Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt aanslagen voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot en met 2021 werden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar per 2022 gebeurt dit op basis van de gebruiksoppervlakte van een woning (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk waren er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten de woningen te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, het CBS, de burgers etc. Door de overgang op de gebruiksoppervlakte bij woningen zijn er ook geen problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. 

Basisregistraties  
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Aangezien de WOZ de overgang naar de gebruiksoppervlakten van de woningen heeft gerealiseerd volgt nu de afstemming met de oppervlakten in de BAG. De BAG/WOZ koppeling speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om de onderlinge afstemming. Deze afstemming tussen basisregistraties is het begin van de samenhangende objectenregistratie.   

Het ministerie van BZK is gestart met doorontwikkeling in samenhang van de GEO-basisregistraties (Beter Anders Minder = BAM). Doelstelling daarvan is om meer samenhang te creëren in de Geo informatie Infrastructuur. Onderdeel is de doorontwikkeling van enkele bestaande GEO-basisregistraties tot een samenhangende objectenregistratie. Dit betreft een objectenregistratie met daarin basisgegevens van objecten in de fysieke werkelijkheid zoals o.a. gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, bomen, terreindelen en gemeentegrenzen. Er wordt nu gewerkt door het Ministerie aan een roadmap voor de vervolgstappen. Het betreft een intensief traject en zal de komende jaren verder ingevuld worden. De BAG, BGT en de WOZ gaan onderdeel uitmaken van de samenhangende objectenregistratie. Ook zijn er belangrijke raakvlakken met de basisregistratie topografie (BRT) en het Nationaal Wegenbestand.

 

Omgevingswet
De Omgevingswet (inwerkingtredingdatum januari 2024) bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. 

Het team BVI werkt nauw samen met andere vakafdelingen. BVI draagt zorg voor de actualiteit, betrouwbaarheid en compleetheid van de gegevens in de basisregistraties BAG en BGT en stelt overige ruimtelijke Geo data beschikbaar die via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt ontsloten. Daarnaast leveren de Adviseur GEO-informatie en de GIS-medewerker ieder vanuit hun een eigen rol een bijdrage in de project pilot OWO omgevingsplan. 

Legesverordening 
Er is duidelijkheid over de invoeringsdatum van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), namelijk 1 januari 2024. Dit betekent dat de legesverordening is aangepast aan de nieuwe wetgeving. Bestuurlijk is de ambitie uitgesproken om gelijktijdig met de wetswijziging in te zetten op harmonisatie van de legesverordeningen binnen de OWO gemeenten. Aan de nieuwe legesverordening is in samenwerking binnen OWO vorm gegeven. 

Wat hebben we bereikt.
Een legesverordening met ingangsdatum 1 januari 2024, aangepast aan de nieuwe wetgeving namelijk de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging (Wkb)

Wat hebben we daarvoor gedaan
We zijn de afgelopen 2,5 jaar bezig geweest om de legesverordening naar aanleiding van de invoering Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, aan te passen aan deze nieuwe regelgeving. Bij het opstellen van de legesverordeningen is rekening gehouden met de harmonisatie van de verordeningen binnen de OWO gemeenten.

Wat heeft de inwoner daarvan gemerkt
De Omgevingswet brengt nog een hoop onduidelijkheid met zich mee in de uitvoering. Komend jaar wordt gebruikt om te kijken wat er op ons afkomt en hoe we dit proces kunnen verbeteren. 

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB) 
De hoogte van de OZB is een percentage van de WOZ-waarde van een pand. Het percentage wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen (bedrijfspanden voornamelijk) betalen OZB. De opbrengst OZB is voor een gemeente vrij te besteden. 

Benchmark: vergelijking gemeentelijke woonlasten per provincie. Vanaf 2020 is de macronorm OZB vervangen door deze benchmark. De benchmark beoogt, door middel van meer vergelijking, de informatievoorziening over de ontwikkeling van de lokale lasten te bevorderen. Dit kunnen gemeenten gebruiken bij hun keuzes over de ontwikkeling van de lokale lasten. De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting (= eenmalige korting die sommige gemeenten geven). De benchmark moet het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.

Rioolheffing
Eigenaren en gebruikers van woningen en niet-woningen (voornamelijk bedrijfspanden) die aangesloten zijn op het riool betalen rioolheffing. Met de opbrengsten hiervan betalen we het beheer en onderhoud van de riolering, drainage, een aantal sloten binnen de bebouwde kom en andere zaken die nodig zijn voor de inzameling en het transport van afval-, grond- en regenwater. 

In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020-2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Het uitgangspunt is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020-2024.

Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Het gaat bijvoorbeeld om bouwvergunningen en paspoorten. De legesverordening is met ingangsdatum 1 januari 2024 aangepast aan de nieuwe wetgeving namelijk de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging (Wkb).

Toeristenbelasting
In 2023 bedroeg de toeristenbelasting € 1,50 per persoon per nacht. Voor kampeerboerderijen met tenminste 50 slaapplaatsen en voor kampeermiddelen op kampeerterreinen gold een afwijkend tarief van € 1,10 per persoon per nacht. Vanaf 2020 geldt voor kinderen tot en met de leeftijd van 4 jaren een vrijstelling voor de heffing toeristenbelasting.

We voerden een onderzoek uit naar de forfaitaire berekening van standplaatsen op campings. Dit heeft geleid tot een wijziging in de verordening toeristenbelasting. Op 27 juni 2023 stelde de gemeenteraad de Verordening toeristenbelasting Ooststellingwerf 2024 vast. Hiermee zij de tarieven voor de periode 2024-2026 vastgesteld op € 1,65 en € 1,20 per persoon per nacht. Vanaf 2024 geldt voor kinderen tot en met de leeftijd van 12 jaren een vrijstelling voor de heffing toeristenbelasting. En er is een nieuwe overeenkomst opgesteld waarbij de ondernemer akkoord gaat met de forfaitaire berekening of akkoord gaat met het afdragen van elke overnachting en dus het bijhouden van een nachtregister.

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). De belasting van caravans of chalets met een standplaats voor meerdere jaren wordt naar een vast bedrag geheven. Bij de programmabegroting 2020-2023 heeft u besloten om de opbrengsten van de forensenbelasting vanaf 2020 tot en met 2023 jaarlijks te verhogen met € 15.000. 

Bedrijven Investeringszone (BIZ) 

  • Reclamebelasting: met de invoering van de BIZ (Bedrijven Investeringszone) is deze belasting komen te vervallen.
  • BIZ (Bedrijven Investeringszone): Op 20 oktober 2021 heeft u ingestemd met de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde Centrum 2021 (BIZ). De opbrengsten van de BIZ worden als subsidie uitgekeerd aan de stichting BIZO. Met de stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin de activiteiten zijn opgenomen die zij met de subsidie gaan verwezenlijken.

 

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. Vanaf 2021 is het vastrecht vermeld op de belastingaanslag met daarbij het aantal ledigingen over het hele voorafgaande jaar.    

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen, behalve als ze vermogen hebben. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde, geautomatiseerde toets vooraf (via het Inlichtingenbureau) om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. Vanaf 1 januari 2023 is de vermogensgrens voor mensen met een AOW opgehoogd, vastgesteld in de kwijtscheldingsverordening in december 2022. Hierdoor is kwijtschelding voor meer mensen mogelijk. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing. 

