportaccommodaties zijn voorzieningen gevormd. De onderhoudsplannen zijn de basis voor aanwendingen en dotaties aan de voorzieningen. In december 2023 heeft de raad besloten om de bestaande onderhoudsplannen van de sportaccommodaties te handhaven. Dit betekent dat het onderhoud aan de accommodaties zoveel mogelijk uitgevoerd wordt conform bestaande onderhoudsplannen en dat de bestaande voorzieningen en dotaties hierop gebaseerd zijn. Voor een aantal accommodaties is door de raad besloten om extra onderhoud uit te voeren en dit ten laste te brengen van de voorziening. De besluitvorming over de nieuwe onderhoudsplannen van deze accommodaties is verschoven na het vaststellen van het accommodatiebeleid. Planning is dat na de zomer 2024 een voorkeursscenario accommodatiebeleid wordt vastgesteld. Besluitvorming over de uitwerking van het accommodatiebeleid inclusief de dekking staat gepland voor januari 2025.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet om de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van BTW voor planmatig onderhoud voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke uitkering sport (SPUK) sport, tot en met 2025, voor gemeenten om het BTW-nadeel (grotendeels) te compenseren. Over de voortzetting van SPUK sport na 2025 is nog geen besluit genomen. Wel is aangegeven dat de middelen op een nog nader te bepalen manier bij de gemeente terecht komen. Vanaf 2021 is er, door aanpassing van de afspraken, duidelijkheid omtrent de winstbeogendheid van deze exploitanten en wordt de btw op het planmatig onderhoud van het betreffende onroerend goed gecompenseerd via het BTW-aangifte.  

Financiële gevolgen voor de begroting
Nader te bepalen na vaststelling van het accommodatiebeleid.

Sportterrreinen

Terug naar navigatie - Sportterrreinen

Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. Het sportcomplex Waskemeer is uitgebreid met een wetra-veld en beschikt nu over een volledig trainingsveld. Daarnaast zijn alle sportvelden voorzien van automatische beregening. In 2023 is het onderhoud opnieuw aanbesteed en gegund voor vier jaar met tweemaal de mogelijkheid om de termijn met een jaar te verlengen. Er wordt gebruik gemaakt van robotmaaiers.

Financiële gevolgen voor de begroting
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. 

Overzicht beheerplannen

Terug naar navigatie - Overzicht beheerplannen

.

Naam beheerplan Vastgesteld in de raad Looptijd Lasten Is er achterstallig onderhoud?
Wegen MOP wegen 21-9-2021 MadR 2022 t/m 2026 1.156.000 Nee
Kunstwerken MOP Civieltechnische Kunstwerken 2023-2027 8-9-2022 MadR 2023 t/m 2027 69.000 Nee
Gebouwen MOP gemeentelijke vastgoed 2016 t/m 2025 176.500 Nee
Water N.v.t. nvt
Riolering Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 1-7-2020 2020 t/m 2024 2.983.000 Nee
Openbare verlichting MOP OV 2023-2027 28-5-2024 2024 t/m 2027 265.000 Nee

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2023 is door u op 26 september 2023. In artikel 19 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.


Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De k
asgeldlimiet voor 2025 bedraagt €8,0 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2025 van afgerond €94,5 miljoen).


Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in de jaren 2025-2028 naar v
erwachting niet wordt overschreden.

 

x € 1.000
Rente risiconorm Begroting MJB MJB MJB
2025 2026 2027 2028
Renterisiconorm
Lasten begroting 94.489 91.249 89.374 89.464
Percentage renterisiconorm 20% 20% 20% 20%
Totaal renterisiconorm 18.898 18.250 17.875 17.893
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 6.000 4.500 4.500 4.500
Geldleningen met renteherzieningen - - - -
Totaal aflossingen en renteherzieningen 6.000 4.500 4.500 4.500
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 12.898 13.750 13.375 13.393

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Gemidd. rente Bedrag Gemidd. rente
Stand per 1 januari 2025 39.000 1,82% 2.294 4,49%
Nieuwe leningen - -
Reguliere aflossingen -6.000 -73
Vervroegde aflossingen - -
Stand per 31 december 2025 33.000 1,75% 2.294 4,56%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2025 is als volgt berekend: rente 2025 / stand 1-1-2025. Het gemiddelde rentepercentage eind 2025: rente 2026 / stand per 31-12-2025. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering. Op basis van de huidige liquiditeitsprognose is er rekening gehouden in de begroting met nieuwe (her)financiering ter hoogte van € 20 miljoen voor de periode 2025-2028.

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

 

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningcorporaties 2.293
MFC Oldeberkoop 197
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 791
Dorpshuizen 5
Vereniging toerisch recreatief belang 8
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 3.000
Stand per 1 januari 2025 6.413

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven een bepaald drempelbedrag van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Vanaf 1 juli 2021 wordt voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille nog juist is.

Renteschema
Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Eén van de onderdelen is de gewijzigde rentetoerekening en de aanbeveling om onderstaand renteschema op te nemen.

 

x € 1.000
Renteschema 2024 Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 787
b. De externe rentebaten (idem) -112
Saldo rentelasten en rentebaten 675
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend -
c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden -105
toegerekend
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor 105
is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden
toegerekend
1
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 676
d1. Rente over eigen vermogen -
d2. Rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 676
e. De aan taakvelden toegerekende rente (rente-omslag) -134
Renteresultaat op het taakveld Treasury 542

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf is een benaderbare, lokale overheid. Wij weten wat er speelt en bieden oplossingen die ertoe doen. 

We zijn een mooie, groene gemeente. We bieden onze inwoners, ondernemers en bezoekers een aantrekkelijke, veilige en bereikbare leefomgeving. Inwoners en ondernemers kunnen bij ons rekenen op een goede service onder alle omstandigheden. Veel voorkomende verzoeken worden snel en adequaat afgehandeld. We weten wat er speelt in onze samenleving en omgeving. Dit betekent dat wij reageren op signalen en meedenken met initiatieven. Wij faciliteren zelfredzaamheid en bieden hulp en zorg waar nodig. Wij zoeken naar integrale oplossingen voor complexe onderwerpen waar verschillende belangen bij elkaar komen. 

Wij zijn trots op de OWO-samenwerking en onze OWO-partners kunnen rekenen op een proactieve inzet in de samenwerking.

Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht

We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Fries, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie. In samenspraak met de gemeente wordt per domein een toezichtsplan opgesteld.

Human Resource Management

Terug naar navigatie - Human Resource Management

De krapte op de arbeidsmarkt is nog steeds reden tot zorg. De uitstroom van medewerkers is veel groter dan voorheen. Daarom vraagt het vinden, binden en boeien van medewerkers blijvende aandacht en steeds nieuwe impulsen. Dat doen we o.a. door goede begeleiding van medewerkers, het bieden van kansen voor ontwikkeling, door te laten zien waar we voor staan en het actief uitdragen van onze kernwaarden Betrokken, Open, Eenvoud en Focus.

In 2025 is de aanpassing van de inrichting van het gemeentehuis aan hybride werken afgerond. In 2025 ligt de focus op het stimuleren van het juiste, flexibele gebruik van de verschillende werkplekken en ruimtes.

Door samen met Weststellingwerf over te gaan op het gemeentelijke functiewaarderingssysteem HR21 harmoniseren we onze functiehuizen en komen we in 2025 tot 1 functieboek en conversietabel. Daarmee zorgen we ervoor dat we met ons loon- en functiegebouw up-to-date zijn en in de pas lopen met gemeenten van vergelijkbare grootte.

Financiën, Planning & Control

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control

De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol.

Juridische kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Juridische kwaliteitszorg

De juridische functie in de vak afdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridisch advies. Juridische control is de taak van BJZ. We investeren in kennis en kunde (door beschikbaar stellen van informatie en standaard formats, casusanalyse, opleidingen en trainingen) en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. We stimuleren de 'informele aanpak': eerst het goede gesprek (premediation).

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Vanaf boekjaar 2023 is de wetgeving met betrekking tot de accountantscontrole van gemeenten gewijzigd. In 2023 is in de Jaarstukken voor het eerst een rechtmatigheidsverantwoording opgenomen. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de mate waarin de gemeente de wet- en regelgeving naleeft, voor zover dit financiële gevolgen heeft. Om verantwoording af te kunnen leggen vormt de verbijzonderde interne controle een belangrijke basis. Jaarlijks leggen we de uitvoering hiervan vast in het Interne Controleplan. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden. 

Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging en Privacy

Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik. 

Ons informatiebeveiligingsbeleid dient volledig gebaseerd te zijn op het treffen van passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), het normenkader geldend voor de gemeenten, provincies, waterschappen en Rijk. Jaarlijks leggen we volgens dit normenkader verantwoording af aan de gemeenteraad en verschillende toezichthouders.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Jaarlijks toetsen we door middel van zelfevaluatie en externe audits de specifieke maatregelen voor de BRP en de waardedocumenten, de BAG, BGT, BRO, DigiD en Suwinet. 

Burgers hebben op grond van de AVG in bepaalde voorwaarden ook op grond van de Wpg het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. In 2025 zullen we verder werken aan de inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform de privacywetgeving. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. De gemeente zet diverse instrumenten in om het informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren.

Fraude

Terug naar navigatie - Fraude

Jaarlijks stellen we vast of we binnen onze algehele bedrijfsvoering in voldoende mate effectieve technische en organisatorische maatregelen hebben getroffen om misbruik, oneigenlijk gebruik en fraude te voorkomen, dan wel op te sporen. Hierbij houden we ook rekening met invloeden van buiten de organisatie, zoals corruptie, omkoping, bedreiging en cybercrime. We werken aan een overkoepelende nota over misbruik en oneigenlijk gebruik. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

We gebruiken verschillende kanalen en middelen om inwoners, ondernemers en relaties te betrekken en te vertellen over ons beleid en onze diensten. Hiervoor gebruiken we offline en online kanalen. Online ontwikkelen we door. Zo houden we het gebruik van onze website en social media scherp in de gaten en werken we steeds aan gebruikersgemak en bereik. We letten op belangrijke trends in communicatie en (online) media en zorgen dat iedereen de gemeente kent, herkent en weet wat de gemeente voor inwoners, ondernemers en andere relaties kan betekenen. 
We adviseren bij de organisatieontwikkelingen en de bestuurlijke dossiers. Daarnaast richten we ons op het stimuleren, coachen en ondersteunen van de organisatie om communicatiebewustzijn en –vaardigheden te vergroten. Schrijven in heldere taal (B1) is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Communiceren doen we allemaal in ons dagelijks werk.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2025 bedraagt € 192.000.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2025)
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang Bijdrage 2025 € 3.449.073:
1. Gezondheid € 211.952
2. Jeugdgezondheidszorg € 1.131.386
3. Veiligheid € 154.310
4. Brandweer € 1.951.425
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2025 € 6.973 1-1-2025 € 93.559
31-12-2025 € 6.493 31-12-2025 € 102.023
Verwacht resultaat x € 1.000 € 0 (2025)
Risico's Als de VRF afwijkt van afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF. Daarnaast is zien we jaarlijks een verder toenemende gemeentelijke bijdrage, veelal veroorzaakt door autonome ontwikkelingen die ook de VRF raken. De prijsstijgingen gecombineerd met een takendiscussie blijven onderwerp van gesprek.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Nijboer
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden.
Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR gering.
Financieel belang Vanaf 2020 is sprake van een geringe exploitatiebijdrage.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2025 € 0 01-01-2025 € 3.420
31-12-2025 € 0 31-12-2025 € 4.000
Resultaat x € 1.000 € 0 (2025)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap

.

Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten en de gemeente Ooststellingwerf nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder van Weperen
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2025: € 94.069
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2025 € 1.614 1-1-2025 € 1.286
31-12-2025 € 1.621 31-12-2025 € 867
Verwacht resultaat x € 1.000 € 0 (2025)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag.
De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2025: € 798.982
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2025 € 1.200 1-1-2025 € 3.200
31-12-2025 € 1.200 31-12-2025 € 3.200
Verwacht resultaat x € 1.000 € 0 (2025)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek heeft voor onze gemeente een forse verhoging van de bijdrage betekend.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (Hus en Hiem)

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (Hus en Hiem)
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Nijboer.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2025 € 257 1-1-2025 € 453
31-12-2025 € 257 31-12-2025 € 423
Resultaat x € 1.000 € 0 (2025)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen.

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2023 bedroeg € 61.000 (Afvalsturing). Uitkering NV Fryslan Miljeu is nog niet bekend.
Omvang van het vermogen x € 1.000 * a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2023 € 70.303 1-1-2023 € 119.141
31-12-2023 € 78.528 31-12-2023 € 106.366
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2023 € 11.303 1-1-2023 € 23.497
31-12-2023 € 11.572 31-12-2023 € 26.299
Resultaat x € 1.000 a. € 10.322 (2023)
b. € 1.007 (2023)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het dividend over 2023 was € 34.370
Omvang van het vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 4.615.000 1-1-2023 € 107.459.000
31-12-2023 € 4.721.000 31-12-2023 € 110.819.000
Resultaat x € 1.000 € 254.000 (2023)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Omvang van het vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 68 1-1-2022 € 1.029
31-12-2022 € 65 31-12-2022 € 1.061
Resultaat x € 1.000 € -3 (2022)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad ter decharge voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

Door de druk op de woningmarkt heeft de gemeenteraad al in 2022 besloten om actief regie te voeren op en beleid te maken over (haar eigen) grond ten behoeve van woningbouw. De gemeenteraad heeft hiervoor een verhoogd strategisch aankoopbudget beschikbaar gesteld. Zodoende zijn wij druk bezig met het doen van  strategische aankopen. De ambtelijke Taskforce Wonen is druk bezig met de woningbouwopgave.

Het grondbeleid is gericht op, en voldoet aan, de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Ook staat het grondbeleid ten dienste van algemene maatschappelijke taken op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs. Het geeft sturing aan de inzet en het gebruik van grond om zodoende de door de gemeente nagestreefde doelen te realiseren. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich. 

Naast de gemeentelijke plannen zijn er woningbouwontwikkelingen die volledig door private ontwikkelaars worden uitgevoerd. Ook zijn er ontwikkelingen waarbij de gemeente regie voert op het gewenste woningbouwprogramma en de ontwikkeling/realisatie hiervan door een private partij laat uitvoeren. De kosten hiervan verhalen we vervolgens op de ontwikkelende partij (Afdeling 13.6 Omgevingswet). Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst. In de gemeentelijke plannen worden de kosten verdisconteerd in de grondprijs. Echter, door kostenverhogende factoren en de volkshuisvestelijke opgaven (2/3 betaalbaar en 30% sociale woningbouw) komt de financiële haalbaarheid van de gemeentelijke plannen onder druk te staan. De kans dat de gemeente eigen middelen zal moeten inzetten om plannen haalbaar te maken is niet ondenkbaar.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid 2022: De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. Voor de uitgifte van grond hanteren wij een uitgifteprotocol, overeenkomstig de juridische Didam-richtlijnen.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/internationale regelgeving:

  • Omgevingswet
  • Omgevingsplan
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Voorkeursrecht Gemeenten (Hfd 9 Omgevingswet)
  • Wet Markt en Overheid
  • Aangepaste Huisvestingswet 2014
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).


Het ontwikkelen en realiseren van woningbouw in relatie tot onze volkshuisvestelijke opgave vraagt om een op maat gesneden aanpak. Deze aanpak sluit aan bij de Woon(zorg)visie. Daarnaast zijn in de Regiodeal Wonen afspraken gemaakt met Rijk, Provincie en regio over de woningbouwopgave voor de gemeente Ooststellingwerf.  

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen. Daarbij willen wij voldoen aan de door het Rijk en Provincie Fryslân gestelde volkshuisvestelijke opgaven. 

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt grondzaken zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Omgevingswet.
  • Voldoet grondzaken aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft grondzaken een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is grondzaken robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is grondzaken financieel transparant en gezond (inzet op terugverdiencapaciteit en kostenverhaal).
  • Heeft grondzaken dwarsverbanden met de leefbaarheid.

 

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet is de Nota Grondbeleid 2022 aangepast. In de Omgevingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht en onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Ook het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling is in de Omgevingswet opgenomen. 

Woningbouwopgave
Wonen in Ooststellingwerf
De Woon(zorg)visie 2022-2026 is door de raad vastgesteld. Als input hiervoor is onder andere woningmarktonderzoek gedaan. Wonen en zorg is een belangrijk thema voor het wonen de komende jaren, evenals betaalbaarheid en de beschikbaarheid van zowel koop als huurwoningen. We gaan voor een kwalitatieve toekomstbestendige woningvoorraad. 

