Financieel meerjarenperspectief

Budgetten per programma

Budgetten per programma

Terug naar navigatie - Budgetten per programma

In bijgaand overzicht treft u de budgetten per begrotingsprogramma aan op basis van bestaand beleid. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. Per jaarschijf kunt u het resultaat voor en na bestemming aflezen. In de bijlage ‘Overzicht reserves en voorzieningen 2020-2025’ vindt u een gespecificeerd meerjarenoverzicht per reserve en per voorziening. Het totaaloverzicht Programmabegroting 2022-2025 geeft, in het kader van de dualisering, het autorisatieniveau van de raad aan. Dit gebeurt namelijk op programmaniveau. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Dit is dus ook het niveau waarop u wordt geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het nieuwe beleid. De documenten voor de planning- en controlcyclus worden op dit niveau afgestemd.

Noodzakelijke mutaties op programmaniveau in de loop van het begrotingsjaar leggen wij door middel van een begrotingswijzing aan u voor. De programmabegroting is de basis voor de productenbegroting en de leidraad voor het uitvoeren van het geformuleerde beleid.

bedragen x € 1.000
Programmabegroting Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
Resultaat voor bestemming
Lasten programma´s
1. Sociale Domein - 35.825 - 34.188 - 34.343 - 34.177 - 34.023 - 33.800
2. Welzijn & educatie - 1.671 - 1.399 - 1.244 - 1.026 - 1.048 - 1.046
3. Ruimtelijke & economische ontwikk. - 9.472 - 12.980 - 11.942 - 8.415 - 8.316 - 8.084
5. Openbare orde en veiligheid - 1.980 - 2.122 - 2.279 - 2.290 - 2.305 - 2.322
6. Bestuur & Dienstverlening - 15.003 - 15.263 - 16.847 - 14.906 - 14.649 - 14.202
Totaal Lasten - 63.952 - 65.951 - 66.655 - 60.814 - 60.341 - 59.454
Baten programma´s
1. Sociale Domein 11.951 9.654 10.019 10.202 10.273 10.287
2. Welzijn & educatie 211 46 46 46 46 46
3. Ruimtelijke & economische ontwikk. 10.589 9.727 9.805 7.315 7.287 7.110
5. Openbare orde en veiligheid 18 - - - - -
6. Bestuur & Dienstverlening 4.889 4.874 4.941 3.745 6.164 5.926
Totaal Baten 27.658 24.301 24.811 21.309 23.770 23.370
Totaal programma´s - 36.294 - 41.650 - 41.844 - 39.505 - 36.570 - 36.084
Lasten algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering - - - - - -
Deelnemingen - 1 - 1 - 1 - 1 - 1 - 1
Lokale heffingen - 8 - 12 - 50 - 50 - 50 - 50
Saldo financieringsfunctie - 22 - 159 - 320 - 485 - 466 - 480
Onvoorzien - - 29 - 36 - 36 - 36 - 36
Overige algemene dekkingsmiddelen - - - 40 - 40 - 40 - 40
Totaal lasten algemene dekkingsmiddelen - 31 - 200 - 447 - 612 - 593 - 607
Baten algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering 41.874 43.066 44.425 44.359 43.863 44.238
Deelnemingen 72 60 60 60 60 60
Lokale heffingen 6.712 5.028 5.030 5.034 2.942 2.846
Saldo financieringsfunctie 29 46 133 119 118 118
Onvoorzien - - - - - -
Overige algemene dekkingsmiddelen 9 9 9 9 9 9
Totaal baten algemene dekkingsmiddelen 48.695 48.209 49.657 49.581 46.992 47.271
Totaal algemene dekkingsmiddelen 48.664 48.009 49.210 48.969 46.400 46.665
Totaal lasten overhead - 10.376 - 12.099 - 11.234 - 11.114 - 11.019 - 11.033
Totaal baten overhead 2.320 2.190 2.278 2.278 2.278 2.278
Totaal overhead - 8.055 - 9.909 - 8.956 - 8.835 - 8.741 - 8.754
Resultaat voor bestemming 4.315 - 3.550 - 1.590 629 1.088 1.826
Mutaties reserves
Toevoegingen - 3.959 - 1.590 - 1.129 - 81 - 84 52
Onttrekkingen 4.231 5.202 4.297 614 350 344
Mutaties reserves 272 3.613 3.169 533 266 396
Resultaat na bestemming 4.586 62 1.579 1.162 1.354 2.222