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2022 Begroting Begroting 2023
lokale heffingen 8.974 9.494 8.778 8.817 39 V
leges 945 853 753 749 - 4 N
Totaal 9.920 10.347 9.531 9.566 35 V

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2022 Begroting Begroting 2023
3.1 Thema Economische ontwikk.
Toeristenbelasting 322 319 319 347 28 V
Bedrijven investeringszone 63 66 66 58 - 7 N
3.3 Thema Milieu
Rioolheffing (gecombineerd) 2.858 2.894 2.759 2.799 40 V
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.593 2.923 2.419 2.321 - 98 N
6.3 Thema Financiën
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.777 2.891 3.079 3.148 69 V
Onroerende zaakbelasting gebruikers 245 265 0 -1 - 1 N
Forensenbelasting 117 137 137 145 8 V
Totaal 8.974 9.494 8.778 8.817 39 V

Leges

x € 1.000
Leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2022 Begroting Begroting 2023
3.2 Thema Openbare ruimte
Verharding 17 27 27 20 - 7 N
3.4 Thema Bouwen en wonen
Bestemmingsplannen 19 30 30 13 - 17 N
6.2 Thema Dienstverlening
Omgevingsvergunningen, baten 568 500 400 418 18 V
Burgerzaken leges 306 268 268 269 0 V
Burgerlijke stand / huwelijk 18 13 13 17 4 V
Overige leges 13 15 15 8 - 7 N
6.3 Thema Financiën
IP Bedrijfsvoering algemeen 2 - - - -
IP Buitendienst acc. Nanningawerf 3 - - 5 5 V
Afdeling Openbare Ruimte 1 - - - -
Totaal 945 853 753 749 - 4 N

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (61%) en van de binnendienst (80%). Een deel van de opbrengst van de reinigingsheffing wordt gerealiseerd door een onttrekking aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. Hieruit blijkt dat per titel van de algemene legesverordening de heffingen onder de 100% kostendekkendheid blijven. Kostendekkendheid bij leges burgerzaken (titel 1) is niet haalbaar, kostendekkendheid bij leges omgevingsvergunningen (titel 2) fluctueert afhankelijk van de omvang van de bouwactiviteiten en de lage kostendekkendheid bij APV gerelateerde onderwerpen (titel 3) is een politieke keuze. Bij de netto lasten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de dienstverlening. Bij directe kosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met de afdracht aan het Rijk en RDW voor rijbewijzen. We hanteren een opslag van 80% voor overhead over de directe loonkosten. De totale kostendekkendheid van de Algemene Legesverordening komt uit op 57%.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead op salarislasten bij taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Realisatie Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing Realisatie Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.2) (taakveld 7.3) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.155 2.107 3.016 2.807
Baten 0 0 -644 -623
Netto lasten taakveld 2.155 2.107 2.372 2.184
Toe te rekenen lasten
Overhead 320 364 134 149
Kwijtschelding 51 46 90 92
Rente -1 -1
Dubieuze debiteuren 7 7 10 10
Slootonderhoud en straatreiniging 112 153
BTW 274 284 318 318
Totaal toe te rekenen lasten 764 854 551 568
Totale lasten 2.919 2.961 2.923 2.752
Opbrengst heffingen -2.919 -2.802 -2.923 2.321
Dekkingspercentage 100% 95% 100% 84%

 

 

bedragen x € 1.000 x € 1.000
Berekening van kosten-dekkendheid Begr. titel 1 Algemene dienst-verlening Begr. titel 2 Fysieke leefomgeving /omgevings-vergunningen Begr. titel 3 Dienst-verlening vallend onder Europese diensten-richtlijn Totaal begroting Realisatie titel 1 Algemene dienst-verlening Realisatie titel 2 Fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunningen Realisatie titel 3 Dienst-verlening vallend onder Europese diensten-richtlijn Totaal realisatie
Lasten
Lasten 333 448 33 814 344 477 33 854
Baten 0 0 0 0 0 0 0
Netto lasten 333 448 33 814 344 477 33 854
Toe te rekenen lasten
Overhead 171 279 19 469 171 279 19 469
Totaal toe te rekenen lasten 171 279 19 469 171 279 19 469
Totale lasten 504 727 52 1.283 515 756 52 1.323
Opbrengst heffingen -308 -530 -15 -853 -310 -431 -8 -749
Dekkingspercentage 61% 73% 29% 66% 60% 57% 15% 57%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 31 december 2023 € 30,168 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 26,724 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 3,3444 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 8,175 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Kapitaallasten € 2,438 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 2,293 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 2,735 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is ruim voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 30,168 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en projecten:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. De risico's nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

 

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

 

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg)
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie Financiële verordening)
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits)
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).


Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Jaarstukken 2022 € 110.000 hoger. Het verschil kan als volgt worden verklaard:

  • Het risicobedrag van gerechtelijke procedures is iets afgenomen (-/- €70.000)
  • Een toename van de boekwaarde en een gewijzigde berekeningssystematiek bij het onderdeel Gebouwen, waarmee het risicobedrag van afschrijving bedrijfsgebouwen met restwaarde is toegenomen (+ € 150.000) 
  • Diverse kleine verschillen, zoals Algemene Uitkering en WWB-I (+ € 30.000)
Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1 Risico: Vangnet-uitkering wordt niet toegekend 1 - -
Toelichting risico: Het risico is dat we niet voldoen aan de voorwaarden waardoor we geen vangnetuitkering ontvangen. Voor 2024 is dit risico nihil omdat we verwachten dat we geen aanspraak op de vangnetuitkering behoeven te doen.
2 Risico: Afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 185.378
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. Het risico gaat over dit mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
3 Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 978.000
Toelichting risico: We hebben in 2022 extra middelen van het Rijk voor de jeugdhulp ontvangen. In augustus 2022 is bekend geworden dat we de verwachte jeugdmiddelen vanaf 2024 voor 100% mogen ramen. Dit was 75%. Daarnaast is in het regeerakkoord een besparing van € 500 miljoen afgesproken op de jeugdzorg. Het rijk is verantwoordelijk voor de invoering. In de gemeentelijke begroting kunnen we dan een lagere raming opnemen voor de uitgaven. Dat hebben we in deze begroting verwerkt. Omdat nog steeds niet zeker is of we de 100% vergoeding structureel mogen ramen, nemen we een risico op. Het bedrag dat we in 2024 hebben opgenomen is € 1.856.000 aan baten en € 100.000 aan lagere lasten. Het totale risico komt daarmee op € 1.956.000.
Beheersmaatregel: nb
4 Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 5 € 597.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
5 Risico: Extra lasten door invoering Wmo abonnementstarief 3 - PM
Toelichting risico: De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke hulp. Toch weigert het kabinet gemeenten volledig te compenseren voor de extra kosten. Gemeenten moeten volledig worden gecompenseerd voor de effecten van de invoering van het abonnementstarief. Niet volledig compenseren zal er aan bijdragen dat gemeenten, gezien de grote tekorten in het sociaal domein, verder moeten bezuinigingen en zij de Wmo niet kunnen blijven uitvoeren zoals beoogd. Vanaf 1 januari 2025 komt een aanpassing in de eigen bijdrage Wmo, waarbij meer rekening wordt gehouden met de draagkracht van huishoudens. Wie meer dan 185 procent van het sociaal minimum verdient, betaalt een hogere eigen bijdrage. Voor huishoudens met een inkomen boven 185 procent van het sociaal minimum stijgt de eigen bijdrage geleidelijk naarmate het inkomen hoger wordt. Voor een huishouden met een inkomen van duizend euro boven dat grensbedrag zal de maandelijkse eigen bijdrage ongeveer 6,70 euro hoger zijn. Vanaf een inkomen van ongeveer € 66.000 gaat een maximum van de eigen bijdrage gelden, van 255 euro per maand.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'. De (financiële) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
6 Risico: Terugbetaling verstrekte geldleningen 1 2 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restant schuld te voldoen.
Beheersmaatregel: Bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
7 Risico: Garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: Het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 is het 'meetekenen' met nieuwe leningen vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
8 Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: Vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: We beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
9 Risico: Overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: Er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: We beoordelen het overzicht garanties.
10 Risico: Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 3 € 90.000
Toelichting risico: Per 1 januari 2020 heeft de gemeente het beheer & de exploitatie van MFS Waskemeer overgenomen van de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Waskemeer; de Stichting is opgeheven. Het gedeelte waarin eerder obs Mst van Hasseltschool was gehuisvest staat leeg maar wordt voor een gedeelte gebruikt voor Kinderopvang. MFA Haulerwijk (= de Samensprong) heeft een groot normatief overschot aan bruto vloeroppervlak c.q. leegstand door een permanent dalend aantal leerlingen waardoor de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren valt. De exploitatie is per 1 januari 2023 in handen van de gemeente. De Stichting Beheer is ondertussen opgeheven. MFA Oosterwolde Zuid heeft ook leegstand maar dat wordt gedeeltelijk gebruikt door één van de vaste deelnemers. De Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde Zuid heeft de accommodatie in 2023 met een klein negatief resultaat (i.v.m. de hoge energiekosten) geëxploiteerd. Door het toepassen van de componentenmethode voor het berekenen van de onderhoudsvoorziening is de exploitatie houdbaar.
Beheersmaatregel: Nieuw op te stellen integraal huisvestingsplan als onderdeel van het accommodatiebeleid.
11 Risico: Diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 25.000
Toelichting risico: Op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: Juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
12 Risico: Veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 - PM
Toelichting risico: In rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
13 Risico: Invoering omgevingswet 5 - PM
Toelichting risico: De omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen zijn per 2024 ingegaan. Voor de ontwikkeling van het omgevingsplan geldt een overgangstermijn tot eind 2031. De OWO gemeenten gaan het omgevingsplan gefaseerd uitwerken. Hier is de komende jaren nog veel inzet voor nodig. We kunnen op dit moment nog niet inschatten of de beschikbare middelen voor de verdere implementatie toereikend zijn voor deze periode. In het omgevingsplan maakt de gemeente keuzes of omgevingsplanactiviteiten vergunningplichtig blijven, meldingsplichtig worden of geen van beide. Deze keuzes kunnen effect hebben op de kosten en baten. Met de inwerkingtreding van de wet Kwaliteitsborging wordt het bouwtechnische deel van de werkzaamheden van nieuwbouw in gevolgklasse 1 overgeheveld naar de private kwaliteitsborgers. Het is de bedoeling dat deze verschuiving van werkzaamheden ook gaat plaatsvinden voor verbouw gevolgklasse 1 en bouwwerken in hogere gevolgklassen. Dit heeft effect op de kosten en baten.
Beheersmaatregel: implementatie wordt jaarlijks gemonitord. Indien de verwachting is dat een aanvulling nodig is zal de raad hierover worden geïnformeerd en of een aanvullend krediet worden aangevraagd.
14 Risico: Fraude 5 - PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiële schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt vanaf 2019 periodiek een fraude risicoanalyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aan bod in een separate bespreking met het DT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken.
15 Risico: Verduurzaming gemeentelijk onroerend goed 5 - PM
Toelichting risico: Er is een sectorale routekaart vastgesteld om invulling te geven aan het landelijke beleid en de wet- en regelgeving rondom de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. In de kern gaat het om 49% CO2-redutie in 2030 en 95% CO2-reductie in 2050 ten opzichte van 1990. In de themaraad van 8 februari en 13 december 2022 is dit besproken. Hierin is aangegeven dat de indicatieve investering € 38 miljoen bedraagt (= 1 op 1 verduurzamen) of € 60 miljoen bedraagt (= Integraal en doordacht) en de indicatieve structurele toename van de kapitaallasten tussen de € 1,3 en € 1,6 miljoen bedraagt. Indicatieve kapitaallasten en investering zijn gebaseerd op het verduurzamen van zowel de gebouwen in juridische eigendom gemeente, onderwijsgebouwen en gebouwen met economisch claimrecht.
Beheersmaatregel: Het onderwerp ligt op tafel en is bij iedereen top-of-mind. Op 4 juli 2023 is een werkbijeenkomst met de raad aan het onderwerp gewijd. Uiteindelijke investering en kapitaallasten zijn afhankelijk van diverse factoren zoals het eventueel slimmer inzetten van accommodaties, verdeling verantwoordelijkheden investering onderwijsgebouwen en gebouwen economisch claimrecht en bijdrages rijksoverheid. Op basis van het door de raad op 8 november 2022 aangenomen Amendement A-019 'Gas erop van het aardgas af voor slim en toekomstgericht accommodatiebeleid' is per 2024 € 200.000 structureel beschikbaar voor 'uitvoering accommodatiebeleid'. De jaren erna wordt het budget steeds met € 100.000 verhoogd, tot er voldoende budget beschikbaar is.
16 Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 - PM
Toelichting risico: Het risico dat de gemeente financiële schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
17 Risico: Verbonden partijen 2 - PM
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen. Verder is onze gemeente betrokken bij het controllers overleg voor Friese gemeenten inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij. Vooralsnog is de financiële impact lastig in te schatten, dus voor nu op PM gezet.
18 Risico: OWO bedrijfsvoering 2 - PM
Toelichting risico: Het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten. De financiële impact is lastig op geld te zetten, daarom op PM gezet.
19 Risico: Afschrijvingen bedrijfsgebouwen met restwaarde (60% van de WOZ waarde) 1 5 € 734.875
Toelichting risico: Bij de heroverwegingen in 2021 is besloten om miv 2022 de bedrijfsgebouwen i.p.v. 50%, af te schrijven tot 60% van de WOZ-waarde. Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Het percentage ligt in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
TOTAAL € 2.735.253

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. 

Kengetallen Rekening 2022 Rekening 2023
Netto schuldquote 20% 19%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 14% 17%
Solvabiliteitsratio 46% 47%
Structurele exploitatieruimte 6% 4%
Grondexploitatie 1% 1%
Belastingcapaciteit 89% 82%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) 8.126 -3.168

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit in 2023 gemiddeld is.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.

Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 1% ligt ruim onder de signaleringswaarde van 20% en geeft aan dat het risico voor ons niet hoog is.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 82% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2023 is negatief.

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties

.

x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2022 Begroting Begroting 2023
1. Samenleven
Welzijn- en sportaccommodaties -1.148 -1.249 -1.482 -1.415 68 V
2. Welzijn & educatie
Huisvesting onderwijs -926 -970 -1.057 -927 130 V
3. Ruimtelijke & economische ontwikk.
Verhardingen -1.126 -1.473 -3.676 -1.441 2.235 V
Bruggen en oevervoorzieningen -65 -69 -69 -74 - 5 N
Verkeersvoorzieningen -235 -321 -459 -405 54 V
Openbaar Groen -751 -734 -990 -1.037 - 48 N
Rioleringen -1.668 -1.661 -1.686 -1.575 111 V
6. Bestuur & Dienstverlening
Automatisering -1.362 -1.419 -1.718 -1.383 335 V
Totaal onderhoud kapitaalgoederen -7.283 -7.896 -11.137 -8.257 2.879 V

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Wegen
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit.

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken

Civieltechnische kunstwerken
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Openbare verlichting
Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de "Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A." De Coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Groen
Beleidskader
Er is een Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, vastgesteld in 2021. Het Biodiversiteitsplan vervangt op onderdelen de Notitie Groenbeleid 2011. In de Notitie Groenbeleid is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten. Voor de uitvoering van het groenbeheer gebruiken we een beheersysteem. Dit systeem wordt gebruikt om op basis van landelijke normen te bepalen hoeveel uren nodig zijn en welk budget nodig is om het onderhoud aan de groenvoorzieningen uit te voeren. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’. De bomen worden onderhouden op basis van de notitie “Het behoud van veilige bomen". 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Riolering
Beleidskader
Het Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 (GRP) is in 2020 vastgesteld. In het GRP is vastgesteld dat:

  • a. alle kwaliteitsprofielen op “basis” staan (met uitzondering van het profiel: transport van afvalwater op “hoog”).
  • b. er nader onderzoek wordt gedaan naar de wijze waarop de gemeentelijke afvalwaterketen bij kan dragen aan het CO2 neutraal maken van de gemeente.
  • c. er invulling wordt gegeven aan het onderwerp klimaatadaptatie op gebied van regenwateroverlast.
  • d. er nader wordt gekeken waar besparing mogelijk is door te zoeken naar duurzame oplossingen.


Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In het GRP is vastgesteld dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020-2024. In de Verordening Rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Gymnastieklokalen

Terug naar navigatie - Gymnastieklokalen

Gymnastieklokalen
Beleidskader
De instandhouding van gymnastieklokalen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor het onderhoud aan de gymlokalen is een voorziening gevormd. In 2019 is een nieuwe MOP 2019-2048 opgesteld voor gymnastieklokalen. Deze MOP is de basis voor aanwendingen en dotaties aan deze voorziening. In 2023 is een nieuwe MOP opgesteld maar nog niet door de raad vastgesteld vanwege de relatie met het op te stellen Accommodatiebeleid en Integraal Huisvesting Plan voor het onderwijs.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden worden binnen de financiële kaders uitgevoerd.

Overige gebouwen

Terug naar navigatie - Overige gebouwen

Overige gebouwen
Beleidskader
Het onderhoud van gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) opgenomen. Het betreft de volgende gebouwen: het gemeentehuis, de gemeentewerf, het overslagstation, de Kompaan, molen ‘De Weijert’, gemeentelijke monumenten, woningen en MFS de Boekebeam. De gemeentelijke gebouwen inspecteren we periodiek voor het actualiseren van de MOP’s. In november 2021 heeft de raad een krediet van € 4.333.422 beschikbaar gesteld voor het vernieuwen van de huisvesting aan de Nanningaweg 47C. Een projectgroep is hiermee aan de slag. Voor MFS de Boekebeam is een nieuwe MOP opgesteld maar niet door de raad vastgesteld vanwege de relatie met het op te stellen Accommodatiebeleid en het Integraal Huisvesting Plan voor het onderwijs.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit.

Sportaccommodaties

Terug naar navigatie - Sportaccommodaties

Sportaccommodaties
Beleidskader
Per 2017 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de 2 B's (sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk) met dezelfde exploitant voor een periode van 5 jaar. Per 2022 geldt een nieuwe termijn van 5 jaar voor de exploitatie van de 2 B's. Daarvoor zijn in 2021 per B (= sportaccommodatie) exploitatieovereenkomsten gesloten met elk een eigen exploitant. Voor de andere B (= het Bosbad) is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In 2019 is een nieuwe MOP opgesteld voor de 3 B's voor de periode 2019 tot en met 2033. Vanaf 2021 wordt jaarlijks € 35.000 per jaar gedoteerd aan de voorziening, zodat deze tot en met 2028 toereikend is voor het geplande onderhoud. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening voor de Steegdenhal bedraagt met ingang van 2017 € 15.500. De basis hiervoor is de MOP 2017-2026.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet om de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor planmatig onderhoud voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke uitkering sport (SPUK) voor gemeenten om het btw nadeel (grotendeels) te compenseren. Voor een aantal exploitanten was niet duidelijk of zij als winstbeogende exploitanten worden aangemerkt. Voorzichtigheidshalve hebben wij voor 2019 en 2020 een SPUK aanvraag ingediend. Vanaf 2021 is er door aanpassing van de afspraken duidelijkheid omtrent de winstbeogendheid van deze exploitanten en wordt de btw op het planmatig onderhoud van het betreffende onroerend goed gecompenseerd via het btw-aangifte. Er vindt overleg plaats met de belastingdienst voor verrekening BTW in 2019 en 2020 voor een aantal afspraken met een tweetal exploitanten. Uitkomsten kunnen van invloed zijn op BTW verrekening.

Er zijn nieuwe MOP's opgesteld maar niet door de raad vastgesteld vanwege de relatie met het op te stellen Accommodatiebeleid.

Sportterreinen

Terug naar navigatie - Sportterreinen

Sportterreinen
Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. U heeft in 2016 besloten het sportcomplex Waskemeer met een wetra-veld uit te breiden en het bestaande (halve) trainingsveld uit te breiden naar een volledig oefenveld.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. Het budget is met ingang van 2023 fors verhoogd als gevolg van de nieuwe aanbesteding in 2022.

Overzicht beheerplannen

Terug naar navigatie - Overzicht beheerplannen

T

Naam beheerplan Vastgesteld in de raad Looptijd Lasten Is er achterstallig onderhoud?
Wegen MOP wegen 31-1-2024 2024 t/m 2028 1.930.000 Nee
Kunstwerken MOP Civieltechnische Kunstwerken 2018-2022 tkn maart 2022 2023 t/m 2027 69.000 Nee
Gebouwen MOP gemeentelijke vastgoed financieel totaal (wordt elke 2 jaar geactualiseerd) 2016 t/m 2025 160.000 Nee
Water N.v.t. nvt
Riolering Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 1-7-2020 2020 t/m 2024 2.919.000 Nee
Openbare verlichting MOP OV 2018-2022 tkv maart 2018 (actualisatie Q1 2024) 2018 t/m 2022 267.624 Nee

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2023 is door u op 26 september 2023 vastgesteld. In artikel 19 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.


Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2023 bedraagt € 6,6 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2023 van afgerond € 77,7 miljoen). De kasgeldlimiet is in 2023 niet overschreden.


Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in 2023 niet is overschreden en voor de jaren 2024-2026 naar verwachting niet wordt overschreden.


x € 1.000
Kasgeldlimiet Rekening
2023
Kasgeldlimiet aanvang begrotingsjaar -6.605
Omvang netto vlottend schuld
1e kwartaal 7.566
2e kwartaal 8.260
3e kwartaal 11.271
4e kwartaal 9.073
x € 1.000
Rente risiconorm Rekening Begroting 2024 Mjb 2025 Mjb 2026
2023
Rente risiconorm 15.540 17.273 17.084 16.841
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 1.371 3.800 6.000 4.500
Geldleningen met renteherzieningen -
Totaal Aflossingen en renteherzieningen 1.371 3.800 6.000 4.500
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 14.169 13.473 11.084 12.341

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

T

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Rente Bedrag Rente
Stand per 1 januari 24.100 0,54% 2.437 4,43%
Nieuwe leningen -
Reguliere aflossingen -1.300 -71
Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 22.800 0,53% 2.366 4,49%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2023 is als volgt berekend: rente 2023 / stand 1-1-2023. Het gemiddelde rentepercentage eind 2023: rente 2024 / stand per 31-12-2023. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering. 

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar. In de raadsvergadering van 20 juni 2023 is besloten om de bestaande leningen bij de Stichting Volkshuisvesting Nederland uit te breiden met € 1.440.000 zodat in totaal € 3.000.000 beschikbaar is.

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningbouwcorporaties 2.366
MFC Oldeberkoop 208
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 827
Dorpshuizen 8
Vereniging Toeristisch Recreatie Belang 12
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 300
Stichting Stimuleringsfonds (stimuleringsleningen) 200
Stichting Stimuleringsfonds (blijversleningen) 60
Stichting Stimuleringsfonds (duurzaamheidsleningen) 2.140
Stichting Stimuleringsfonds (startersleningen) 300
Stand per 31 december 2021 6.539

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven een bepaald drempelbedrag van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Vanaf 1 juli 2021 wordt voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille de komende jaren verder kunnen afbouwen door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.

Renteschema
Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Eén van de onderdelen is de gewijzigde rentetoerekening en de aanbeveling om onderstaand renteschema op te nemen. Doordat de ontvangen rente hoger is dan de betaalde rente komt de rente-omslag voor 2023 uit op nul.

x € 1.000
Renteschema werkelijk 2023 Bedrag
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 239
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 419
Saldo rentelasten en rentebaten -180
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 6
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 108
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening 109
voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
5
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -185
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen -
d2. Werkelijke rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente -185
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente -
Verschil -185

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf is een benaderbare, lokale overheid. Wij weten wat er speelt en bieden oplossingen die ertoe doen. 