Nieuwbouw
De gemeente heeft in de Regiodeal Zuid-Oost Fryslân de opgave gekregen om 700 woningen bij te bouwen. Het Rijk wil dat de provincie nog meer woningen gaat realiseren dan in de Woondeal is afgesproken. Dit betekent dat het zeer waarschijnlijk is dat de gemeente Ooststellingwerf meer dan 700 moet realiseren. Met de regio moeten hier nog afspraken over worden gemaakt. 

De Taskforce wonen is in gesprek met initiatiefnemers, corporaties, bouwers en de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij speciale aandacht voor betaalbare woningen en innovatieve woningbouw. Daarnaast zetten we in op intensievere samenwerking met en tussen zorgpartijen om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen. Ook hebben we aandacht voor de huisvesting van speciale doelgroepen (per 1-1-2024 door het Rijk aangewezen).

Complexen grondexploitatie
Woningbouw

  • Langedijke: het plan is woonrijp.
  • uitbreiding Elsloo: het plan is woonrijp gemaakt.
  • Donkerbroek-West: het plan is woonrijp gemaakt
  • De Kromten, Waskemeer:  woonrijp maken in procedure
  • Boekhorsterweg, Oosterwolde: woonrijp maken in procedure
  • Muldersveld, Makkinga: in procedure gebracht
  • 't Hooge 2, Oldeberkoop: in procedure gebracht


Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: geen uitgeefbare grond meer beschikbaar
  • Uitbreiding Venekoten in voorbereiding
  • Haulerwijk De Turfsteker: 1 perceel in voorraad, procedurele aanpassing noodzakelijk

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion). Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) wordt de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. 

Voor de toekomstige woningbouw complexen lopen we wel risico. Bij de totaliteit aan nieuwbouw dient 30% van de woningen sociaal te zijn. In de nieuwe wetgeving moet de nieuwbouw zelfs 2/3 betaalbaar zijn. Deze plannen zijn doorgaans financieel niet sluitend. Dit wordt nog nijpender bij complexen in binnenstedelijk gebied waar de grondprijzen hoger zijn (o.a. door sloop van bestaande bebouwing) dan bij buitenstedelijke gebieden (doorgaans agrarisch).

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen door een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen. Er wordt nu gekeken naar het 'percentage of completion'. De stand van de reserve is per 1-1-2024 € 2,293 miljoen. Naast een bedrag van € 1,712 miljoen als algemene reserve grondexploitatie, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 0,581 miljoen beschikbaar. 

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot het door de gemeenteraad vastgestelde bedrag. De voorwaarden om gebruik te maken van het mandaat staan in de ‘Nota Grondbeleid’. (zie financiële verordening 2020 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid). 

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar). Omdat we voorzien dat het aantal complexen (fors) wordt uitgebreid, immers we gaan weer woningbouw initiatieven in ontwikkeling brengen. De administratie wordt hierop aangepast. Hiervoor hebben we het programma Grexmanager ter ondersteuning.

PAS en PFAS

Terug naar navigatie - PAS en PFAS

PAS
Het kabinet heeft als doel geformuleerd om voor het jaar 2030 de hoeveelheid stikstof op minimaal de helft van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen, tot een voor de natuur veilig niveau. Hiervoor is een wetsvoorstel ingediend. De ontwikkelingen blijven we aandachtig volgen.

PFAS
Sinds 2021 voldoen we aan de wettelijke verplichting om een recente bodemkwaliteitskaart inclusief PFAS voor het grondgebied van de gemeente Ooststellingwerf te hebben. Deze bodemkwaliteitskaart is het  toetsingskader bij grondverzet. 

Verschillende lidstaten, met Nederland als koploper, willen dat alle schadelijke PFAS-stoffen worden verboden. Er is hiervoor een Europese verordening in voorbereiding die in de komende 5 jaar van kracht zou moeten worden. Wat de impact van het verbod op onder andere de bouw heeft wordt uitgezocht door de Europese wetenschappelijke comités.

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw
Naast het realiseren van gemeentelijke plannen voor woningbouw worden ook een (groot) aantal woningbouwprojecten door derden (projectontwikkelaars en particulieren) aangedragen en gerealiseerd. De Taskforce wonen begeleidt ook deze projecten. In de Planmonitor (opgedragen door de provincie Fryslân) houden wij deze projecten bij. 

Paragraaf 8 | OWO-Samenwerking

OWO-samenwerking

Terug naar navigatie - OWO-samenwerking

De OWO-samenwerking is uniek te noemen. De samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn. 

1.1 Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 1.1 Algemene ontwikkelingen

Betrokkenheid gemeenteraden bij de OWO-samenwerking 
De OWO-samenwerking leeft niet alleen bij de medewerkers, maar zeker ook bij de drie gemeenteraden. De grote betrokkenheid van de raden geeft aan welk belang zij aan de samenwerking hechten. Via OWO-themabijeenkomsten, de OWO-klankbordgroep en raadsinformatiebrieven blijven we de gemeenteraden betrekken bij de OWO-samenwerking.

Samenwerking, innoveren en wanneer het kan ook harmoniseren 
Samenwerken waar het kan is uitgangspunt bij de OWO. Medewerkers zoeken elkaar actief op, zoeken afstemming en delen kennis met elkaar. Bij nieuwe, beleidsmatige opgaven wordt nagedacht of deze in OWO-verband opgepakt kan worden. Hiervoor is in 2024 het afwegingskader ontwikkeld om zo aan de voorkant heldere afspraken te maken over het doel en de wijze van samenwerken.
 
In 2025 wordt voor de eerste maal een OWO-uitwisselingsweek georganiseerd. Tijdens deze week zoeken medewerkers elkaar actief op om kennis te maken met elkaar, informatie uit te wisselen én samen te werken. De drie gemeenteraden worden gedurende de OWO-uitwisselingsweek uitgedaagd elkaar ook actief op te zoeken. 

1.2 Prioriteiten voor 2025

Terug naar navigatie - 1.2 Prioriteiten voor 2025

Implementatie bodemplaatonderzoeken B&R en VTH 
In 2024 is onderzoek gedaan naar de bodemplaat van de OWO-afdelingen B&R en VTH met als doel inzichtelijk te krijgen wat er nodig is om deze afdelingen toekomstbestendig te houden. De uitkomsten worden eind 2024 / begin 2025 verwacht.

Onze digitale dienstverlening
De inrichting van de digitale dienstverlening is een continue proces. Het gaat hierbij om een goed, werkbaar en veilige ICT-omgeving voor zowel medewerkers als inwoners waar informatie digitaal gemakkelijk doorgestuurd, gevonden én gearchiveerd kan worden. 
In 2025 voldoen we aan de minimale varianten zoals die door de Wet Open Overheid (WOO) en de Wet Modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) aan de gemeenten is opgelegd. We ronden in 2025 de aanbesteding van de nieuwe kernapplicaties af waarna in vier domeinen een geheel nieuwe applicatie is gerealiseerd. Het betreft de vervanging van de kernapplicaties van Financiën, Belastingen en BAG, Dienstverlening en tot slot Sociaal domein.

In 2025 gaan we ook aan de slag met de inrichting van steunpunten in de drie huizen zodat we de OWO-gemeenten nog beter kunnen ondersteunen op het gebied van dienstverlening, ICT en informatievoorziening (archief, post, recordbeheer etc.). In deze begroting is de uitbreiding van formatie voor de bemensing van deze steunpunten verwerkt.

Datagedreven werken en informatieveiligheid  
In 2025 gaat het cluster datamanagement verder met het efficiënter inzetten van ons data- en informatieplatform en het ontwikkelingen van nieuwe informatieproducten, zoals bijvoorbeeld de monitoring voor de WMO en Participatiewet. 
Daarnaast gaat het cluster aan de slag met aan het vergroten van de datavolwassenheid binnen de OWO-gemeenten. Datavolwassenheid betekent de hoeveelheid kennis en vaardigheden die de OWO-gemeenten beschikken om effectief datagedreven te werken. Een eerste stap is het training van medewerkers om data goed te kunnen lezen, er mee te werken en er over te communiceren. Verder wordt een start gemaakt met het opstellen van een Data uitvoeringsplan dat beschrijft hoe de OWO-gemeenten data effectief verzamelt, beheert en optimaal inzet bij het realiseren van maatschappelijke doelen.