Financiële positie

Financiële positie

Terug naar navigatie - Financiële positie

Voor het beoordelen van de financiële positie is het van belang inzicht te hebben in het gemeentelijke financiële beleid, de mogelijke (financiële) risico’s en het (eigen) vermogen van de gemeente. De punten, voor het beoordelen van de financiële positie, zijn nader toegelicht in de volgende zes onderdelen:

  1. De budgettaire positie in 2022 tot en met 2025
  2. Het weerstandsvermogen
  3. De beheersplannen
  4. De grondexploitatie
  5. De belastingcapaciteit
  6. De reserves en voorzieningen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Het  begrotingsperspectief vanaf 2022 is positief door voornamelijk een drietal ontwikkelingen benoemd bij het begrotingsresultaat, de inzet van het positieve resultaat wordt middels het aparte voorstel "Samen Verder" aan u voorgelegd. 
  • De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 3,069 miljoen. Het beschikbare weerstandsvermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) is voldoende om risico’s af te dekken.
  • Het Rijk schrijft een vijftal financiële kengetallen voor, die verplicht zijn opgenomen in de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en Risicobeheersing’. Op basis van deze kengetallen kunnen we concluderen dat de financiële positie van onze gemeente goed is te noemen. 
  • Het niveau van het onderhoud kapitaalgoederen is gebaseerd op actuele onderhoudsplannen en is afgestemd op het gewenste onderhoudsniveau. Het budget voor kapitaalgoederen is conform de Kaderbrief 2020-2023 verhoogd met € 250.000 structureel vanaf 2021. Dit is vanaf de Programmabegroting 2020 verwerkt. 
  • In de Algemene reserve grondexploitatie is een bedrag opgenomen voor mogelijke risico’s. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie, is het op peil houden van deze reserve van belang.
  • Belastingdruk: Belastingen verhogen we daar waar nodig trendmatig. Bij de bestemmingsheffingen, zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing is het uitgangspunt volledige kostendekking.  Het saldo van de rioleringsreserve per 1 januari 2020 is gebruikt om in 2021 een eenmalige korting op de rioolheffing te verlenen. De opbrengsten leges zijn niet hoger dan de kosten. De inwoner betaalt gemiddeld niet meer dan de kostprijs voor het afnemen van deze gemeentelijke producten en diensten. Wij hebben u toegezegd om in 2021 een volledig geactualiseerde nota leges voor 2022 voor te leggen. We hebben de afgelopen periode veel voorbereidingen getroffen voor deze nota leges. Door uitstel van de omgevingswet en de wet kwaliteitsborging is het echter niet mogelijk om de nota leges 2022 volledig te herzien. Middels een mededeling aan u wordt u na de zomer geïnformeerd omtrent het proces (waar staan we, wat gaan we nog doen, planning).
  • De onroerendezaakbelastingen, forensenbelasting en de toeristenbelasting zijn algemene belastingen. Ze hebben het karakter van een algemeen dekkingsmiddel en vloeien als zodanig in de algemene middelen van de gemeente. De opbrengst OZB is vanaf de primitieve begroting 2021 trendmatig verhoogd. We hebben tot en met 2021 precariobelasting ontvangen.
  • Onze reservepositie is op dit moment toereikend voor het realiseren van de doelen waarvoor de reserves zijn gevormd. Wel is het belangrijk te onderkennen dat de bestemmingsreserves Organisatieontwikkeling en Strategische projecten volledig zijn benut en de reserve Sociaal Domein bijna is benut. Voor diverse risico’s hebben we voorzieningen gevormd.