We zijn een mooie, groene gemeente. We bieden onze inwoners, ondernemers en bezoekers een aantrekkelijke, veilige en bereikbare leefomgeving. Inwoners en ondernemers kunnen bij ons rekenen op een goede service onder alle omstandigheden. Veel voorkomende verzoeken worden snel en adequaat afgehandeld. We weten wat er speelt in onze samenleving en omgeving. Dit betekent dat wij reageren op signalen en meedenken met initiatieven. Wij faciliteren zelfredzaamheid en bieden hulp en zorg waar nodig. Wij zoeken naar integrale oplossingen voor complexe onderwerpen waar verschillende belangen bij elkaar komen. 

Wij zijn trots op de OWO-samenwerking en onze OWO-partners kunnen rekenen op een proactieve inzet in de samenwerking.

Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht

We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht/Wabo, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Fries, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie. In samenspraak met de gemeente wordt per domein een toezichtsplan opgesteld.

Human Resource Managemant

Terug naar navigatie - Human Resource Managemant

HRM heeft in 2023 bijdragen geleverd aan de verbeteringen in het kader van de organisatiescan "Fit voor de toekomst". Alle onderwerpen waar we aan gewerkt hebben zijn van belang voor het vinden, binden en boeien van medewerkers zoals we ook beoogden. Naast een bijdrage aan het formuleren van een nieuwe missie, visie en sturingsfilosofie hebben we een Medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) uit laten voeren. Uit het MTO blijkt dat we het als werkgever goed doen ook in vergelijking tot andere werkgevers. Daar zijn we trots op en dat willen we graag zo houden. In 2024 maken de teams plannen voor de punten waar nog verbetering mogelijk is.

De doorstroming van medewerkers is veel groter dan in het verleden. We hebben dan ook heel veel vacatures vervuld in 2023. Gelukkig lukt dat ons nog steeds. Om dat zo te houden hebben we eind 2023 een specialist arbeidsmarktcommunicatie gevraagd om ons, tijdelijk, te adviseren hoe we de gemeente Ooststellingwerf nog beter op de kaart zetten. Veel instroom van nieuwe medewerkers vraagt extra inzet op het inwerken en ontwikkelen van medewerkers. Voor het inwerken maken we nu, naast het inwerkprogramma in het team, in OWO-verband gebruik van de onboardingapp Appical. Hierdoor weten medewerkers als ze aan de slag gaan snel veel over de gemeente, onze werkwijze en afspraken. Ook ontwikkelen we leerlijnen voor nieuwe medewerkers en medewerkers die al wat langer bij ons werken.

Met het project Hybride werken zitten we ook op koers. We verwachten fase 1 van dit project in de eerste helft van 2024 af te ronden.

Financiën, Planning & Control

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control

De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol. We zijn in gesprek gegaan met de auditcommissie. Hieruit is een bredere rol voor de auditcommissie gekomen en daarmee ook het aanpassen van de verordening op de auditcommissie. Wat betreft het optimaliseren van de P&C cyclus is een eerste stap gemaakt door een nieuwe programma indeling vanaf de begroting 2024. Daarnaast is ook het proces van de jaarstukken iets ingekort zodat de behandeling eerder in de raadsvergadering kan plaatsvinden. Met de auditcommissie hebben we een eerste gesprek gehad over de P&C cyclus met mogelijke verbeterpunten. 

Juridische kwaliteitszorg (JKZ)

Terug naar navigatie - Juridische kwaliteitszorg (JKZ)

De juridische functie in de vakafdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridisch advies. Juridisch control is de taak van BJZ. 

We investeren in kennis en kunde (door beschikbaar stellen van informatie en standaard formats, casusanalyse, opleidingen en trainingen) en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. We stimuleren de 'informele aanpak': eerst het goede gesprek (premediation).

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Met ingang van boekjaar 2023 is de wetgeving gewijzigd met betrekking tot de accountantscontrole van gemeenten en moet er een rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen in de jaarrekening. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de mate waarin de gemeente de wet- en regelgeving naleeft, voor zover dit financiële gevolgen heeft. Om verantwoording af te kunnen leggen vormt de verbijzonderde interne controle een belangrijke basis. Jaarlijks leggen we de uitvoering hiervan vast in het Interne Controleplan. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden.

In de financiële verordening is vastgelegd dat de verantwoordingsgrens 3% is van de totale lasten van de gemeente, inclusief toevoegingen aan de reserves. Dit komt op een bedrag van € 2,821 miljoen. De geconstateerde afwijkingen groter dan 5%van de verantwoordingsgrens worden in de paragraaf bedrijfsvoering toegelicht. Deze rapporteringsgrens komt op € 141.000.

In onderstaande tabel staan de bevindingen vanuit de rechtmatigheidsverantwoording. Er zijn geen bevindingen die de rapporteringstolerantie overschrijden. Er zijn overschrijdingen op de exploitatiebudgetten in programma 1 en programma 6. We hebben geconstateerd dat deze overschrijdingen een open einde regeling betreffen, passen binnen het bestaande beleid en niet eerder bekend waren, of dat er baten tegenover staan. De overschrijdingen vallen daarmee in de categorie “onrechtmatig, maar telt niet mee voor het oordeel”. Dit sluit aan bij de Financiële verordening Ooststellingwerf 2023 artikel 12. Hierin staat dat begrotingsafwijkingen als acceptabel worden aangemerkt als er sprake is van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren of er sprake is van een overschrijding op een open-einde regeling. In lid 5 staat dat begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad niet nader worden toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering. 

Wij verzoeken u deze overschrijdingen alsnog te autoriseren door middel van het vaststellen van de Jaarstukken 2023.

x € 1.000
Overzicht rechtmatigheidsverantwoording
A. Begrotingscriterium
Overschrijding exploitatiebudgetten programma's begroot vs werkelijk 3.022
Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) -
B. Voorwaardencriterium
Aanbestedingsfouten 125
Omgevingsvergunning 5
C. Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium
Onterecht geen terugvordering -
D. Totaal rechtmatigheidsfouten = A + B + C 3.152
E. Verantwoordingsgrens
3% van € 94.036.999 2.821
F. Af: begrotingsafwijkingen door open einde regeling of passend binnen bestaand beleid
Overschrijding exploitatiebudgetten 3.022
Overschrijding investeringskrediet -
G. Saldo resterende rechtmatigheidsfouten = D - F 130
Rechtmatigheidsfouten boven verantwoordingsgrens ja/nee Nee

Informatiebeveiliging en privacy

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging en privacy

Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik. In 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) in werking getreden, waarmee er één normenkader is ontstaan voor gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Ons informatiebeveiligingsbeleid is in 2023 geactualiseerd en continu gebaseerd op het treffen van technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van dit normenkader.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Beveiliging van onze gegevens en sturen op houding en gedrag vraagt continu aandacht en investeringen. De gemeente heeft diverse instrumenten ingezet om de informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren. De gemeente heeft in 2023 zichtbaar voldaan aan de normen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van onze dienstverlening via DigiD en aan de specifiek normen welke gelden voor de BRP en de waardedocumenten, Suwinet, BAG, BGT en BRO.

Burgers hebben op grond van de AVG en de Wpg het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De privacyrechten van burgers zijn daarmee uitgebreid en de eisen waaraan persoonsgegevens moeten voldoen zijn verscherpt. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. In 2023 is het privacybeleid van de gemeente geactualiseerd en hebben we zichtbaar gewerkt aan de verdere inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform deze privacywetgeving. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels.

Fraude

Terug naar navigatie - Fraude

Jaarlijks stellen we vast of we binnen onze algehele bedrijfsvoering in voldoende mate effectieve technische en organisatorische maatregelen hebben getroffen om misbruik, oneigenlijk gebruik en fraude te voorkomen, dan wel op te sporen. Hierbij houden we ook rekening met invloeden van buiten de organisatie, zoals corruptie, omkoping, bedreiging en cybercrime. In 2023 hebben we geen fraude geconstateerd. 