Inkoop, aanbesteden en verzekeren 
In OWO-verband werken we nauw samen op het gebied van inkoop en aanbesteding. Om inzicht te krijgen in de aanbestedingen, wordt gewerkt met een aanbestedingskalender. Hiermee wordt inzichtelijk welke aanbestedingen gaan lopen en welke capaciteit er benodigd is van zowel van het team inkoop als uit de organisaties.
Een aantal verzekeringen moet de komende periode worden aanbesteed. Samen met team inkoop en de betreffende gemeentelijke onderdelen wordt er gelijktijdig gekeken naar meer uniformering zowel in de dekking als in de voorwaarden van verzekeringen. Tot slot willen we meer inzetten op het verhalen van schade veroorzaakt door een derde partij. 

De omgevingswet, APV en omgevingsplannen 
Het afgelopen jaar heeft vooral in het teken gestaan ervaring op te doen met de nieuwe Omgevingswet, ondersteuning te bieden aan inwoners bij het aanvragen van een omgevingsvergunning en het begrijpelijker inrichten van het landelijke aanvraagsysteem (DSO). In 2025 werken we in OWO-verband verder aan het opstellen van omgevingsplannen, het opstellen van nieuw evenementenbeleid en nieuwe APV. Deze nieuwe beleidsnota’s proberen we zoveel als mogelijk te harmoniseren en ontvangt u vervolgens voor besluitvorming (APV in het 1e kwartaal 2025, het evenementenbeleid in de 2e helft van 2025).  

Het VTH beleidsplan 
Het VTH beleidsplan loopt in 2024 af. We stellen begin 2025 aan u voor het beleidsplan – met kleine wijzigingen – te verlengen tot het einde van de raadsperiode. We gebruiken vervolgens 2025 om het nieuwe VTH beleidsplan voor te bereiden en de nieuwe Omgevingswet en de uitkomsten van het bodemplaatonderzoek hierin op te nemen.

Ondermijning en veiligheid  
De veranderende maatschappij en oprukkende ondermijning door de verwevenheid van criminaliteit met de bovenwereld heeft gevolgen voor de werkzaamheden binnen VTH. De afgelopen jaren wordt in OWO-verband al hard gewerkt aan de bewustwording van met name ondernemers en agrariërs op het thema ondermijning. Ook de bestrijding van ondermijning heeft veel aandacht. Samen met ketenpartners zoals politie, RIEC, belastingdienst en anderen boeken we succes en is OWO een voorbeeld voor de regio. 
Ook in 2025 blijft ondermijning en veiligheid een prioriteit en zetten we ons samen met onze ketenpartners in op bewustwording (denk aan het organiseren van Jachtseizoen voor jongeren), controles (in bijvoorbeeld horeca en bij vakantieparken) en zo nodig handhaving. 

 

Paragraaf 9 | Strategische projecten en ontwikkelingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf stellen we de strategische ontwikkelingen binnen onze gemeente centraal. Het gaat om de Omgevingswet , de Regio Deal Zuidoost Friesland, stikstof en het accommodatiebeleid. 

1. Omgevingswet

Terug naar navigatie - 1. Omgevingswet

De omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Wij hebben ons daar al geruime tijd op voorbereid, maar toch vraagt het de komende tijd veel van de organisatie.

Beleidscyclus
De omgevingswet vraagt een nieuwe manier van werken, namelijk met een beleidscyclus. Voor de inwerkingtreding van de omgevingswet werd een nieuw beleidsdocument in zijn geheel voorbereid en vastgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om de structuurvisie, een bestemmingsplan of een ander beleidsdocument. Dit waren statische beleidsdocumenten. Onder de omgevingswet worden deze beleidsdocumenten door de beleidscyclus dynamisch.  De beleidsdocumenten, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan, worden per thema, maatschappelijk ontwikkeling of initiatief aangepast. De beleidsdocumenten moeten altijd met elkaar in overeenstemming zijn. Zo kan het voorkomen dat de omgevingsvisie aangepast moet worden om een thema, maatschappelijke ontwikkeling of initiatief mogelijk te maken in het omgevingsplan. Onderstaande afbeelding maakt de beleidscyclus inzichtelijk.

 



Omgevingsvisie
Een belangrijk project in het uitvoeringsprogramma is het opstellen van een omgevingsvisie voor onze gemeente. In deze omgevingsvisie legt de gemeente de koers en ambitie neer voor de fysieke leefomgeving voor de komende jaren. In 2018 is hiervoor door de gemeenteraad een Nota van Uitgangspunten vastgesteld. In 2019 is gestart met het visietraject inclusief een uitgebreid participatieproces met onze inwoners en andere belanghebbenden. In november 2021 is de omgevingsvisie voor Ooststelling door de toenmalige gemeenteraad vastgesteld.

Programma's
De wet kent een aantal verplichte programma's, zoals warmteprogramma, volkshuisvestingsprogramma (opvolger van de verplichte woonzorgvisie) en het actieplan geluid. Deze programma's moeten voor 2026 (deels) vastgesteld zijn. Ook is een programma verplicht als een omgevingswaarde (bijvoorbeeld luchtkwaliteit) overschreden dreigt te worden. Binnen onze gemeente is (vooralsnog) geen sprake van een dreigende overschrijding van een omgevingswaarde.  Naast verplichte programma's zijn er vrijwillige programma's om bijvoorbeeld een nieuw beleidskader vast te stellen voor een thema of gebiedsontwikkeling. Alle programma's zijn zelfbindend, inhoudende dat een gemeente zichzelf moet houden aan de programma's.

Omgevingsplan
Het gebiedsdekkende omgevingsplan is een onderdeel van de Omgevingswet en zal voor 1 januari 2032 klaar moeten zijn.  Een gebiedsdekkend omgevingsplan is één omgevingsplan dat voor de hele gemeente geldt en waarin alle regels die relevant zijn voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Het maken van een dergelijk omgevingsplan is omvangrijk. In 2025 beginnen wij, in OWO verband, met bouwen aan het gebiedsdekkende omgevingsplan. In de tussentijd werken we met tijdelijke omgevingsplannen (van rechtswege omgezette bestemmingsplannen), wat extra werk met zich meebrengt.

Transitiefase
De wet is veelomvattend en vraagt een andere manier van werken, waardoor in de eerste periode kinderziektes zullen optreden. We nemen onze huidige werkprocessen kritisch onder de loep en maken deze Omgevingswetproof. Dit geldt voor het vergunningentraject en voor ruimtelijke initiatieven die bij de gemeente binnenkomen. Ook hier kijken we naar harmonisatie en afstemming met onze OWO-partners. Op dit moment verwerken we de opgedane ervaringen samen met de OWO-partners de nieuwe werkprocessen.  We blijven de communicatie richting onze inwoners en bedrijven over de Omgevingswet intensiveren met meer informatie en uitleg.

2. Regio Deal Zuidoost Friesland

Terug naar navigatie - 2. Regio Deal Zuidoost Friesland

In juli 2020 heeft de regio Zuidoost Friesland een Regio Deal gesloten met het Rijk. Het Rijk investeert € 15 miljoen in deze Regio Deal en daar tegenover zorgt de regio voor minimaal € 15 miljoen aan cofinanciering. De regio doet dit primair vanuit bestaande projecten en programma’s die aansluiten bij de ambities van de Regio Deal. Met de rijksbijdrage kunnen deze projecten en programma’s versneld en/of uitgebreider uitgevoerd worden.

Alle betrokken partners in de regio trekken een aantal projecten. In dit thema beschrijven we uitsluitend de projecten waarvoor de gemeente Ooststellingwerf projecttrekker is. De projecttrekker is primair verantwoordelijk voor de inhoud, organisatie, planning, communicatie, financiën en verantwoording. Daarbij altijd rekening houdend met de regionale context.

De Regio Deal Zuidoost Friesland verloopt voorspoedig en is begonnen aan de afrondende fase. In deze fase worden de projecten uitgevoerd en afgerond. In de oorspronkelijk beoogde planning is de Regio Deal van start gegaan op 1 oktober 2020 en is afgesproken dat alle gelden besteed moeten zijn op 31 december 2023. Hierbij was ruimte overgelaten van 1 januari 2024 tot 1 oktober 2024 voor de afronding en de verslaglegging van de Regio Deal.