Voor u is het van belang vast te stellen in hoeverre meerjarig voldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van de taken waarvoor de gemeente zich moet inzetten en voor het continueren van de bedrijfsvoering. Daarbij is het van belang inzicht te hebben in het vermogen van de gemeente en inzicht in de mogelijke risico’s die kunnen worden gelopen. Dit houdt in dat:

  • In de begroting alle lasten en baten zijn geraamd op basis van het bestaand beleid.
  • De mogelijke risico’s zijn aangegeven.
  • De meerjarenbegroting een reëel beeld geeft van de financiële positie op middellange termijn.

1. Budgettaire positie in 2022-2025

Terug naar navigatie - 1. Budgettaire positie in 2022-2025

In de begroting geven we per programma aan wat de kaders zijn voor het bestaande beleid. De baten en lasten ramen we op basis van de begroting van het voorgaande jaar inclusief de inmiddels vastgestelde begrotingswijzigingen. Hierbij houden wij rekening met de door de raad vastgestelde uitgangspunten. Daarnaast wijken we, als blijkt dat externe factoren hiervoor aanleiding geven, in voorkomende gevallen af van het door de raad vastgestelde percentage voor prijsstijgingen en dergelijke.

Het begrotingsperspectief 2022-2025 is voor alle jaren positief. Hiermee is het uitgangspunt dat de eerste twee jaarschijven structureel in evenwicht zijn gerealiseerd. 

In de begroting is voor de jaren 2022-2025 in totaal € 4,487 miljoen aan incidentele lasten en € 4,162 miljoen (vooral onttrekkingen aan reserves) aan incidentele baten geraamd. In de bijlage ‘Overzicht incidentele lasten en baten’ vindt u een specificatie.

2. Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 2. Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is het vermogen om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit in gevaar komt. De weerstandscapaciteit bestaat uit de potentieel in te zetten middelen om de tegenvallers op te vangen. In de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en Risicobeheersing’ wordt hierop uitgebreid ingegaan. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt 1 januari 2022 € 21,009 miljoen.

Dit bedrag kan als volgt gespecificeerd worden:

  • Algemene reserve € 18,335 miljoen (exclusief bodembedrag van € 3 miljoen).
  • Bestemmingsreserves € 2,674 miljoen (exclusief reserve Sociaal Domein, Kapitaalreserve en de Algemene reserve grondexploitatie).


De benodigde weerstandscapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 3,069 miljoen. De huidige aanwezige weerstandscapaciteit is van voldoende niveau (omvang). De mogelijke risico’s zijn beheersbaar te noemen. Op het moment dat een risico zich voordoet, is er voldoende weerstandscapaciteit om het risico op te kunnen vangen.

3. Beheersplannen: onderhoud van kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - 3. Beheersplannen: onderhoud van kapitaalgoederen

Voor elk kapitaalgoed is een (actueel) beleidsplan aanwezig. In de meerjarenbegroting zijn de budgetten opgenomen die afgestemd zijn op het gewenste onderhoudsniveau. Verder zijn, daar waar noodzakelijk, vervangingsinvesteringen opgenomen. Bij de Programmabegroting 2019 zijn in het nieuw beleid voor de periode 2019-2023 verschillende (vervangings)investeringen voor de openbare ruimte opgenomen. Het betreft: wegen, riolering, openbare verlichting, verkeersvoorzieningen, civiel technische kunstwerken, sportaccommodaties, sportterreinen, gebouwen, ICT en groen. In de paragraaf ‘Onderhoud kapitaalgoederen’ wordt per kapitaalgoed kort ingegaan op het beleidskader en de financiële gevolgen in de begroting.

Jaarlijks worden bij de behandeling van de jaarrekening de reserves en voorzieningen geactualiseerd. De meerjarige onderhoudsbehoefte van de kapitaalgoederen is in beeld. De omvang van de reserves en voorzieningen is afgestemd op de meerjarige onderhoudsbehoefte. Ten aanzien van de overige kapitaalgoederen hebben we hiervoor gelden gereserveerd in de onderhoudsbegroting. Het niveau van het onderhoud is gebaseerd op actuele onderhoudsplannen en is afgestemd op het gewenste onderhoudsniveau.