In 2023 is de overkoepelende nota misbruik en oneigenlijk gebruik door het college vastgesteld. 

Continuïteit

Terug naar navigatie - Continuïteit

Financiën
Financieel gezien stond de gemeente er in het jaar 2023 goed voor. Ook voor de komende jaren sluit de begroting. Vanaf 2026 wordt het perspectief negatief. Financieel gezien is de continuïteit van onze gemeente gewaarborgd.

ICT 
De complexiteit en kwetsbaarheid van systemen, netwerken en applicatielandschap zijn verder toegenomen. Vanaf 2023 zijn er aanzienlijk meer middelen vrij gekomen om dit het hoofd te bieden en daarmee de bedrijfscontinuïteit van de OWO gemeenten verder te borgen. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

We zetten communicatie op verschillende manieren in om inwoners, ondernemers en stakeholders te informeren over beleid en diensten en om hen te betrekken bij het maken van beleid. We gebruiken daarvoor offline en online kanalen, zoals de wekelijkse pagina Gemeentenieuws in de Nieuwe Ooststellingwerver, de gemeentewebsite, persberichten en social media. 

Online ontwikkelen we continu door. Zo monitoren we het gebruik van onze website en social media. Met de informatie die dat oplevert, zetten we deze kanalen steeds zo effectief mogelijk in. We kijken daarbij naar doelgroepen, bereik en boodschap. We hebben oog voor nieuwe ontwikkelingen en trends en passen die waar nodig toe. We bewaken het gebruik van de huisstijl van de gemeente, voor een eenduidige profilering.

Naast uitvoerende communicatieactiviteiten richten we ons op het stimuleren, coachen en ondersteunen van de organisatie om communicatiebewustzijn en –vaardigheden te vergroten. Want communiceren doen we allemaal. We adviseren bij de organisatieontwikkelingen en de bestuurlijke dossiers zoals de programma’s Omgevingswet, Samenleven, Duurzaamheid en Dienstverlening.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2023 bedroeg € 200.000.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang Bijdrage 2023 € 2.847.513:
1. Gezondheid € 203.507
2. Jeugdgezondheidszorg € 905.522
3. Veiligheid € 109.367
4. Brandweer € 1.629.117
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 9.753 1-1-2022 € 71.859
31-12-2022 € 9.527 31-12-2022 € 65.180
Resultaat x € 1.000 € 894 (2022)
Risico's Als de VRF afwijkt van afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF. Daarnaast zien we jaarlijks een verder toenemende gemeentelijke bijdrage, veelal veroorzaakt door autonome ontwikkelingen die ook de VRF raken. De prijsstijgingen gecombineerd met een takendiscussie blijven onderwerp van gesprek.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Nijboer
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden.
Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR gering.
Financieel belang Vanaf 2020 is sprake van een geringe exploitatiebijdrage.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2022 € 0 01-01-2022 € 6.386
31-12-2022 € 0 31-12-2022 € 3.719
Resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap

.

Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten en de gemeente Ooststellingwerf nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder van Weperen
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2023: € 87.929
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 1.161 1-1-2022 € 1.073
31-12-2022 € 1.170 31-12-2022 € 1.293
Resultaat x € 1.000 € 11 (2022)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag.
De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2023 € 554.521
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 1.422 1-1-2022 € 4.657
31-12-2022 € 1.207 31-12-2022 € 3.795
Resultaat x € 1.000 € -94 (2022)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek heeft voor onze gemeente een forse verhoging van de bijdrage betekend.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

.

Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Nijboer.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 455 1-1-2022 € 136
31-12-2022 € 338 31-12-2022 € 483
Resultaat x € 1.000 € -116 (2022)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen.

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2022 bedroeg € 49.148 (Afvalsturing) en € 16.460 (NV Fryslan Miljeu)
Omvang van het vermogen x € 1.000 a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2022 € 64.757 1-1-2022 € 128.437
31-12-2022 € 70.303 31-12-2022 € 119.141
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2022 € 11.487 1-1-2022 € 25.340
31-12-2022 € 11.303 31-12-2022 € 23.497
Resultaat x € 1.000 a. € 7.870 (2022)
b. € 1.432 (2022)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het dividend over 2022 was € 46.800
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 5.062.000 1-1-2022 € 143.995.000
31-12-2022 € 4.615.000 31-12-2022 € 107.459.000
Resultaat x € 1.000 € 300.000 (2022)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 68 1-1-2022 € 1.029
31-12-2022 € 65 31-12-2022 € 1.061
Resultaat x € 1.000 € -3 (2022)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

Door de druk op de woningmarkt heeft de gemeenteraad in 2022 besloten om weer actief regie te voeren op en beleid te maken over (haar eigen) grond ten behoeve van woningbouw. De ambtelijke Taskforce Wonen is druk bezig met de uitvoering van de woningbouwopgave.

Het grondbeleid is gericht op, en voldoet aan, de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Ook zal het grondbeleid ten dienste van algemene maatschappelijke taken staan op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs.

Het grondbeleid dient sturing te geven aan de inzet en het gebruik van grond om zodoende de door de gemeente nagestreefde doelen te realiseren. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich.

De gemeente heeft inmiddels weer nieuwe Grexen toegevoegd aan haar grondexploitaties. Sommige woningbouwontwikkelingen worden volledig door private ontwikkelaars uitgevoerd. Daarnaast zijn er ontwikkelingen waarbij de gemeente regie voert op het gewenste woningbouwprogramma en de ontwikkeling/realisatie hiervan door een private partij laat uitvoeren. De kosten hiervan verhalen we vervolgens op de ontwikkelende partij (Hoofdstuk 6.4 Wet ruimtelijke ordening). Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst met een exploitatiebijdrage. In de gemeentelijke plannen worden de kosten verdisconteerd in de grondprijs.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid 2022: De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. U stelt daarnaast notitie vast waarin de grondprijzen en de parameters staan.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/internationale regelgeving:

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro), per 1 januari 2024 De Omgevingswet
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro), per 1 januari 2024 Besluit Omgevingswet
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg), per 1 januari 2024 Wvg Aanvullingswet Grondeigendom
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).


Het ontwikkelen en realiseren van woningbouw in relatie tot onze volkshuisvestelijke opgave vraagt om een op maat gesneden aanpak. Deze aanpak sluit aan bij de Woon(zorg)visie. Daarnaast zijn in de Regionale Woondeal afspraken gemaakt met Rijk, Provincie en regio over de woningbouwopgave voor de gemeente Ooststellingwerf. De voor de woningbouwopgave benodigde extra capaciteit is in beeld gebracht.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt grondzaken zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Wro, per 1 januari 2024 de Omgevingswet.
  • Voldoet grondzaken aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft grondzaken een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is grondzaken robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Als uitgangspunt is grondzaken financieel transparant en gezond (inzet op terugverdiencapaciteiten kostenverhaal).
  • De opgaven voor de sociale woningbouw, de starterswoningen (betaalbare koop) hebben extra aandacht nodig met betrekking tot de financiële haalbaarheid. Immers, deze woningbouw categorieën zijn doorgaans niet kostendekkend te realiseren.
  • Heeft grondzaken dwarsverbanden met de leefbaarheid.

 

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet is de Nota Grondbeleid 2022 aangepast. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht en onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Verder is de bestaande regeling voor het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling gewijzigd.

Woningbouwopgave
Wonen in Ooststellingwerf
De Woon(zorg)visie 2022-2026 is door de raad vastgesteld. Als input hiervoor is onder andere woningmarktonderzoek gedaan. Wonen en zorg is een belangrijk thema voor het wonen de komende jaren, evenals betaalbaarheid en de beschikbaarheid van zowel koop als huurwoningen. We gaan voor een kwalitatieve toekomstbestendige woningvoorraad.