De meeste projecten verlopen voorspoedig en hebben geleid tot de versterking van de samenwerking tussen de overheden, onderwijs en zorginstellingen. Bij verschillende projecten is gebleken dat deze, om verschillende legitieme redenen, niet afgerond kunnen worden voor 31 december 2023, maar wel binnen de looptijd van de Regio Deal. Voor Ooststellingwerf is dit het geval voor de projecten Leer- en Kenniscentrum Bodem en Zorgeconomie. Voor enkele projecten is het niet mogelijk om deze af te ronden binnen de looptijd van de Regio Deal. Voor deze projecten is uitstel gevraagd (en verleend) bij het rijk. Voor Ooststellingwerf is dat het geval voor het uitvoeringsprogramma Recreatie & Toerisme. Met een verzoek om uitstel wordt de looptijd van de Regio Deal verlengd met een jaar en is de einddatum van de Regio Deal 1 oktober 2025. Het uitstellen van de einddatum heeft gevolgen voor de overheadkosten. Via de P&C-cyclus wordt een voorstel aan u voorgelegd voor dekking van de extra overheadkosten, zodra hier duidelijkheid over is.

De Regio Zuidoost Friesland heeft geen aanvraag ingediend voor de zesde tranche van de Regio Deal. Dit betekent dat de vorm van samenwerking vanuit de Regio Deal na afronding van onderstaande projecten ten einde komt.

Zorgeconomie
Met het project Zorgeconomie willen we als regio inzetten op een leefbare regio waar onze inwoners prettig kunnen (blijven) wonen en werken. Dit gaat erover wat we als regio kunnen doen om de sociaal maatschappelijke uitdagingen o.a. door vergrijzing en ontgroening tegemoet te treden. We doen dit door in te zetten op positieve gezondheid en werkgelegenheid in de zorg. Er zijn/worden drie regiobrede aanpakken ontwikkeld: Bloeizones, Atelier Sociaal Domein en werkgelegenheid in de zorg.

Voor Zorgeconomie is met de partners uit de Regio Deal een uitvoeringsprogramma opgesteld. We zetten daarbij in op Positieve Gezondheid (Atelier Sociaal Domein en Bloeizone) en Werkgelegenheid in de zorg. Met het thema Positieve Gezondheid beogen we dat onze inwoners mentaal en fysiek gezond blijven. Dit doen we door het stimuleren en faciliteren van Bloeizones in de regio zodat inwoners in een gezonde leefomgeving wonen. Ook werken we met studenten aan vraagstukken rondom Positieve Gezondheid in het Atelier Sociaal Domein. De resultaten hieruit delen we met onze partners. Doel van het thema werkgelegenheid is ervoor zorgen dat we vraagstukken rondom werkgelegenheid (in de zorg) kunnen aanpakken en aantrekkelijk blijven als arbeidsmarktregio. Dit doen we door het verstrekken van opstartsubsidies aan een aantal projecten die een vernieuwende bijdrage leveren aan het personeelstekort in de zorg. Binnen Zorgeconomie werken we nauw samen met verschillende partners, zoals het HANNN, FSP en NHL-Stenden.

Vanuit het Rijk is € 525.000 beschikbaar gesteld om inhoud te geven aan de zorgeconomie. Vanuit de gemeente is € 55.000 aan cofinanciering beschikbaar. De looptijd van het project is tot eind 2023. Inmiddels is er uitstel gevraagd (en verleend) tot 1 oktober 2024. Uitvoering kan binnen de bestaande project begroting. Het project is 1 oktober 2024 afgerond.

Personeelstekort (ouderen)zorg
•    We starten een pilot met waarin we ouders met een bijstandsuitkering een intensief traject aanbieden van hulp in combinatie met een baan in de zorg.
•    We blijven in gesprek met partners in welzijn, zorg, onderwijs en arbeidsparticipatie om te zoeken naar andere concrete oplossingen en kansen die regionale samenwerking ons kan brengen.
•    We gaan onderzoeken hoe we ruimhartiger om kunnen gaan met aanvragen van inwoners voor mantelzorgwoningen en prémantelzorgwoningen.
•    We clusteren woningen voor ouderen zoveel mogelijk, zodat zij onderlinge steun kunnen bieden, de kans op eenzaamheid vermindert en de zorg aan huis goed en efficiënt geboden kan worden.


Masterplan Oosterwolde
De regionale kernen hebben een belangrijke voorzieningenfunctie voor de vele kleine dorpen in de regio. Deze voorzieningen staan zowel qua omvang als kwaliteit onder druk. We willen de sociale cohesie vergroten en het voorzieningenfunctie van Oosterwolde behouden en versterken. Om die reden werken we aan een Masterplan Oosterwolde waarin een structurele versterking van het centrum centraal staat.

Dit project is in 2023 afgerond. Er is een nieuwe detailvisie vastgesteld en er zijn een drietal projecten ten behoeve van de verbetering van de sfeer, leefbaarheid en vergroening van het centrumgebied in Oosterwolde uitgevoerd. Een daarvan is het vergroenen van de Stationsstraat naar voorbeeld van het mobiele bos in Leeuwarden. Er zijn 10 bomen geplant in verrijdbare bakken. De andere twee betreffen het plaatsen van grondspots onder drie grote beukenbomen en plaatsen van stekkers op lantaarns ten behoeve van de feestverlichting.

Uitvoeringsprogramma Recreatie & Toerisme
Het project beoogt een slimme groei van het toerisme in deze regio. Dit betekent dat we een optimale balans willen ontwikkelen tussen een toenemende toeristische druk en de draagkracht van onze leefomgeving. De route naar die balans bepalen we met een regionale toeristische ontwikkelstrategie. Dit project bouwt voort op een reeds bestaande regionale samenwerking en geeft een impuls aan de doorontwikkeling van de ontwikkellijnen en projecten uit het uitvoeringsprogramma Zuidoost Friesland (UPZOF) en aan de verdere versterking van een professionele organisatie voor promotie en marketing van Zuidoost Friesland (TRZF).

De regionale toeristische ontwikkelstrategie is opgesteld. Deze geeft de ontwikkelrichting aan voor 2030 inclusief een uitvoeringsprogramma dat nu in uitvoering is. Het Uitvoeringsprogramma Ervaren-Turf krijgt invulling door de realisatie van TOP’s, entrees en toeristische routes. De TRZF heeft een financiële bijdrage ontvangen om de marketing, professionalisering van de sector en productontwikkeling van Het Andere Friesland verder uit te bouwen.

Vanuit het Rijk is € 1.000.000 beschikbaar gesteld om inhoud te geven aan het uitvoeringsprogramma. Vanuit de regio is € 200.000 aan cofinanciering beschikbaar gesteld. De looptijd van het project is tot eind 2023. Inmiddels is uitstel aangevraagd (en verleend) tot 1 oktober 2025. Bij de uitvoering van het project is gebleken dat de beschikbare rijksbijdrage niet volledig besteed kan worden. Er blijft in ieder geval een totaal van € 270.000 over. Deze gelden zijn in juli 2024 overgeheveld naar het project Water vasthouden bij droogte waar wij geen projecttrekker van zijn.

Leer- en kenniscentrum Bodem
Het LKC-Bodem sluit met name aan op het veerkrachtig landschap en daarmee op maatschappelijke vraagstukken die gerelateerd zijn aan bodemgesteldheid, waterkwaliteit en biodiversiteit. Het Rijk wil dat in 2030 alle landbouwgronden duurzaam worden beheerd. Om dat te realiseren moet er meer worden geïnnoveerd, nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld, kennis over duurzaam bodembeheer verspreiden worden en meer bewustwording worden gecreëerd. Het LKC-Bodem draagt bij aan al deze terreinen. Het LKC-Bodem zal onderdeel worden van een breder in Noord-Nederland opgezette strategie en samenwerking voor praktijkgericht onderzoek naar duurzaam beheerde bodems.

We hebben een leer- en onderzoekscentrum opgezet waar agrariërs, bedrijven, onderzoekers en studenten kennis kunnen vergaren over de samenhang tussen ecosysteem diensten van de bodem, organische stofgehalte, emissies naar lucht en water, circulariteit van gebruik van stofstromen, adaptatie aan klimaatverandering en hiervan afgeleide verdienmodellen. Een centrum dat regionaal is ingebed, maar met een (inter)nationale netwerk en uitstraling. Het centrum heeft als belangrijkste doelstelling handelingsperspectieven te genereren voor inzetten van bodem in een economisch renderende landbouw voor tegengaan van effecten van klimaatverandering en ontwikkelen van methodieken om bodems en geleverde ecosysteemdiensten beter bestand te maken tegen effecten van klimaatverandering.