4. Grondexploitatie

Terug naar navigatie - 4. Grondexploitatie

De grondexploitatie is een onderdeel van de totale exploitatie van de gemeente. Gelet op de risico’s in relatie tot de omvang van de bedragen is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld (zie paragraaf ‘7 Grondbeleid’).

Bij de ontwikkeling van ruimtelijke projecten is het uitgangspunt minimaal een sluitende exploitatie. In bepaalde gevallen, zoals bv. bij bedrijfsterreinen en inbreidingslocaties, wordt een niet sluitende exploitatie geaccepteerd. Wel wordt in deze gevallen getracht om met maatregelen binnen het plan tot dekking van de kosten te komen. Ook in andere gevallen is het uitgangspunt dat er dekking van het tekort moet zijn voordat de exploitatie kan worden vastgesteld. U stelt de exploitatieopzet vast. Door de jaren heen heeft dit geleid tot een saldo in de grondexploitatie. Dit saldo is verwerkt in een reserve: de Algemene reserve grondexploitatie. De stand van de reserve is per 1-1-2021 € 1,055 miljoen. Naast een bedrag van € 0,474 miljoen als algemene reserve grondexploitatie, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 0,581 miljoen beschikbaar.

Bij de bepaling van de omvang van deze reserve wordt een minimumniveau aangehouden. Besloten is de hoogte van de reserve te baseren op een bedrag voor mogelijke risico’s en een bedrag voor grondaankopen. Dit niveau wordt bij de jaarlijkse actualisatie van de reserves en voorzieningen bijgesteld.

5. De (onbenutte) Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - 5. De (onbenutte) Belastingcapaciteit

In deze begroting is de opbrengst van OZB geïndexeerd met 1,5%. U heeft bij de begroting 2020 (Samen Waarmaken) besloten om naast de reguliere indexatie de opbrengsten OZB met 3% te verhogen in 2020.

Precariobelasting mag geheven worden tot 1 januari 2022. De opbrengst precariobelasting was daarom tot en met 2021 geraamd in de begroting.

In overeenstemming met de uitgangspunten hebben we bij de berekening van een aantal tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten rekening gehouden met een trendmatige stijging van 1,5%. Voor de afvalstoffenheffing is kostendekking het uitgangspunt, waarbij de reserve Lastenverlichting ingezet wordt om de tarieven te egaliseren. Het doel is het vaste tarief afvalstoffenheffing per perceel de komende jaren op een laag niveau te houden, en zo mogelijk in te zetten om de VANG-doelstellingen te realiseren. De reserve lastenverlichting is niet meer toereikend. In december 2020  heeft de raad besloten tot een groeiscenario naar 100 procent kostendekkendheid voor het product afval. U heeft bij de heroverweging en bij de begroting 2020 (Samen Waarmaken) besloten om meer lasten toe te rekenen aan afval.

Ook voor de rioolheffing geldt het uitgangspunt van 100% kostendekking. U heeft bij de begroting 2020 (Samen Waarmaken) besloten vanaf 2020 meer lasten toe te rekenen aan de rioolheffing. In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020 - 2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024. De raad heeft bij het vaststellen van het nieuwe GRP besloten het saldo van de reserve riolering eind 2020 te gebruiken om in 2021 een eenmalige korting te verlenen op de rioolheffing.

Uit het kengetal belastingcapaciteit kan afgeleid worden dat de woonlastendruk van Ooststellingwerf lager is dan het landelijk gemiddelde. De gemiddelde woonlasten (ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde.

6. Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - 6. Reserves en voorzieningen

Jaarlijks worden de reserves en voorzieningen geactualiseerd bij het opmaken van de jaarstukken. De actualisatie is opgesteld op basis van uitgangspunten die door ons in januari 2008 zijn vastgesteld.