Nieuwbouw
De gemeente heeft in de Regionale Woondeal Zuid-Oost Fryslân de opgave gekregen om minimaal 700 woningen bij te bouwen.

De Taskforce wonen is in gesprek met initiatiefnemers, corporaties, bouwers en de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij speciale aandacht voor betaalbare woningen en innovatieve woningbouw. Met het Ministerie van BZK en de Provincie Fryslân zijn we in gesprek om te een steentje bij te dragen in de financiële haalbaarheid (onrendabele toppen). Daarnaast zetten we in op intensievere samenwerking met en tussen zorgpartijen om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen. In de nieuwe Huisvestingswet zijn speciale doelgroepen aangewezen (per 1-1-2024 door het Rijk aangewezen Urgentieverordening).



Complexen grondexploitatie
Woningbouw

  • Langedijke: hier is nog 1 kavel beschikbaar en deze is in 2024 verkocht. Het woonrijp maken is nagenoeg gereed gekomen in 2023 en wordt in 2024 afgerond.

  • Elsloo: alle kavels zijn verkocht, en het plan is nagenoeg geheel woonrijp gemaakt. Wordt ook in 2024 afgerond.

  • Donkerbroek-West: alle kavels zijn verkocht, en het plan is nagenoeg geheel woonrijp gemaakt. Wordt ook in 2024 afgerond.

  • De Kromten, Waskemeer: de drie kavels zijn in 2023 verkocht en notarieel gepasseerd.

  • Boekhorsterweg, Oosterwolde: de zes kavels zijn verkocht in 2023 en de bouw van de woningen is begonnen.

Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: in 2023 is het uitgifteprotocol opgesteld en de verkoop van kavels als gevolg hiervan vindt plaats in 2024. Inmiddels zijn twee kavels in 2024 verkocht.
  • Haulerwijk De Turfsteker: in 2023 is het uitgifteprotocol opgesteld en de verkoop van kavels als gevolg hiervan vindt plaats in 2024. Inmiddels zijn twee kavels in 2024 verkocht.

 

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion). Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) wordt de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting.

We voorzien dat met name de toekomstige complexen waarin (veel) sociale woningbouw of betaalbare koop wordt gerealiseerd een drukkend effect zal hebben op de winstneming (respectievelijk verliesgevende plannen).

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen door een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om niet kostendekkende plannen door middel van "saldo dotatie" dekkend te maken. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen. 

De stand van de reserve is per 1-1-2024 € 2,275 miljoen. Naast een bedrag van € 1,694 miljoen als algemene reserve grondexploitatie, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 0,581 miljoen beschikbaar.

Eerdere jaren is de hoogte van de reserve (exclusief onderdeel Masterplan Oosterwolde) gekoppeld aan het berekende minimale niveau. Voor 2023 is dit niveau berekend op € 207.000. Bij de Nota Reserves en voorzieningen per 2023 stellen wij u voor deze koppeling, net als in 2022, voor nu los te laten. In de nabije toekomst zullen er nieuwe exploitatieplannen worden vastgesteld. Om eventuele verliezen te kunnen opvangen is een betere reservepositie noodzakelijk.

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot het door de gemeenteraad vastgestelde bedrag. De voorwaarden om gebruik te maken van het mandaat staan in de ‘Nota Grondbeleid’ (zie financiële verordening 2023 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 23, derde lid). Voor 2023 is het mandaat tijdelijk (raadsbesluit 23 mei 2023) uitgebreid. 

In 2023 zijn een viertal percelen (waaronder één met een woonhuis) aangekocht. De raad is via een Mededeling aan de Raad dd 19 december 2023 op de hoogte gebracht van de genoemde strategische aankopen. Alle locaties zijn archeologisch en milieukundig onderzocht en geschikt bevonden ter inzet voor het toekomstig beoogde gebruik. De aankopen zijn opgenomen onder de materiële vaste activa, onderdeel gronden en terreinen en onderdeel bedrijfsgebouwen (aankoop woonhuis). De gronden zijn verworven met het oog op een gebiedsontwikkeling. Op dit moment is er nog geen operationele grondexploitatie. Dit zal binnen een afzienbare periode wel het geval zijn.

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar).

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw
Particuliere ontwikkelingen zijn erg belangrijk voor de woningbouwopgave in de gemeente Ooststellingwerf. Echter, zij maken geen onderdeel uit van de gemeentelijke grondexploitaties. De particuliere ontwikkelingen zijn geheel markt afhankelijk en ons adaptief grondbeleid is gericht op het maximaal faciliteren van deze ontwikkelingen. Ten aanzien van de openbare ruimte sluiten we met de particuliere ontwikkelaars anterieure overeenkomsten om het kostenverhaal te dekken. Ook zien we toe dat bij particuliere ontwikkelingen de Woningbouw impuls (Wbi)-opgave worden gehaald, zijnde dat 30% van de woningen sociaal moeten zijn.  

Paragraaf 8 | OWO-Samenwerking

1.1. De OWO samenwerking vervat in een bestuursovereenkomst en OWO-visie

Terug naar navigatie - 1.1. De OWO samenwerking vervat in een bestuursovereenkomst en OWO-visie

De OWO-samenwerking is uniek te noemen. De samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn. De OWO-paragraaf kijkt terug op welke wijze het afgelopen jaar gewerkt is aan de OWO-samenwerking. 

1.2. Ontwikkeling van de OWO samenwerking, om blijvend wendbaar in te kunnen spelen op veranderingen

Terug naar navigatie - 1.2. Ontwikkeling van de OWO samenwerking, om blijvend wendbaar in te kunnen spelen op veranderingen

In 2023 zijn de afspraken rondom de besluitvorming van OWO-gerelateerde zaken opnieuw vastgesteld. Dit was nodig omdat de OWO-samenwerking in een nieuwe fase zit; niet meer in de opbouwende fase, maar in de bestendigende fase. Met deze nieuwe afspraken is er voor alle medewerkers helderheid over het besluitvormingsproces en de verschillende rollen binnen de OWO-samenwerking.

De OWO-afdeling Bedrijfsvoering heeft in 2023 de ingezette organisatieontwikkeling bijna afgerond. Deze organisatieontwikkeling is ontstaan naar aanleiding van het bodemplaatonderzoek uit 2022. Een onderdeel hiervan was het op sterkte krijgen van de afdeling. Dat is ondertussen gelukt. Er is besloten ook voor de OWO-afdelingen Beheer & Registratie en Vergunningen, Toezicht en Handhaving een bodemplaatonderzoek uit te voeren om zo inzicht te krijgen of deze afdelingen toekomstbestendig zijn. Deze onderzoeken vinden plaats in 2024.

In 2023 is de OWO-klankbordgroep tweemaal bijeengekomen en zijn de drie voorzitters uitgebreider betrokken bij de organisatie van de klankbordgroep. Doel van de OWO-klankbordgroep is de verbondenheid van raadsleden onderling en met de OWO-samenwerking te versterken. Daarom is het verslag van de klankbordgroep-bijeenkomst van oktober en de informatieve brief van de burgemeesters in december ook ter informatie gedeeld met alle raadsleden. Deze ingezette koers wordt in 2024 voortgezet. 

2. Topprioriteiten

Terug naar navigatie - 2. Topprioriteiten

Digitale dienstverlening en ICT
De OWO-afdeling Bedrijfsvoering speelt een belangrijke rol in digitale dienstverlening. Doel is de digitale dienstverlening op orde te houden, een veilige ICT-omgeving aan te bieden die werkt voor de medewerkers én de samenleving. De gemeenteraden hebben daarom vanaf 2023 structureel extra middelen beschikbaar gesteld. Middelen om zowel de veiligheid, de stabiliteit en snelheid van netwerken en systemen te verbeteren en de software waarmee gewerkt wordt te moderniseren. 