Vanuit het Rijk is € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de faciliteiten en coördinatie, communicatie en projecten in de eerste drie jaar. In oktober 2024 is dit project afgerond. Het leer- en onderzoekscentrum staat op eigen benen en heeft zelf voldoende middelen gegenereerd uit projecten, cursussen en verhuur faciliteiten om personeel, onderhoud en vervanging te bekostigen.

3. Stikstof

Terug naar navigatie - 3. Stikstof

In de gemeente Ooststellingwerf liggen zowel de stikstofgevoelige gebieden Fochteloërveen en het Drents Friese Wold als ook veel boerenbedrijven. Doel is en blijft om een balans te vinden tussen de draagkracht van de natuur, met een robuust watersysteem en een lage impact op het klimaat, en een perspectief voor de maatschappelijke en economische ontwikkeling voor bewoners, agrariërs, grondeigenaren/beheerders in de gemeente.

In september 2024 is een Voortgangsrapportage Gebiedsprogramma FPLG door de provincie opgesteld. Als Friese overheden blijven we werken we samen met gebiedspartners en Mienskip aan een gedragen (gebieds)aanpak met de middelen die nu beschikbaar zijn en komen via o.a. de maatregelpakketten. We hebben hierbij oog voor elkaars nood en ambities. Rond de aanpak Water en bodem sturend wordt een toenemende urgentie gevoeld en er bestaat een toenemende zorg over de financiële impact hiervan. Denk daarnaast ook aan boerenbedrijven in transitie n.a.v. stoppers, verplaatsings -en ondernemingsregelingen vanuit het Rijk. Dit leidt naar verwachting tot de inzet en input van ambtenaren uit verschillende werkvelden, denk hierbij aan coördinatie, afstemming en het wijzigen van bestemmingen en het maken van nieuw beleid.

Wat gaan de doen:

  • Uitvoeren van de Startnotitie stikstof.
  • Rekening houden met de balans tussen natuur, landbouw en economische ontwikkelingen.
  • Ons inspannen om alle maatschappelijke partners, de natuurorganisaties, grondeigenaren en -gebruikers in het gebiedsproces te betrekken.
  • Onze kennis, ervaring, samenwerking en netwerk op water en bodem sturend verder ontwikkelen.
  • We bieden sociaal psychologische hulp voor agrariërs die daar behoefte aan hebben. Participatie is een belangrijk onderdeel van het proces: we zijn en gaan in gesprek met groepen agrariërs en andere groepen belanghebbenden.
  • Hierin samen met de raad optrekken.

 

4. Accommodatiebeleid

Terug naar navigatie - 4. Accommodatiebeleid

De gemeenteraad stelt begin 2025 nieuw accommodatiebeleid vast. Hierin staat in grote lijnen wat er in de periode van 2025 tot 2050 moet gebeuren met de accommodaties in de gemeente. Het gaat dan bijvoorbeeld over zwembaden, sporthallen, dorpshuizen, schoolgebouwen en andere niet-commerciële gebouwen. Van sommige van deze accommodaties is de gemeente eigenaar en van andere niet. In het accommodatiebeleid komen beide ‘soorten’ aan de orde omdat ook gebouwen waar de gemeente geen eigenaar van is maatschappelijk van grote waarde kunnen zijn.

Waarom nieuw accommodatiebeleid
Er zijn grofweg vier redenen waarom nieuw accommodatiebeleid gewenst is. Ten eerste willen we dat Ooststellingwerf leefbaar blijft. Goede en toegankelijke openbare gebouwen zijn daarvoor een voorwaarde. Daar ontmoeten inwoners elkaar, ontstaan sociale contacten, bewegen inwoners en leren kinderen. Ten tweede moeten we rekening houden met ontwikkelingen als individualisering, vergrijzing en digitalisering. Deze hebben invloed op de toekomstige vraag naar ruimtes en daar willen op anticiperen. Ten derde is het belangrijk dat accommodaties goed beheerd en onderhouden kunnen worden. Ten vierde ligt er een grote opgave om accommodaties te verduurzamen. Naast onze eigen ambities (college-akkoord, samenwerkingsagenda, diverse beleidsstukken) is er ook landelijk beleid (de sectorale routekaarten van het maatschappelijk vastgoed) dat we moeten uitvoeren. Hierin staat dat de CO2 uitstoot van het maatschappelijk vastgoed in 2030 met 49% moet zijn verminderd ten opzichte van 1990 en in 2050 met 95%.

Financieel kader
De raad nam op 8 november 2022 amendement # A-019 "Gas erop van het aardgas af voor slim en toekomstgericht accommodatiebeleid" aan. Dit houdt in dat met ingang van 2024 € 200.000 structureel aan kapitaallast beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van het accommodatiebeleid en in de jaren daarna het budget steeds met € 100.000 wordt opgehoogd, tot er voldoende budget beschikbaar is  voor de uitvoering van het beleid. Bij de kaderbrief 2025-2028 heeft u besloten vanaf 2028 het budget met nog eens € 100.000 extra per jaar te verhogen.

Financiële planning
In het nieuwe beleid staat aan welke gebouwen (accommodaties) de gemeente geld gaat besteden en aan welke niet of minder. De uitvoering van het beleid gebeurt niet allemaal in één keer want dit is financieel en organisatorisch onhaalbaar. De uitvoering gebeurt daarom gefaseerd in de periode van 2025 tot 2050. Het accommodatiebeleid bevat een planning waarin staat wat er binnen 5 jaar wordt opgepakt en wat op middellange (5 tot 15 jaar) en lange termijn (>15 jaar). In het accommodatiebeleid staat ook uitgewerkt wat de financiële gevolgen zijn van de planning voor de eerste 5 jaren. Daarnaast bevat het accommodatiebeleid een financiële doorkijk voor de middellange termijn en de lange termijn.

Paragraaf 10 | Visie op Samenleven

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Dit programma ‘Samenleven’ gaat over de Visie op Samenleven 2020-2024 (vastgesteld in oktober 2019). Het is een integraal programma over het gehele sociaal domein. Het bestaat uit vier opgaven namelijk Meedoen, Samenleven, Gezondheid en Goed Opgroeien. In een doelenboom staat samengevat wat we per opgave willen bereiken (maatschappelijke effecten). De doelenboom vindt u hieronder en in groter formaat op https://www.ooststellingwerf.nl/visie-samenleven

Er is een aantal gemeenschappelijke regelingen dat bijdraagt aan de vier opgaven: 

  • Sociaal Domein Fryslân (SDF): Binnen de Centrumregeling SDF werken Friese gemeenten samen aan beleidsvoorbereiding en de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel is, om waar nodig, specialistische jeugdhulp en ondersteuning te leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
  • Veiligheidsregio Fryslân (VRF): Binnen de VRF werken Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De VRF werkt op het gebied van gezondheidszorg aan het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de Friese inwoner. 
  • GR SW Fryslân: GR SW Fryslân en Caparis NV dragen bij aan het aanbieden van arbeidsplaatsen voor onze inwoners in het kader van de voormalige wet sociale werkvoorziening. Per 1 januari 2020 is de herstructurering van Caparis afgerond. De GR is aangepast. Alle SW-medewerkers zijn daarin administratief ondergebracht. Wij zijn geen aandeelhouder meer van Caparis en hebben een Dienstverleningsovereenkomst gesloten met Caparis voor de begeleiding en ontwikkeling van onze inwoners met een SW-indicatie.


Voor de vier verschillende opgaven zijn maatschappelijke effecten geformuleerd. Ze zijn uitgewerkt in doe-agenda’s en staan hieronder beschreven.

1. Opgave meedoen: Alle inwoners doen volwaardig mee

Terug naar navigatie - 1. Opgave meedoen: Alle inwoners doen volwaardig mee

Inwoners vinden ‘Meedoen’ een belangrijk thema. Daarnaast hebben we wettelijke taken op dit terrein. Het gaat om de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening. Voor de Opgave Meedoen zijn in de Visie op Samenleven vier maatschappelijke effecten (A t/m D) benoemd waar gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners samen aan willen werken. 

