2. Risico's en onzekerheden

2. Risico's en onzekerheden

Terug naar navigatie - 2. Risico's en onzekerheden

Er komen diverse risico’s en onzekerheden op ons af. Ze zijn niet in het begrotingsperspectief verwerkt maar zijn als ze werkelijkheid worden onvermijdelijk qua financiële gevolgen. 

a. Herverdeling gemeentefonds
Vanuit het Rijk is besloten een herverdeling in te voeren. Het doel van de verdeling is om iedere gemeente een gelijkwaardige financiële uitgangspositie te geven, zodat ze een gelijkwaardig voorzieningenniveau kunnen realiseren tegen gelijke belastingdruk: mensen moeten in principe toegang hebben tot hetzelfde voorzieningenniveau en dat mag niet afhankelijk zijn van de plek waar iemand woont. Het nieuwe verdeelmodel wordt ingevoerd per 1 januari 2023. Volgens de laatste berekeningen (december 2021 op basis van 2019) komt de herverdeling voor onze gemeente op een nadeel van € 584.000. Het ingroeipad is voor alle gemeenten voor het jaar 2023 op maximaal € 7,50 per inwoner en voor 2024 en 2025 op € 15 per inwoner gezet. De herverdeling van het gemeentefonds wordt verwerkt in de meicirculaire 2022. 

b. Prijsstijgingen 
Zoals eerder aangegeven zullen de prijsstijgingen ook invloed hebben op onze gemeente. Het uitgangspunt is dat we niet automatisch alle ramingen indexeren, maar dat we waar nodig bijramen bij de begroting. Op die manier creëren we geen lucht in de begroting. We houden vast aan dit uitgangspunt, maar we verwachten dat we bij de begroting een aantal budgetten moeten verhogen. We denken dan vooral aan begrotingsposten in het kader van het beheer en onderhoud van onze openbare ruimte.

c. Structureel extra rijksmiddelen jeugdhulp
Incidenteel krijgen we t/m 2022 extra middelen voor jeugdhulp van het Rijk. Bij de begroting 2022 is, in afstemming met de toezichthouder, besloten deze middelen voor 75% als structureel te beschouwen vanaf 2023. Hier is nog geen toezegging voor. We verwerken het daarom vooralsnog als risico. 

d. Gevolgen van coronacrisis en bezuinigingen Rijk (PM)
Door de coronacrisis is het onvermijdelijk dat het Rijk in de komende jaren moet bezuinigen. Deze bezuinigingen zullen doorwerken in de hoogte van de algemene uitkering. De hoogte is op dit moment niet in te schatten. Daarnaast wordt landelijk een toename verwacht van het beroep op hulp en financiële regelingen en bijvoorbeeld jeugdhulp.

e. Stikstof
In 2019 heeft de Raad van State de tot dat moment gebruikelijke manier van vergunningverlening een halt toegeroepen (het PAS). Om de problemen met stikstof en vergunningverlening aan te pakken is er een nieuwe Stikstofwet aangenomen. In deze wet is geregeld dat 50% van de Natura 2000-gebieden in 2030 op orde moeten zijn en 74% van de stikstofgevoelige natuur gezond moet zijn in 2035. Het kabinet wil dit versnellen naar 2030. De verwachting is dat dit tot een forse extra ambtelijke inzet vanuit de gemeente leidt. Naast een investering op de nodige kennis en kunde op dit terrein, speelt de schaarste van de arbeidsmarkt hier een rol en zal de beschikbaarheid beperkt zijn. Mogelijk komt in de toekomst vanuit het Rijk budget beschikbaar. 

f. Omgevingswet
Wij werken met een programma Omgevingswet. De overall ambitie van dit programma is om er voor te zorgen dat de organisatie op de ingangsdatum van de Omgevingswet (1 januari 2023) klaar is om met de Omgevingswet te kunnen werken en we minimaal kunnen voldoen aan de gestelde wettelijke verplichtingen. De Omgevingswet verplicht gemeenten om een omgevingsvisie op te stellen. De omgevingsvisie Ooststellingwerf is in november 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Naar aanleiding van de opgedane ervaringen in de pilot omgevingsplan Appelscha zullen naar verwachting extra financiële middelen nodig zijn om een gemeentedekkend omgevingsplan te kunnen opstellen. We zien op landelijk niveau, via de VNG, dat er wordt gepleit voor een kostenneutrale inwerkingtreding van de Omgevingswet. Niet alleen de voorbereiding vraagt een forse inzet en investeringen, maar ook de uitvoering in de daarop volgende jaren vraagt doorlopend om voldoende middelen. Een en ander hangt bijvoorbeeld ook sterk af van de straks te maken keuzes rondom het omgevingsplan en de doorwerking op de leges. Via de OWO-Beleidstafel Omgevingswet is bestuurlijk de wens uitgesproken om hier in gezamenlijkheid binnen de OWO-samenwerking naar te kijken. Het huidige college geeft hier geen invulling aan. 

g. Duurzaamheid (regeerakkoord) 
We werken met een programma Duurzaamheid. Hierin zijn ambities vastgelegd waaraan we werken en geven we uitvoering aan wettelijke verplichtingen zoals de Transitievisie warmte en bijbehorende wijkuitvoeringsplannen. Daarnaast komt er veel werk op ons af vanuit onderdelen van het regeerakkoord zoals het klimaat- en transitiefonds en het langjarig Nationaal Isolatieprogramma. De verwachting is dat we middelen van het Rijk ontvangen om landelijke regelingen uit te voeren. Dat is ook nodig want er is op dit moment onvoldoende capaciteit om de ambities en de verwachte decentrale uitvoering vanuit het regeerakkoord te realiseren. 

h. Verduurzaming (sport) accommodaties 
Er is een sectorale routekaart vastgesteld om invulling te geven aan het landelijke beleid en de wet- en regelgeving rondom de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. In de kern gaat het om 49% CO²-reductie in 2030 en 95% CO2-reductie in 2050 ten opzichte van 1990. In de themaraad van 8 februari 2022 is dit besproken (zie hiervoor bijgesloten presentatie (bijlage 1)). Ook is aangegeven wat de indicatieve lasten zijn. Het verduurzamen van de gebouwen in juridische eigendom van de gemeente, onderwijsgebouwen en gebouwen met economisch claimrecht vraagt een investering tussen € 38 en € 60 miljoen (indicatief). De kapitaallasten die hieruit voortkomen zijn tussen de € 1,3 en € 1,6 miljoen en hebben invloed op het structurele begrotingsperspectief. De uiteindelijke hoogte van de investering en de bijbehorende kapitaallasten zijn afhankelijk van diverse factoren zoals het eventueel slimmer inzetten van accommodaties, verdeling verantwoordelijkheden investering onderwijsgebouwen en gebouwen met economisch claimrecht (zoals buitensportaccommodaties, zwembaden, dorpshuizen en mfa Meander) en bijdrages rijksoverheid. Voor de investering in het verduurzamen van (sport)accommodaties zijn geen middelen beschikbaar.