In 2023 kon de afdeling mede daarom aan de slag met:

  • de vervanging van vijf kernapplicaties. Een deel is in 2023 geïmplementeerd, de overige applicaties worden in 2024 geïmplementeerd. 
  • de overgang naar Microsoft Office 365 in gang zetten.
  • het steeds meer applicaties overbrengen naar ‘the cloud’ (internet). 
  • het doorvoeren van wijzigingen in wet- en regelgeving in onze applicaties en processen.
  • het invoeren van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
  • het mogelijk maken dat medewerkers hybride kunnen blijven werken.  


Informatiebeveiliging en privacy

Het veilig houden van onze gegevens en de privacy goed regelen blijft een belangrijk aandachtspunt. In 2023 is er een informatieveiligheidsplan vastgesteld en is er specifieke expertise op informatieveiligheid, netwerksecurity, ICT architectuur en project- en changemanagement naar binnen gehaald. De BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheid) beschrijft het basisniveau voor informatieveiligheid voor overheden en is ook bij ons het uitgangspunt. In de werkprocessen is daarnaast de AVG en de Archiefwet opgenomen en is de voorbereiding de uitvoering van de Wet Open Overheid (Woo) verder opgepakt.

Datagedreven werken
In 2023 is het uitvoeringsplan Datagedreven werken vastgesteld en is er besloten tot de oprichting van een cluster Datamanagement om zo ook binnen de OWO-samenwerking te werken met data analyses. De OWO-samenwerking is daarnaast in 2023 definitief aangesloten bij DataFryslân. Hierdoor kan er gebruik worden gemaakt van data en analyses over verschillende actuele onderwerpen. Nieuw beleid wordt op deze manier steeds meer gebaseerd op feitelijkheden uit analyse en onderzoeken.

Post en archief
De post en het archief worden beide steeds meer gedigitaliseerd. Het substitutiebesluit is verder doorgevoerd in de systemen en werkprocessen. Dit besluit maakt mogelijk dat de papieren binnengekomen post vervangen wordt voor de gedigitaliseerde versie. Omdat er nog steeds papieren post wordt ontvangen, is er in 2023 gewerkt aan een goed proces om die post op de juiste manier af te handelen. De realisatie van servicepunten Bedrijfsvoering in elk van de drie gemeentehuizen is in gang gezet, gericht op postverwerking, ICT-ondersteuning en meer. Het project wegwerken achterstanden archief vordert gestaag. Ruim een kwart van de achterstand is ingelopen. Extra capaciteit is vrijgemaakt om te versnellen. De aansluiting op het e-depot is voorbereid.

Inkoop- en aanbestedingsbeleid
In 2023 is er binnen de OWO-gemeenten continue het gesprek gevoerd over doelmatig en rechtmatig inkopen en aanbesteden. Hierbij is ook ingegaan op de mogelijkheden lokale of regionale ondernemers te betrekken en is er een Marktdag georganiseerd voor ondernemers in de drie gemeenten. 

Uitvoering van de omgevingswet 
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. Vanuit de OWO-afdeling VTH zijn in 2023 in overleg met ketenpartners, zoals de Fumo, alle voorbereidende werkzaamheden opgepakt die gedaan moesten worden. De legesverordening is in 2023 afgestemd op de Omgevingswet en de nieuwe Wet Kwaliteitsborging bouwen en de verordening is vervolgens geharmoniseerd door de drie gemeenteraden vastgesteld. De processen en systemen zijn aangepast en de medewerkers zijn opgeleid om zowel de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen te kunnen uitvoeren. In 2024 wordt de uitvoering gemonitord en zo nodig bijgestuurd.

Ondermijning
Ook in de OWO-regio raken criminele activiteiten steeds meer verweven met de maatschappij en dat heeft gevolgen voor de gemeentelijke vergunning-, toezicht- en handhavingstaken. In OWO-verband wordt nauw samengewerkt op het gebied van ondermijning. Tijdens 11 ondermijningsdagen zijn op verschillende locaties integrale controles uitgevoerd en gedurende 20 dronevluchten zijn gebieden van bovenaf gecontroleerd. Ook wordt actief de samenwerking met ketenpartners (zoals de politie) gezocht in de (preventieve) aanpak van ondermijning. In 2023 is er geïnvesteerd in bewustwording en kennis over ondermijning, zowel bij medewerkers als bij inwoners en ondernemers.

APV
De OWO-gemeenten stemmen periodiek af met elkaar hoe de uitvoering van de APV gaat. Hierbij is het doel dat er zoveel als mogelijk gewerkt wordt vanuit één OWO-APV beleid zodat de vergunningverleners, toezichthouders en handhavers in de gehele OWO eenduidig kunnen werken. 

Paragraaf 9 | Wet Open Overheid (Woo)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet. Het is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en wordt vanaf 2022 stapsgewijs ingevoerd.  

De Woo kent drie doelstellingen:
1.    Het actief openbaar maken van informatie. 
2.    Het tijdig openbaar maken van informatie die opgevraagd wordt. 
3.    Het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten. 

Wat hebben we gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan?

De invoering van de Woo gebeurt stapsgewijs. In OWO-verband werken we samen aan de invoering en de adoptie van de Woo. We hebben het afgelopen jaar de volgende zaken opgepakt:

Het actief openbaar maken van informatie
De Wet open overheid schrijft elf categorieën voor die verplicht openbaar gemaakt moeten worden. Denk hierbij aan vergaderstukken, de begroting, de agenda van B&W, vergunningen en informatie over subsidies. Alle gemeenten hebben de komende jaren de tijd om te voldoen aan het actief openbaar maken van deze verplichte categorieën. Het is nu nog niet bekend wanneer iedere gemeente welke categorie verplicht openbaar moet maken.

Het was de bedoeling dat er een landelijk platform zou komen voor de openbaarmaking van deze stukken. In 2023 is echter besloten dat dit niet gaat gebeuren, maar dat overheden een eigen platform op moeten tuigen. Dit eigen platform moet vervolgens gekoppeld zijn aan een landelijke Woo-index. Vanuit de OWO-samenwerking zijn de voorbereidingen opgepakt om dit mogelijk te maken. Verwacht wordt in 2024 de eerste informatiecategorieën actief openbaar te maken.

Het tijdig openbaar maken van informatie die opgevraagd wordt
Naast het actief openbaar maken van informatie, kan er vanuit de Woo specifieke overheidsinformatie opgevraagd worden. Uitgangspunt hierbij is: alles is openbaar, tenzij. Voor de beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie hebben wij contactpersonen die inwoners en ondernemers helpen wegwijs te maken in overheidsinformatie.

In de gemeente Ooststellingwerf zijn er in 2023 in totaal 22 Woo-verzoeken binnengekomen. Hiervan zijn 16 binnen de gestelde termijn afgehandeld en 6 buiten de gestelde termijn afgehandeld. Reden hiervan was de complexiteit van het verzoek of capaciteitsgebrek bij de gemeente.

Het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten. 
Een gemeente die haar informatiehuishouding op orde heeft, weet welke documenten ze heeft en kan die documenten vinden wanneer hier om gevraagd wordt. Er is daarnaast een gecontroleerd proces waarmee documenten na de voorgeschreven bewaartermijn vernietigd worden of gereed zijn om te worden overgedragen aan een archiefbewaarplaats. In 2023 hebben de OWO-gemeenten zich voorbereid op aansluiting bij het e-depot. Met de aansluiting op het e-depot regelt de OWO de duurzame toegankelijkheid van digitale informatie zodat de te bewaren digitale informatie in de toekomst toegankelijk, vindbaar en raadpleegbaar blijft. Begin 2024 volgt de besluitvorming.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

In 2023 hebben we een aantal stappen gezet die de Woo van gemeenten vraagt. We voldoen daarmee aan de wettelijke verplichtingen.