Onderstaande maatschappelijke effecten staan in programma 6, thema 6.1 Meedoen.

Maatschappelijk effect A. Mensen kunnen levensloopbestendig wonen (zie Doe Agenda A en woon(zorg)visie). 
A1. Mensen zijn in staat passende woonruimte te realiseren (faciliteren)
A2. Mensen zijn bezig met levensloopbestendig wonen (faciliteren)
A3. Mensen zijn op de hoogte van de mogelijkheden om hun woning aan te passen (regisseren)

Maatschappelijk effect B. Mensen participeren duurzaam op de arbeidsmarkt (zie doe-agenda B).
B1. Mensen die dat kunnen, nemen deel aan de arbeidsmarkt (regisseren) 
B2. Uitkeringsgerechtigden maken naar vermogen stappen op de Participatieladder (regisseren)
B3. Mensen ervaren een zinvolle invulling van hun dag (faciliteren)

Maatschappelijk effect C. Mensen doen mee aan het maatschappelijk leven (zie doe-agenda C en doe-agenda Inburgering). 
C1. Mensen zijn tevreden over hun maatschappelijk leven (loslaten)
C2. Mensen zijn zelfredzaam (faciliteren)
C3. Kinderen in armoede hebben mogelijkheden om mee te doen (regisseren)
C4. Mensen zijn financieel in staat om maatschappelijk mee te doen (regisseren)
C5. Mensen ervaren ondersteuning in hun eigen omgeving (stimuleren)

Maatschappelijk effect D. Mensen maken indien nodig gebruik van het vangnet
D1. Mensen zijn op de hoogte/kennen de wegen (regisseren)
D2. Mensen maken gebruik van de wegen (stimuleren)
D3. Mensen vinden tijdig ondersteuning bij (financiële) problemen (regisseren)
D4. Mensen zijn tevreden over de ondersteuning (stimuleren)

2. Opgave samenleven: Inwoners helpen elkaar, voelen zich thuis en zijn actief voor een sociale en vitale gemeenschap

Terug naar navigatie - 2. Opgave samenleven: Inwoners helpen elkaar, voelen zich thuis en zijn actief voor een sociale en vitale gemeenschap

Samenleven is een onderwerp dat erg leeft in de gemeente. Inwoners vinden ‘elkaar ontmoeten’, ‘elkaar ondersteunen’ en activiteiten en verenigingen in de dorpen en in de buurten belangrijk. Voor de Opgave Samenleven zijn in de Visie op Samenleven drie maatschappelijke effecten benoemd waar gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners samen aan werken.  

Maatschappelijk effect E. Mensen voelen zich verbonden (zie doe-agenda E)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.2 Samenleven
E1. Mensen vinden het prettig om in hun buurt te wonen (loslaten)
E2. Mensen voelen zich betrokken bij anderen in hun gemeenschap (faciliteren)
E3. Mensen voelen zich niet gediscrimineerd en buitengesloten (faciliteren)
E4. Mensen ervaren minder eenzaamheid (stimuleren)

Maatschappelijk effect F. Mensen zetten zich in voor de samenleving en elkaar
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.2 Samenleven
F1. Mensen helpen elkaar (faciliteren)
F2. Mensen pakken gezamenlijk sociale en maatschappelijke vraagstukken op (faciliteren)
F3. Mensen ervaren ruimte om ideeën/initiatieven te ontwikkelen (faciliteren)
F4. Mantelzorgers raken niet overbelast (regisseren) Zie thema 1.3 Gezondheid.

Maatschappelijk effect G. Mensen maken gebruik van de sociale, culturele en sportinfrastructuur (zie doe-agenda G)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 5, thema 5.1 Sport en cultuur
G1. Mensen zijn tevreden met het aanbod aan sociale, culturele en sportactiviteiten (faciliteren)
G2. Mensen zijn op de hoogte en hebben toegang tot sociale, culturele en sportinfrastructuur (stimuleren)
G3. Mensen zijn tevreden over de ontmoetingsplekken in hun omgeving (stimuleren)
G4. Er is een actief verenigingsleven (loslaten)
G5. Vrijwilligers floreren in de samenleving (faciliteren)

3. Opgave gezondheid: Inwoners ervaren een positieve gezondheid

Terug naar navigatie - 3. Opgave gezondheid: Inwoners ervaren een positieve gezondheid

Inwoners vinden ‘Gezondheid’ een belangrijk thema. Daarnaast hebben we wettelijke taken op dit terrein en moeten we lokaal invulling geven aan de landelijke gezondheidsnota. Voor de Opgave Gezondheid zijn in de Visie op Samenleven vier maatschappelijke effecten (H t/m K) benoemd waar gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners samen aan willen werken. 

Onderstaande maatschappelijke effecten staan in programma 7, thema 7.1 Gezondheid.

Maatschappelijk effect H. Mensen kunnen omgaan met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen (zie doe-agenda HK)
H1. Mensen ervaren laagdrempelige mogelijkheden om hun eigen gezondheid te verbeteren (deels faciliteren, deels stimuleren)
H2. Mensen voelen zich lichamelijk gezond (stimuleren)
H3. Mensen voelen zich mentaal gezond en ervaren zingeving (stimuleren)
H4. Mensen ervaren dat zij in staat zijn tot alledaagse dingen zoals werken, omgaan met tijd en geld en grenzen stellen (stimuleren)

Maatschappelijk effect I. Mensen ervaren dat rekening wordt gehouden met het proces van ouder worden (zie doe-agenda I)
I1. Mensen vormen samen een dementievriendelijke gemeente (stimuleren)
I2. Ouderen hebben betekenisvolle relaties, werk en/of daginvulling (faciliteren)
I3. Mantelzorgers raken niet overbelast (regisseren)

Maatschappelijk effect J. Mensen voelen zich veilig
J1. Jeugdigen komen niet in aanraking met geweld (regisseren)
J2. Mensen zijn weerbaar (faciliteren)
J3. Mensen weten waar ze hulp kunnen vinden als zij zelf of anderen in aanraking komen met onveilige situaties (regisseren)

Maatschappelijk effect K. Mensen leven in een gezonde leefomgeving (zie doe-agenda HK)
K1. Mensen ervaren hun leefomgeving als veilig en toegankelijk (regisseren)
K2. Mensen gaan graag naar buiten (loslaten)
K3. Mensen ervaren een gezonde en schone leefomgeving (regisseren)

4. Opgave goed opgroeien: Jeugdigen (-9 maand tot 23 jaar) groeien gezond en veilig op en hebben gelijke kansen om zich optimaal te ontwikkelen

Terug naar navigatie - 4. Opgave goed opgroeien: Jeugdigen (-9 maand tot 23 jaar) groeien gezond en veilig op en hebben gelijke kansen om zich optimaal te ontwikkelen

Maatschappelijk effect L. Jeugdigen ontwikkelen zich optimaal
Dit maatschappelijk effect staan in programma 4, thema 4.1 Onderwijs.
L1. Jeugdigen krijgen optimaal kans om talenten te ontplooien (faciliteren)
L2. Jeugdigen gaan naar school (regisseren)
L3. Jeugdigen halen een startkwalificatie (regisseren)
L4. Jeugdigen zijn taalvaardig (spreken, lezen, schrijven) (regisseren)
L5. Jeugdigen en ouders ervaren dat de school en zorg samenwerken om hen optimaal te begeleiden (regisseren)

Maatschappelijk effect M. Ouders/verzorgers zijn vaardige opvoeders (zie doe-agenda O)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.3 Goed Opgroeien.
M1. Jeugdigen worden zoveel mogelijk door hun ouders verzorgd en begeleid naar volwassenheid (loslaten)
M2. Jeugdigen hebben een goede start doordat hun ouders of zijzelf deelnemen aan preventieve programma’s (stimuleren)
M3. Jeugdigen groeien op in een gezinssituatie (zo thuis mogelijk) (regisseren)
M4. Jeugdigen en ouders met opvoed- en opgroeivragen weten de weg en voelen zich ondersteund (regisseren)
M5. Ouders/verzorgers betrekken mensen en organisaties bij hun opvoedvragen (regisseren)