Onze reservepositie is gezond en is toereikend voor het realiseren van de doelen waarvoor de (bestemmings)reserves zijn gevormd. Voor diverse risico’s hebben we voorzieningen gevormd. De uitkomsten van de actualisatie 2020-2025 (Jaarstukken 2020) zijn in deze programmabegroting meegenomen. De jaarlijkse actualisatie levert een goed inzicht in de samenhang tussen de exploitatie enerzijds en de reserves en voorzieningen anderzijds. Het verschil tussen het resultaat voor en na bestemming op begrotingsbasis (primitief) laat een daling zien. Uiteindelijk is het belangrijk dat de omvang van de reservepositie die aangehouden wordt past bij de risico’s, schaalgrootte en ambitieniveau van de gemeente.

Wel is het belangrijk te onderkennen dat de bestemmingsreserves Strategische projecten en Organisatieontwikkeling in zijn geheel zijn benut en de reserve Sociale domein bijna is benut.

Incidenteel kan een reserve aangewend worden voor incidentele uitgaven ofwel om een tekort van een jaarschijf tijdelijk te dekken. Er wordt op de algemene reserve een meerjarig beslag (2022–2025) gelegd van in totaal €2,133 miljoen. Rekening houdende met het bodembedrag van € 3 miljoen, de benodigde weerstandscapaciteit van € 3,068 miljoen, en het meerjarig beslag 2022–2025 van € 2,133 miljoen, is een bedrag van € 13,134 miljoen vrij aanwendbaar.

x € 1.000
Minimale niveau Algemene reserve Begroting
2022
Bodembedrag 3.000
Benodigde weerstandscapaciteit 3.068
Meerjarig beslag 2022-2025 2.133
Minimale niveau algemene reserve 8.201
Algemene reserve per ultimo 2021 21.335
Vrij aanwendbaar 13.134

Overzicht reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Overzicht reserves en voorzieningen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de reserves en voorzieningen 2020-2025. In de bijlage vindt u een gespecificeerd meerjarenoverzicht per reserve en voorziening.

bedragen x € 1.000
Reserves en voorzieningen Saldo ultimo 2020 Saldo ultimo 2021 Saldo ultimo 2022 Saldo ultimo 2023 Saldo ultimo 2024 Saldo ultimo 2025
Reserves
Algemene reserve 19.062 21.335 19.480 19.202 19.173 19.151
Bestemmingsreserves 8.426 6.065 4.752 4.496 4.259 3.885
Totaal Reserves 27.488 27.400 24.231 23.698 23.432 23.037
Voorzieningen
Voorz. Verplichtingen, verliezen en risico's (art 44. 1a) 475 475 475 475 475 475
Voorziening bestaande risico's (art 44. 1b) 747 747 747 747 747 747
Voorz.tbv gelijkm. verd.lst (art 44. 1c) 1.632 1.544 1.532 1.425 1.023 723
Voorz. Van derden verkregen middelen (art 44. 2) 5.365 5.116 5.244 5.360 5.475 5.590
Voorz.arb.kst gerel.verpl. ongel.verl. 3.354 3.329 3.304 3.279 3.254 3.229
Totaal Voorzieningen 11.573 11.210 11.302 11.286 10.974 10.764
Totaal 39.060 38.610 35.533 34.984 34.406 33.801

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van lopende investeringen in het jaar 2022. Dit betekent investeringen die doorlopen in 2022 en geplande investeringen 2022.

x € 1.000
Omschrijving Totale investering Reeds beschikbaar gesteld Reeds geïnvesteerd tm 2020 Investering 2022
Investeringen met een economisch nut
Aanschaf inventaris 2022 144 144 144
Beregeningsinstallatie vanaf 2021 300 300 100
Aanschaf sneeuwploeg 25 25 25
Maaimachine 65 65 65
Transporter 41 41 41
Bestelauto 41 41 41
Investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestijding v.d kosten een heffing kan worden geheven
Vrijverval riolering 650 650 650
Investeringen in de openbare ruimte maatschappelijk nut
Openbare verlichting naar LED 1.156 1.156 456 262
Aanleg graskeien 978 978 326
Verkeersplan Donkerbroek 350 350 350
Kleedaccomodaties SV Oosterwolde 212 212 212
Veldaccomodaties SV Haulerwijk 500 500 500