Maatschappelijk effect N. Jeugdigen zijn weerbaar
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.3 Goed Opgroeien.
N1. Jeugdigen ontwikkelen sociale vaardigheden (loslaten)
N2. Jeugdigen kennen hun grenzen en staan stevig in hun schoenen (faciliteren) - Zie ook doe-agenda HK Positieve gezondheid (2022).
N3. Jeugdigen hebben de kennis en vaardigheden om goed om te gaan met alcohol, roken, drugs, sociale media, seks en geld (deels regisseren, deels stimuleren) - Zie Preventie en handhavingsplan Alcohol en Middelen 2021-2024

Maatschappelijk effect O. Jeugdigen en ouders voelen zich ondersteund bij opvoeden en opgroeien (zie doe-agenda O)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.3 Goed Opgroeien.
O1. Jeugdigen met psychosociale of andere problemen en hun ouders weten de weg en voelen zich ondersteund (regisseren)
O2. Jeugdigen en ouders in kwetsbare situaties worden gezien en ondersteund (regisseren)
O3. Scheidingen verlopen met minimale schade voor jeugdigen (stimuleren)
O4. Jeugdigen ervaren dat scholen en gemeentelijke organisaties die werken met jongeren aandacht hebben voor LHBTI (stimuleren)

Integraal en ontschot werken

Terug naar navigatie - Integraal en ontschot werken

We blijven investeren in integraal en ontschot werken. In de doe-agenda's zien we het integraal werken terug (niet meer denken vanuit beleidsterreinen maar vanuit de effecten die we voor inwoners willen bereiken). Dit werkt ook door in onze afspraken met samenwerkingspartners. Bijvoorbeeld met stichting Scala en de bibliotheek werken we aan het anders vormgeven van de subsidie-afspraken. We richten deze steeds meer op effecten (outcome) in plaats van activiteiten (input, output).

Doorontwikkeling Gebiedsteam

Terug naar navigatie - Doorontwikkeling Gebiedsteam

Het Gebiedsteam is belangrijk bij de implementatie van de Visie op Samenleven. We willen één (voldoende laagdrempelige) toegang voor inwoners, zoveel mogelijk één aanspreekpunt per inwoner/huishouden, zo eenvoudig en snel mogelijke processen en versterking van het ontschot werken. We vragen inwoners met de meeste 'stapeling' van problemen wat zij echt nodig hebben en bekostigen dat (in plaats van verstrekken waar zij recht op hebben). Hierdoor zijn we goedkoper uit, zijn de oplossingen duurzamer en voelen de mensen waar het om gaat zich meer gehoord. We werken op vindplaatsen zoals scholen en bij de huisarts. We zorgen voor een communicatiestrategie zodat inwoners de weg weten en optimaal geïnformeerd zijn. Er is een sociale kaart waarin zichtbaar is wat er in onze gemeente allemaal is (zonder indicatie) op het terrein van zorg, welzijn, werk, opvoeden, geldzaken en vrije tijd. Daarmee maken we het inwoners en professionals makkelijker om gebruik te maken van algemene (preventieve en lichte) voorzieningen ('voorliggend veld'). Ook stimuleren we het gebruik hiervan door medewerkers te helpen meer gebruik te maken van het voorliggende veld (algemene voorzieningen). Hierdoor zorgen we, daar waar mogelijk, voor passende oplossingen zonder (dure) geïndiceerde zorg in te zetten en dragen we bij aan normaliseren. 

Datagedreven werken en Monitor Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Datagedreven werken en Monitor Sociaal Domein

Bij het maken van de doe-agenda's gebruiken we data om gericht en lokaal knelpunten aan te pakken of problemen te voorkomen. Denk aan gerichte acties in een buurt, straat of dorp waar relatief veel zorggebruik, armoede of eenzaamheid is. We monitoren ons beleid via de Monitor Sociaal Domein. Hierin staat per opgave en per doe-agenda informatie die ons helpt om te zien of onze inspanningen de beoogde effecten opleveren, wat er goed gaat en wat aandacht vraagt.

Grip op uitgaven jeugd en Wmo

Terug naar navigatie - Grip op uitgaven jeugd en Wmo

•    We willen problemen vóór zijn door te investeren in preventie en door te zorgen dat inwoners ons weten te vinden als zij hulp nodig hebben.
•    We willen de uitgaven op jeugd en Wmo beperken en blijven doen wat nodig is om de meest kwetsbare inwoners goed te ondersteunen.
•    We willen dat inwoners zoveel mogelijk gebruik maken van voorzieningen en activiteiten die zonder indicatie beschikbaar zijn (voorliggende voorzieningen).

We investeren in allerlei vormen van preventie (zie opgaven Meedoen, Gezondheid en Goed Opgroeien) en in sociale verbanden tussen mensen en in samenredzaamheid (stevige sociale basis). In de periode 2019-2022 namen we diverse andere maatregelen om de uitgaven te beperken. 
Vanaf 2024 gebruiken we naast de Monitor Sociaal Domein een dashboard met alle gemeentelijke jeugdhulpcijfers om zicht te houden op de ingezette jeugdhulp, en een nieuw prognosesysteem om een berekening te maken van de te verwachte lasten jeugdhulp in de komende jaren. De prognose kent, vanwege de nieuwe inkoopsystematiek van SDF per 1 januari 2024 voor specialistische jeugdhulp, nog een onzekerheid.  
Uit een analyse van de gemeentelijke jeugdhulpdata blijkt dat een grote reden voor de stijging van de jeugdhulplasten is dat jeugdigen lang in zorg blijven. Ook neemt de complexe problematiek toe. In 2024 zijn verschillende maatregelen uitgewerkt om hier invloed op uit te oefenen. We hopen in 2025 de eerste (financiële) resultaten van deze maatregelen te zien.

 

Paragraaf 11 | Wet open overheid (Woo)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet open overheid (Woo) kent drie doelstellingen:

  1. Het openbaar maken van informatie op verzoek;
  2. Het actief openbaar maken van informatie;
  3. Het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van alle overheidsdocumenten. 

Het openbaar maken van informatie op verzoek en het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van overheidsdocumenten zijn geen nieuwe verplichtingen. Deze bestonden al onder de Wet openbaarheid van bestuur, de voorganger van de Woo.  Ook de Archiefwet geeft aan dat overheidsdocumenten in goede en geordende staat moeten zijn. We werken in OWO-verband samen aan de invoering van het actief openbaar maken van informatie en het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van documenten. 

Waar staan we?

Terug naar navigatie - Waar staan we?

Vanaf 1 november 2024 moeten voor de gemeenten onderstaande informatiecategorieën van de Wet open overheid (Woo) verplicht openbaar gemaakt worden, onder voorbehoud dat de Koninklijke Besluiten genomen zijn.

Dit betreft:

  • Wetten en algemeen verbindende voorschriften
  • Overige besluiten van algemene strekking
  • Organisatie en werkwijze
  • Bereikbaarheidsgegevens

Aan twee van de vier informatiecategorieën wordt al voldaan. Voor organisatie en werkwijze en de bereikbaarheidsgegevens zorgen de OWO-gemeenten ervoor dat de ze dit uiterlijk 1 november geregeld hebben.

Wat gaan we doen?

Terug naar navigatie - Wat gaan we doen?

Het openbaar maken van informatie op verzoek
Het afhandelen van Woo-verzoeken wordt door de gemeenten uitgevoerd. Woo verzoeken hoeven op dit moment nog niet actief openbaar gemaakt worden. Daarvoor zullen in 2025 acties ondernomen worden om hierop voor te bereiden.

Het actief openbaar maken van informatie
Het is op dit moment nog niet bekend wanneer de volgende informatiecategorieën actief openbaar moeten worden gemaakt. We volgen het Rijk en de VNG actief om zo bekend te zijn met deze planning om daar vervolgens ook aan te gaan voldoen  om zo ook de overige informatiecategorieën tijdig openbaar te maken.  Voor actieve bekendmaking van  informatiecategorieën, waaronder bijvoorbeeld Woo-verzoeken, wordt onderzocht hoe, waar en op welke manier deze in de toekomst gepubliceerd kunnen worden.

Het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van alle overheidsdocumenten 
We werken aan het verbeteren van de informatiehuishouding. Dit doen we o.a. door het wegwerken van de achterstanden en het implementeren van een kwaliteitssysteem voor informatie- en archiefbeheer. We zetten (de komende jaren) vervolgstappen naar een e-depotvoorziening. De Visie e-depot OWO-samenwerking is in het voorjaar 2024 vastgesteld.